Bart Vosters overtuigde de gemeente om 30.000 euro in het heemmuseum te investeren
Wil je te weten komen hoe jouw vereniging je gemeente kan overtuigen om maar liefst 30 000 euro opzij te zetten voor je project? Bart Vosters, ex-voorzitter van de heemkring van Arendonk, vertelt hoe hij te werk is gegaan voor de inrichting van hun nieuwe heemmuseum.
Hoe heeft de heemkring van Arendonk zo’n goede relatie kunnen opbouwen met de gemeente?
De heemkring in Arendonk bestaat al heel lang en heeft altijd een goede relatie met de gemeente gehad. Het heemhuis is een oude fabriekshal. Die heeft de gemeente destijds gekocht van een Arendonks bedrijf.
Ik ben in 2013 voorzitter geworden. De heemkring was op dat moment op sterven na dood. Gelukkig is het ons gelukt om het bestuur terug op de rails te krijgen. Daarna hebben we ons meteen gefocust op de herinrichting van ons vergaderlokaal. Dat was een ongezellige en rommelige ruimte. Ik nam dan contact op met de gemeente, met de vraag of ze dat wilden herinrichten, en dat deden ze. Maar dit was nog maar het begin.
Het begin van wat?
Van de samenwerking met de gemeente. Het grootste project waar wij echt op de gemeente konden rekenen, was de herinrichting van ons museum. We hadden een museum dat wel wat volk trok, maar dat heel ouderwets was. Dat was ook niet goed ingericht. Dan heb ik als voorzitter gezegd: we gaan een volledig nieuw museum maken. Dat kostte uiteraard wel wat geld. Voor een stuk konden we eigen middelen gebruiken, een ander stuk werd gefinancierd door crowdfunding.
Voor een bedrag van iets meer dan € 30.000 zijn we bij de gemeente gaan aankloppen. Ik heb toen een uitgebreide nota geschreven met een geschiedkundige visie vanwaar de heemkring kwam, maar vooral ook met een toekomstvisie: waar we naartoe wilden en waarom we de gemeente nodig hadden. Ik ben dat daarna gaan verdedigen op het schepencollege. Een week of twee later kregen we het goede nieuws: het college wou ermee instappen.
Welke elementen in die visienota waren volgens jou het meest overtuigend? Heb je daar een idee van?
Een heemkring kijkt niet alleen naar het verleden, maar ook naar de toekomst.
Dat was vooral de toekomstvisie. Een heemkring wordt dikwijls geassocieerd met een stoffige oude mannen-bedoening. Daar hebben we met dat museum komaf mee willen maken. Dat staat ook in de nota: een heemkring kijkt niet alleen naar het verleden, maar ook naar de toekomst.
De nota was heel radicaal. We zeiden: het moet anders dan anders. We wilden buiten de lijntjes kleuren. Het was de bedoeling om in het museum tabula rasa te maken. We vroegen ons af: wat is typisch Arendonk? Tijdens die brainstorm zijn we op bepaalde onderwerpen uitgekomen en daarmee aan de slag gegaan. Daarbij hebben we ook naar recente dingen gekeken en zijn we voor een moderne aanpak gegaan. We kozen voor een interactieve opstelling, geen vaste toer. Om van het oubollige imago af te geraken, hebben we samengewerkt met een graficus uit het dorp die voor ons vrijwillig veel werk heeft verzet. Dat is allemaal niet zonder slag of stoot gegaan. In zo’n heemkring zitten wat oudere mensen die het klassieke gewoon zijn en die niet meteen openstonden voor al die nieuwe ideeën. Maar het is allemaal goed gekomen.
Daar zal wel veel werk in gekropen zijn, in die nota.
Die nota bevatte inderdaad een goed uitgewerkte visie. Zomaar naar de gemeente stappen met de vraag: “we gaan een nieuw heemmuseum bouwen, mogen we a.u.b. 30 000 euro?” werkt niet. Als je iets gaat vragen bij de gemeente of bij eender welke overheid, moet je een bepaalde visie hebben om die mensen te overtuigen.
Jullie zijn niet alleen gaan aankloppen bij de gemeente. Kan je iets vertellen over de andere initiatieven die jullie genomen hebben om het nieuwe museum te financieren?
We zijn ook bij de privé gaan aankloppen voor sponsoring. Neem nu de verlichting. In het oude museum waren dat heel kale TL-lampen. Heel de hal vol, drie rijen naast elkaar. Dat was gewoon niet gezellig. Ik kende iemand die een verlichtingswinkel had en daar ben ik gaan vragen voor een professioneel lichtplan. Die man heeft dat dan gedaan, maar dat bleek veel te duur om uit te voeren. Ik heb dan wat onderhandeld, met als resultaat dat we die verlichting aan inkoopprijs hebben gekregen. Die man was ook wel iemand die had gezien hoe onze heemkring terug uit de dood was opgestaan en die onze werking kende. Ik ken heel wat volk in het dorp. Dat is altijd een pluspunt. Als de mensen je kennen, kan je iets meer gedaan krijgen.
Het was een combinatie van eigen middelen, middelen van de overheid, privépartners en het publiek.
