Hoe kan je in QGIS je project delen met anderen?
In een QGIS-project werk je vaak met verschillende kaartlagen. Eén zo’n laag bestaat in feite uit verschillende bestandjes. QGIS combineert de informatie uit al die bestandjes om tot de kaartlaag te komen die jij ziet. Op je computer staan dus heel wat bestanden die jij nodig hebt om aan je project te kunnen werken. Dat is niet erg handig als je jouw eigen project aan iemand anders wil kunnen bezorgen, want dan moet je alle bestanden in hun juiste samenhang kunnen doorsturen.
JE PROJECT OPSLAAN ALS EEN GEOPACKAGE
Je kan die verschillende bestandjes omzetten in één enkel bestand door een kaartlaag op te slaan als een GeoPackage. Dat is een open indeling waarmee je je project kan opslaan als één geheel. Je bekomt dan een bestand met een lichte bestandsgrootte dat je kan delen met anderen.
Een GeoPackage maken van één kaartlaag
Om een kaartlaag om te zetten in een GeoPackage, klik je met je rechtermuisknop op de laag in het paneel links in QGIS, kies je voor ‘Exporteren’ en vervolgens voor ‘Objecten opslaan als…’. Er opent een nieuw venster.
Voeg in het nieuwe dialoogvenster de juiste gegevens toe voor de export:
- Bij ‘Indeling’ kies je voor ‘GeoPackage’ om je laag als GeoPackage op te slaan.
- Kies bij ‘Bestandsnaam’ een naam voor je nieuwe bestand en een locatie op je computer.
- Kies bij ‘Laagnaam’ een naam voor de laag die je wil exporteren. Dit mag een andere naam zijn dan degene die je koos bij ‘Bestandsnaam’.
- Zorg ervoor dat je CRS juist staat. Voor een kaart die een gebied in het huidige België beslaat, kies je voor Belgian Lambert 72.
- Je kan de functie ‘Voeg opgeslagen bestand toe aan kaart’ uitvinken.
- Klik op ‘OK’ om je GeoPackage op te slaan.
Een GeoPackage maken van meerdere kaartlagen
Om een GeoPackage te maken waarin je meerdere kaartlagen opslaat, ga je op een gelijkaardige manier tewerk. Je moet daarvoor steeds laag per laag exporteren als GeoPackage, maar in het dialoogvenster ‘Vectorlaag opslaan als…’ kies je bij het veld ‘Bestandsnaam’ precies dezelfde locatie.
Als je dus bij de eerste laag die je exporteert een naam en locatie kiest, maakt QGIS een GeoPackage aan op die locatie. Bij de volgende laag die je daaraan wil toevoegen, kies je gewoon die GeoPackage als je bestemming.
Een GeoPackage importeren
Je kan je eigen project omzetten in een GeoPackage, maar je kan ook een GeoPackage van iemand anders krijgen om aan je project toe te voegen. Daarvoor moet je die GeoPackage importeren in QGIS.
- Ga naar het ‘Browser’-paneel in QGIS. Dit is een overzicht van alle bestanden op je computer.
- Kies hier het juiste bestand en sleep je GeoPackage naar het paneel met de verschillende kaartlagen.
- Je hebt nu het bestand geïmporteerd en kan er zelf mee aan de slag.
Wanneer je een GeoPackage importeert in QGIS, kent QGIS automatisch een nieuwe, bijkomende id toe aan elk object. Deze gegevens verschijnen in een nieuwe kolom in de attributentabel met de naam ‘fid’. QGIS heeft deze fid nodig om te kunnen werken met de gegevens in de tabel, dus je kan deze kolom niet verwijderen.
JE PROJECT OMZETTEN IN HTML-CODE
Je kan een project delen door het om te zetten in GeoPackage, maar je kan het ook omzetten in html-code. Het voordeel daarvan is dat iemand zonder QGIS-software je project toch op hun eigen computer kan bekijken. Als je zelf over een server beschikt, kan je deze html-code gekruiken om je (interactieve) kaart op je website te zetten.
Plug-in installeren
Om je project om te zetten in html-code heb je de juiste plug-in nodig. Met een plug-in breid je bestaande functies van programma’s uit. De plug-in QGis2web maakt het mogelijk om in QGIS de html-code aan te maken. Daarvoor moet je de plug-in eerst installeren:
- Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Plug-ins’.
- Kies ‘Plug-ins beheren en installeren…’.
- Er opent een nieuw venster. Zorg ervoor dat je in het grijze menu aan de linkerkant voor ‘Alles’ kiest.
