Samenwerken versterkt je erfgoedvereniging: tips van Jeroen Bellings

Jeroen Bellings geeft een speech

Jeroen Bellings is al 22 jaar erfgoedvrijwilliger. Sinds 2010 is hij penningmeester bij de Koninklijke Ridders van de Katteköp van het Narrendom Haren. In 2011 kwam daar de voorzittersrol van FEN-Vlaanderen bij. Jeroen is van mening dat netwerken belangrijk is als erfgoedvereniging. Je krijgt meer dingen gedaan als je binnen én buiten je gemeente medestanders vindt. In dit interview legt hij uit hoe je dat doet.

WAAROM IS HET BELANGRIJK VOOR EEN CARNAVALSVERENIGING OM EEN GOEDE RELATIE TE HEBBEN MET HET LOKALE BESTUUR?

Een carnavalsstoet is vaak een van de grootste evenementen in steden en gemeenten. Daarom is het belangrijk om goede banden te onderhouden met het lokaal bestuur. We overleggen met de technische dienst en de evenementendienst, maar ook met de politie.

Er wordt door de lokale besturen vaak gekeken naar algemene regelgeving, zoals tijdens corona, die het voor stoetorganisatoren moeilijker maakt. Ook rond veiligheid zijn de eisen strenger geworden. Burgemeesters kijken daarvoor naar de buurgemeenten. We merken dan ook dat het belangrijk is om als carnavalsvereniging de krachten te bundelen met gelijkaardige verenigingen.

KAN JE DAARVAN EEN VOORBEELD GEVEN?

Een paar jaar geleden was er plots een politiecommissaris in Noord-Limburg die erop wees dat het koninklijk besluit op de rijbewijzen niet correct geïnterpreteerd werd. Boeren die met hun tractor gratis de carnavalswagens trokken, mochten dat eigenlijk niet doen tenzij ze hun voertuig lieten keuren of een CE-rijbewijs hadden. De carnavalswereld, in het bijzonder die in Limburg, stond in rep en roer. De boeren zeiden: als wij aan die voorwaarden moeten voldoen, dan trekken wij geen carnavalswagens meer. Daarop heeft iedereen zich gegroepeerd en hebben we gezamenlijk het probleem aangekaart bij meerdere lokale besturen.

Eén lokaal bestuur lost het meestal niet op, dus dan is het de kunst om een paar bondgenoten te zoeken. Dat gaat dan over enkele burgemeesters die pro carnaval zijn en die dit op tafel durven leggen bij hun collega’s. Dat is een stuk lobbyen. Ik ben voorstander van tussenpersonen, zeker als je weet dat je bijvoorbeeld bij een minister moet landen.

ZO HEBBEN JULLIE OOK CARNAVAL OP DE LIJST VAN ERKEND IMMATERIEEL ERFGOED GEKREGEN?

FEN heeft van onderuit een dossier opgemaakt. Met dat dossier hebben we, net zoals met de rijbewijzen, een paar politici gezocht. Lokale burgemeesters en schepenen die mee aan de kar wilden trekken. Zo is dat beginnen rollen.

Uiteindelijk is het de kunst, en dat op álle niveaus, om vanuit een constructieve houding een probleem of situatie te schetsen en niet met getrokken messen tegenover elkaar te staan. Dat heeft geen zin. Je moet altijd begrip hebben. Sommige mensen snappen niet dat als je iets organiseert, een burgemeester een verpletterende verantwoordelijkheid heeft als het over veiligheid gaat. Niet iedereen staat erbij stil dat die hoofdverantwoordelijk is. Maar de burgemeesters en de schepenen staan er ook niet bij stil dat het carnaval een traditie is.

KAN JE NOG EEN VOORBEELD GEVEN VAN EEN CONSTRUCTIEVE HOUDING DIE WERKTE?

Etienne Schouppe heeft, toen die nog minister was, een reglement ingevoerd voor zelfrijdende carnavalswagens die gebouwd zijn door verenigingen. Dat was een goed bedoeld initiatief, maar het probleem was dat het uitgeschreven was zonder met de basis veel overleg te plegen. Dat heeft dan een draak van een reglement opgeleverd dat heel Vlaanderen op zijn eigen manier toepaste. Sommige gemeenten pasten het niet toe en andere pasten het overdreven toe.

