Hendrik Vervliet (1923–2020) wordt vandaag de dag nog steeds aanzien als de internationale autoriteit bij uitstek van zestiende-eeuwse typografie in de Lage Landen en Frankrijk. Zijn jarenlange specialistische onderzoek heeft aanzienlijk bijgedragen tot onze kennis over het gebruik van gedrukte lettertypes in vroegmoderne boeken door zich te richten op de productie ervan door lettersnijders en -gieters. Net voor zijn dood in augustus 2020 schonk de bibliothecaris, bibliofiel en boekwetenschapper op rust zijn uitvoerige persoonlijke bibliotheekcollectie en onderzoeksarchief aan het Museum Plantin-Moretus, waar hij zelf ooit nog aan de slag was als adjunct-conservator. Een van de voorwaarden die hij bij de schenking stelde was de onverwijlde ontsluiting naar en de actieve consultatie door onderzoekers. De verzameling omvat een divers amalgaan aan werk- en studiemateriaal, van zijn eigen wetenschappelijk werk over typografie door de eeuwen heen en (digitaal) beeldmateriaal van letters en lettertypes, tot (les)notities en informatie over het moderne bibliotheekwezen. In de collectie zijn daarnaast ook verschillende publicaties over de (vroeg)moderne typografie en de boekdrukkunst terug te vinden.
Deze collectie boeken, notities en beeldmateriaal, die tot stand kwam tijdens meer dan zeventig jaar lang verzamelen, zijn van niet te onderschatte waarde voor het museum. Zo leveren ze niet alleen inzichten in Vervliets denkproces tijdens zijn analyse op. Ze bieden ook voer voor toekomstig boekhistorisch en typografisch onderzoek. Dit artikel houdt daarom de geschiedenis en vorming van Vervliets collectie tegen het licht. Het bespreekt hoe het museum het behoud en beheer en de ontsluiting ervan de afgelopen jaren opvatte. Ten slotte gaan we verkennend na hoe we de deelcollectie in de toekomst willen inzetten bij de creatie van een bruikbaar onderzoeksinstrument van vroegmoderne lettertypes.