Sint-Rochusverlichting (Aarschot)
Tijdstip
15 augustus
Locatie
Aarschot
Algemene info
De Sint-Rochusverlichting is een groot fabelachtig schouwspel waaraan heel wat mensen meewerken. Tussen 21u en middernacht worden de elektrische lichten in het stadscentrum gedoofd en vervangen door kaarslicht. De inwoners van Aarschot verlichten hun gevels, terwijl de handelaars kaarsjes plaatsen in hun etalages. Naast het schouwspel van deze duizenden lichtjes, worden er ook telkens heel wat andere toeristische en culturele activiteiten gepland op deze dag, zoals muzikale optredens, tentoonstellingen, dansvoorstellingen, wandelingen en een streekproductenmarkt.
Historische achtergrond
De legende van de Heilige Rochus begint omstreeks 1295, toen hij geboren werd in Montpellier (Frankrijk). Hij was de zoon van zeer welgestelde ouders. Toen zijn ouders echter stierven toen hij nog vrij jong was, schonk hij al zijn bezittingen aan de armen en trok op pelgrimstocht naar Rome om er de paus te ontmoeten. Onderweg kwam hij veel pestlijders tegen. Hij hielp vaak met de verzorging van de slachtoffers en genas er een aantal door het maken van het kruisteken. Op de terugweg van zijn pelgrimstocht werd hij echter zelf ziek. Hij bleef een tijdlang in een hut, waar hij verzorgd werd door een engel en een hond, die hem elke dag brood bracht en zijn wonden likte. Uiteindelijk genas hij van de pest en keerde hij terug naar Montpellier. Toen hij hier echter aankwam, was hij zo zwaar getekend door de pest, dat niemand hem herkende. Hij werd aanzien voor een spion en werd in een kerker gegooid. Uiteindelijk zou hij na vijf jaar gevangenschap sterven in 1327. Pas na zijn dood werd hij herkend door een familielid aan de hand van een moedervlek in de vorm van een kruis op zijn borst. Sindsdien werd Sint-Rochus vaak aanroepen als beschermheilige tegen de pest. Ook in Aarschot was dit het geval. De stad werd immers verschillende keren geteisterd door deze ziekte. Dat was onder meer het geval in 1575, toen de Grauwzusters van het Gasthuis allemaal de dood vonden bij de verzorging van pestlijders. Nadien beloofden de inwoners van Aarschot om ieder jaar kaarsjes te branden op de vooravond van het naamfeest van Sint-Rochus als de stad gespaard bleef van de Zwarte Dood. Aanvankelijk werd enkel het stadhuis jaarlijks verlicht uit dankbaarheid, maar vanaf 1850 verspreidde dit gebruik zich over de hele stad.