Dat heeft geduurd tot we in 2022 – via carnavalsverenigingen, burgemeesters, schepenen, lobbying en overleg – het klaarspeelden dat die draak een zware administratieve vereenvoudiging kreeg. Nu is er voor heel Vlaanderen een eenduidig aanvraagformulier. Door een gemeenschappelijk knelpunt te vinden tussen enerzijds de verenigingen en anderzijds de beleidsmakers, hebben beide partijen gemerkt dat ze alle twee een probleem hadden, maar van een andere aard. De carnavalsverenigingen willen geen administratie en de burgemeesters hebben een administratie nodig, maar die administratie maakte het erg moeilijk. Zo zijn we naar elkaar toegegroeid. Formuleer gemeenschappelijke probleemstellingen en dan kan je elkaar in het midden wel ergens vinden hè?

WERKT DAT LOBBYEN ALTIJD OF IS HET OOK AL EENS MISLUKT?

Een moeilijk dossier is dat van de auteursrechten. Daar proberen we al jaren iets aan te veranderen. Een organisator van een carnavalstoet moet op dit moment rond de € 53 per carnavalswagen betalen aan auteursrechten. Dit wordt onbetaalbaar. Vaak gebruiken we originele carnavalsmuziek of zelf gecreëerde (dialect)covers, maar Sabam ziet geen verschil met beschermde werken en commerciële muziek.

We wilden graag een deal sluiten met Sabam. Wij namen het standpunt in dat wij de carnavalisten zouden vragen om originele en niet-commerciële muziek te spelen. We zouden Sabam betalen, maar tegen een reductietarief. We waren daar vrij ver in gevorderd, maar uiteindelijk verzand je in een bureaucratisch systeem waarbij Sabam niet de affiniteit heeft die een politicus wél heeft met de burger. De mensen aan de top van zo’n grote organisatie moeten niet verkozen worden. Dat is het voordeel aan politiek. Zeker in de jaren van de verkiezingen is het handig om dingen op de agenda te zetten, want dan wordt er meer geluisterd door beleidsmakers.

Auteursrechten zijn een breed probleem, ook voor andere verenigingen en ondernemers die in hun horecazaak muziek afspelen. Hoe algemener het probleem, hoe moeilijker het is om er een structurele wijziging in aan te brengen. Je zou het hele systeem in vraag moeten stellen. Die processen krijg je als kleine vereniging niet opgelost. Je moet een netwerk vormen met andere sectoren. Versta me niet verkeerd: ik vind het terecht dat er auteursrechten geïnd worden, maar toch stel ik de werkwijze van Sabam aan de kaak.

DE MEEST VERENIGINGEN HEBBEN SCHROOM ROND BELEIDSBEÏNVLOEDING OMDAT ZE APOLITIEK WILLEN ZIJN. HOE DENK JIJ HIEROVER?

Narren van FEN Vlaanderen

Beleidsbeïnvloeding is iets anders dan partijpolitiek. Als beleidsbeïnvloeding een partijpolitiek spel wordt, dan moet je de consequenties dragen. Je moet zien dat je geen verdeeldheid zaait binnen een beleidsorgaan. Netwerken is belangrijk. Als je als vereniging iets structureel wil gedaan krijgen, ga dan niet naar de zitdag van een politicus, maar gebruik de geijkte wegen. Als ik als cultuurvereniging iets wil aankaarten bij mijn lokaal bestuur, dan stel ik de vraag via de bevoegde dienst of schrijf ik een brief aan het college van burgemeester en schepenen.

HOE BLIJVEN JIJ EN JOUW VERENIGING ZELF NEUTRAAL?

Dat hangt van je rol af. Ik ben zelf lokaal politiek actief, maar als ik voor mijn vereniging of voor FEN iets doe, dan ga ik daar apolitiek naartoe. Ik zeg tegen andere instanties niet dat ik een schepen ben. Van het moment dat politiek in een vereniging komt, is dat vaak nefast voor een vereniging. Voor ik de eerste keer als lokale politicus opkwam bij de verkiezingen, heb ik overal de vraag gesteld: vormt mijn politiek engagement een probleem voor de vereniging? Ik heb nooit aan partijpolitiek gedaan binnen verenigingen, want op die manier verlies je draagvlak bij jouw lokaal bestuur en bij bepaalde politici.

