Thuis, dat is voor velen onder ons de plek waar je na een lange werkdag je schoenen uittrapt, in de zetel ploft, en samen met je gezin je favoriete soap kijkt. Thuis, dat is de plek die je zelf tot die ‘thuis’ gemaakt hebt. Er hangt een huiselijke sfeer, en – cliché! – je kan er altijd jezelf zijn. Thuis is ook wat nostalgisch, en de plek waar erfgoed vaker centraal staat dan we soms beseffen.
Maar die definitie geldt niet voor iedereen. Woonwagenbewoners nemen hun thuis mee, migranten laten hun thuis dan weer achter en creëren met vallen en opstaan elders een nieuwe thuis, en velen vinden een tweede thuis in het verenigingsleven. Bijna 20.000 Vlamingen hebben zelfs geen vaste thuis. Maar wat iedereen gemeen heeft, is dat thuis, en hoe je dat begrip invult, een deel van je identiteit is. De afgelopen Erfgoeddag in april 2024 ging op zoek naar de vele manieren waarop je thuis kan bekijken. Ook in dit nummer van Tijd-Schrift belichten we enkele invalshoeken.
Inhoud
- Hoe het water naar een nieuwe thuis zo diep kwam te staan. De uitwijzing van vreemdelingen tijdens de negentiende eeuw
- Eigen haard is goud waard. De centrale rol van de keuken in de ruimtelijke en sociale organisatie van woonhuizen in zestiende-eeuws Brugge
- ‘Zoals men zijn bed opmaakt, zo slaapt men’. De zoektocht naar stijl in het Belgische privé-interieur (1850-1914)
- Thuis bij een vrouwelijke kunstenaar. De interieurkeuzes van Louise de Hem
- ‘Eén dag in de Duinenabdij is beter dan duizend in Parijs’. De middeleeuwse abdij als thuis: ideaal of werkelijkheid?
- Vrouwen en thuis, op gespannen voet? Reflecties binnen de feministische beweging in België in de negentiende en twintigste eeuw