- Zoek nu in de zoekbalk bovenaan naar QGis2web.
- Klik de plug-in aan in de lijst met zoekresultaten en gebruik de knop ‘Plug-in installeren’.
- Je kan nu het venster met de plug-ins sluiten.
Project voorbereiden
Voor je de html-code aanmaakt, moet je nog enkele gegevens in je project aanvullen of aanpassen. Dit is nodig omdat de gegevens in kwestie getoond worden op je webkaart.
- Klik in de grijze, horizontale balk onderaan in de QGIS-omgeving op het coördinaat referentiesysteem.
- Je komt terecht in een nieuw venster met de projecteigenschappen.
- Ga in het grijze menu aan de linkerkant naar ‘Algemeen’.
- Kies een ‘Thuis voor project’. Dit is een locatie op je computer waar alle bestanden binnen je project gecentraliseerd zijn. De html-code verwijst naar deze locatie en zal op basis daarvan de juiste gegevens terugvinden.
- Kies een ‘Project titel’. Deze titel zal verschijnen op je webkaart.
- Klik op ‘OK’ onderaan het venster.
Een webkaart maken
Als je je project voorbereid hebt, kan je beginnen met het aanmaken van de html-code:
- Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Web’.
- Kies ‘qgis2web’ en vervolgens ‘Create web map’. Er opent een nieuw venster.
- In het tabblad ‘Layers and Groups’ kies je welke lagen uit je project je wil tonen op de webkaart. Zorg ervoor dat zowel ‘Visible’ als ‘Popups’ zijn ingeschakeld.
- Bij de lijst met ‘Popup fields’ zie je dat deze velden verwijzen naar de informatie die opgeslagen is in de attributentabel van die laag. Je kan hier kiezen welke informatie je wil tonen en welke niet. De informatie die je zichtbaar wil maken, zet je op ‘inline label – visible with data’.
- In de webkaart zal deze informatie verschijnen wanneer je met je muis over de kaart hovert.
- Onderaan het venster kan je kiezen hoe je je kaart wil weergeven. Kies hier voor de optie ‘Leaflet’.
- Als je iets aanpast, kan je een preview bekijken aan de rechterkant. Klik onderaan op ‘Update preview’ telkens je de preview wil vernieuwen.
- Om je webkaart op te slaan en te exporteren, ga je naar het tabblad ‘Export’. Maak hiervoor eerst een map aan op je computer waar je de html-code kan opslaan.
- Kies bij ‘Exporter’ de optie ‘Export to folder’ en vervolgens bij de drie puntjes de map die je net hebt aangemaakt als bestemming.
- Zorg ervoor dat de optie ‘Minify GeoJSON files’ is ingeschakeld. Zo wordt het geëxporteerde bestand niet te zwaar.
- Druk onderaan op de knop ‘Export’.
- Je project staat nu in de vorm van html-code op je computer.
Als je je project als html-bestand wil delen, moet je de volledige map doorsturen. Je zal zien dat in deze map verschillende bestanden opgeslagen zijn. Die zijn allemaal nodig om de kaart te kunnen lezen.
Als je zelf voldoende IT-kennis hebt, kan je de html-code ook gebruiken om je kaart te tonen op het internet. Als je de mapjes deelt, worden ze namelijk omgezet in een html-code die je aan je eigen website kan toevoegen.
TIPS EN EXTRA INFORMATIE
Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.
Hier kan je terecht voor meer hulp:
- Deze pagina rond het maken van digitale kaarten in QGIS.
- Geojuffie (Nederlandstalige filmpjes): Dit kanaal biedt toelichting bij heel wat functies van QGIS, zoals het tekenen van polygonen, werken met expressies, toevoegen van foto’s, georefereren… Zowel voor basisfunctionaliteiten als meer gevorderde toepassingen van QGIS kan je hier terecht.
- Nederlandse officiële handleiding van QGIS: Deze handleiding geeft toelichting bij zo goed als alle functionaliteiten van QGIS. Via de inhoudstafel navigeer je makkelijk naar de uitleg die jij nodig hebt.
- GIS Historische cartografie UGent (Nederlandstalige filmpjes): Dit kanaal geeft voornamelijk toelichting bij het werken met polygonenlagen.
- Kaartlagen opslaan in een GeoPackage: Deze video geeft (in het Engels) uitgebreide uitleg over hoe je verschillende kaartlagen kan opslaan in een GeoPackage.
- Een webmap maken met QGis2Web: Deze video toont hoe je de plug-in QGis2Web gebruikt om webkaarten te maken.