WAT DENK JE VAN DE SLOGAN: “JE HOEFT GEEN POLITICUS TE ZIJN OM AAN POLITIEK TE DOEN?”

Dat is zo. Iedere organisatie doet op een of andere manier aan politiek. Carnavalsverenigingen doen niks anders. Met “politiek” bedoel ik dan aan politiek netwerken en samenwerken. Zeker als ik kijk naar de organisatie van onze stoet: het afvalbeleid, geluidsoverlast, de ordehandhaving. We moeten allemaal aan politiek doen, maar niet aan partijpolitiek. Zeker niet als vereniging.

HOE STA JE TEGENOVER HET AANSPREKEN VAN DE VAK-SCHEPEN?

Dat is het geëigend kanaal. Als ik als cultuurvereniging bij de schepen van ruimtelijke ordening ga aankloppen: ja, dat is een probleem. Dan doe je aan partijpolitiek. Ik ben schepen van cultuur geweest. En nu ben ik schepen van ruimtelijke ordening. Ik word iedere dag door verenigingen aangesproken. En iedere dag zeg ik: volg een ander kanaal, want het werkt averechts als je het via mij doet. Als je een schepen aanspreekt of een deputé of een minister, zorg dan dat je de juiste aanspreekt. Ook al heeft die misschien weinig affiniteit met jou. Volg altijd de geijkte kanalen en stap ook niet dadelijk naar de burgemeester, tenzij die bevoegd is.

WAT ZIJN JE GOUDEN TIPS VOOR ANDERE ERFGOEDVERENIGINGEN?

Netwerken is belangrijk. Leef niet op een eilandje. Ik had het al over het zoeken van medestanders met hetzelfde probleem. Je moet daarnaast ook zoeken naar herkenningspunten bij de ander zodat de ander je begrijpt. Zorg ervoor dat een politicus jouw probleem begrijpt en zich daar mee vereenzelvigt. Als politicus moet je ook zorgen dat de mensen in de verenigingen zich in jouw plaats kunnen stellen. Van het moment dat je iedereen zich dat probleem een beetje eigen laat maken, geraak je vooruit.

Wat ik ook belangrijk vind is: wees begripvol en heb vertrouwen. Als je weet dat je vandaag op punt A zit en dat je morgen naar Z moet … De snelste weg is gewoon rechtdoor. Mijn ervaring leert me dat zowel lokale bestuurders als verenigingen moeten beseffen dat je soms langs B, C, D, E, F en G moet gaan voor je aan punt Z komt. Er is wederzijds begrip en vertrouwen nodig om iets op te lossen, en soms zijn tussenstappen nodig. Soms moet je zelfs nog eens een rondje ter plekke draaien om iedereen mee te krijgen.

Als je in één keer tot jouw eindproduct kan geraken, goed. Maar als je voelt dat je – langs de kant van de vereniging of langs de kant van de politiek – niet in één keer tot je eindpunt kan geraken, moet je soms faseren en een tussenstap dulden, ook al is dat niet het meest ideale scenario. Beter een tussenstap dan helemaal geen stap.

TOT SLOT: KAN JE EEN VOORBEELD GEVEN VAN HOE JE MENSEN ZICH KAN LATEN INLEVEN IN DE POSITIE VAN DE ANDER?

Ik denk nu aan een voorbeeld van burgers die kwaad zijn dat hun kerk sluit. In die kerkraden zitten allemaal vrijwilligers. Die krijg je pas mee wanneer ze begrijpen dat een lokaal bestuur miljoenen euro’s op jaarbasis betaalt aan kerken die leeg staan en die vaak beschermd zijn. Aan de andere kant beseffen die lokale besturen niet altijd dat die vrijwilligers al honderden jaren die kerken in ere houden. Langs twee kanten zijn er bezorgdheden. Het is dan de kunst om via tussenpersonen wederzijds begrip te creëren voor elkaars standpunten.

Wil je te weten komen hoe ook jij succesvol aan netwerking doet? Op deze pagina vind je verschillende tips en tricks rond (lokale) beleidsbeïnvloeding.