Daarnaast hebben we een crowdfunding georganiseerd. Dat was een succes, want we hebben veel meer binnengehaald dan we oorspronkelijk vooropgesteld hadden. We hebben daarbij geprobeerd om een link te leggen met de mensen van het dorp. Tegen de inwoners van Arendonk konden we zeggen: “je draagt letterlijk uw steentje bij aan het verleden en de toekomst van Arendonk!”. Dat sloeg aan. Als ze ons steunden, kregen ze x aantal jaren lidmaatschap of waren ze uitgenodigd op de opening van het nieuwe museum.
Het was een combinatie van eigen middelen, middelen van de overheid, privépartners en het publiek. Dat stond ook heel duidelijk in die nota.
Ik hoor veel succesfactoren, maar kan je ook aan erfgoedverenigingen meegeven wat de eventuele valkuilen zijn?
Ik ben altijd vertrokken van: we moeten het anders doen. Ik kreeg soms van andere verenigingen – en terecht misschien – de kritiek: ja, maar wat is er mis met onze werking? Want sommigen voelden zich een beetje aangevallen. Alsof ik kwam verkondigen dat het klassieke heemmuseum niets waard is. Dat was mijn bedoeling niet. We hadden onze sterktes en zwaktes in kaart gebracht. Wij liepen dan ook tegen problemen aan waar veel heemkringen tegenaan lopen. Veroudering, onvoldoende kennis van moderne technieken, geen instroom van nieuwe leden, geen geld, een tunnelvisie. Dat is ook precies de reden waarom ik op een gegeven moment gestopt ben – naast het feit dat ik geen tijd meer had. Soms is het nodig dat er iemand anders aan het roer komt te staan. Je denkt altijd maar: “ik ben goed bezig”, maar je moet af en toe iemand hebben die anders naar de dingen kijkt en zegt: “misschien moeten we toch iets anders doen”. En dat kan je volgens mij alleen maar doen door echt eens buiten de lijnen te kleuren en niet te hervallen in traditionele ideeën.
Blijven stilstaan is op termijn dodelijk voor elke vereniging.
In het begin had men schrik van het nieuwe: “ja, maar zoals het nu is, is het toch goed”. Dat is een zin waar ik heel erg van huiver. Want dan denk ik: “stilstaan is achteruitgaan”. Op den duur doe je altijd hetzelfde en hebben de mensen het gezien. Dan zie je een dalende lijn van leden, bezoekersaantallen, enzovoort. Probeer een brede visie te hebben. Soms lukt dat, soms niet. We hebben bijvoorbeeld dingen gedaan die mislukt zijn. Die hebben we teruggeschroefd. Maar als je het niet probeert … Blijven stilstaan is op termijn dodelijk voor elke vereniging.
Je moet niet altijd radicaal zijn. Het kan ook met kleine dingen. Arendonk had vroeger bijvoorbeeld een vrij gereputeerde sigarennijverheid. De laatste sigarenfabriek in Arendonk werd vlak voor we verbouwden definitief gesloten. In dat gebouw stond onder andere de bureauruimte van den directeur vroeger. Die was nog intact. Een heel zwaar massief meubel, een bakelieten draagtelefoon, een zware kluis … Als je dan aan tien mensen in het bestuur vraagt: “wat kunnen we daarmee?”, dan blijkt dat we daar niet veel mee kunnen. Dat is geen machine voor sigaren te maken, dus daar kan je zogezegd niks mee. Ik heb dan gezegd: misschien kunnen we daar wél iets mee.
In de plaats van in het museum een klassiek onthaal te maken met een balie, kunnen we proberen om dat bureau te gebruiken als inkomhal. Om het wat extra cachet te geven hadden we aan een kant van de muur een valse wand gemaakt met een raam in. Daarachter hebben we een oude foto geplakt van een sigarenfabriekshal, waarbij iedereen aan het werk was. Die hebben dat dan achter dat glas gehangen en dan had je het idee dat de directeur op zijn werkvolk keek. Dat was onze inkomhal.
Zo’n creatieve, leuke ideeën! Als je nu één tip zou willen meegeven aan andere verenigingen, welke zou dat dan zijn?
Als je iets doet, probeer geen schrik te hebben om iets te doen, maar zorg wel dat je er met kennis van zaken aan begint.
Gewoon durven! Dat is eigenlijk heel simpel. Je moet geen schrik hebben. Als je met schrik vertrekt, dan geraak je meestal niet veel verder. Durf naar de gemeente stappen. Durf eens een keer anders te denken. Durf mensen aan te spreken. Durf een crowdfunding op te starten. Ik ben wel van mening: probeer eerst een beetje back-up te krijgen van mensen die er iets van kennen. Neem nu die crowdfunding. Ik heb eerst een vergadering gehad met mensen van dat platform die mij zeiden: let daarop, maak deze fouten niet, … Dus als je iets doet, probeer geen schrik te hebben om iets te doen, maar zorg wel dat je er met kennis van zaken aan begint. En dan krijg je heel veel gedaan, denk ik.
Wil je meer te weten komen over hoe jij steun van je gemeente kan krijgen? Op deze pagina vind je verschillende tips en tricks rond (lokale) beleidsbeïnvloeding.