Sinterklaas
Auteur: Histories
Het vieren van de Sint is vooral in Nederland en België een populaire traditie. Vandaag kennen we Sinterklaas allemaal als de eerbiedwaardige bejaarde kindervriend, die elk jaar opnieuw in de periode voor 6 december uit Spanje naar Vlaanderen komt. Tijdens zijn verblijf brengt hij geschenken naar de kinderen die het hele jaar braaf geweest zijn.
In de rubriek 'over-dragers' spreken we met en over dragers van rituelen, tradities of gebruiken. Zo sprak Histories met Seppe C., serieuze schoenzetter. Als kind weet hij als geen ander hoe het is om Sinterklaas te vieren. Hoe voelt dat nou, een schoentje zetten? Kent hij de liedjes al? En is hij soms bang van Sinterklaas? We vroegen hem dat en nog veel meer. De antwoorden kun je lezen op de gesprekspagina.
Herkomst
Volgens de overlevering gaat de figuur van Sinterklaas terug op de heiligverklaarde bisschop Nicolaas van Myra. Nicolaas leidde een kleine gemeenschap van christenen, die zwaar leed onder de Romeinse vervolgingen. Ook hij onderging het lot van zovelen en hij belandde in de gevangenis, waar hij stierf op 6 december 342. Zijn lichaam werd begraven in de basiliek van Myra, een stad die in het huidige Turkije ligt. Vele honderden jaren later, in 1087, brachten zeelui zijn lichaam over naar de Italiaanse stad Bari. Dat vormde het begin van de verdere en grotere verspreiding van het volksgeloof en de devotie rond deze heilige in Europa.
Sindsdien wordt Sinterklaas traditioneel voorgesteld als een Westerse bisschop. Op afbeeldingen is hij te zien als een oude man met lang wit haar en een grote witte baard. Verder draagt hij een rode (koor)mantel, een albe (een wit onderkleed), een rode stola (een strook uit stof die over de schouders gedragen wordt), een rode mijter (een hoofddeksel dat bestaat uit 2 vijfhoekige flappen die aan de zijden aan elkaar vastgemaakt zijn), witte handschoenen en een bisschopsring met een robijn. In zijn (linker)hand houdt hij een kromstaf vast. Ons beeld van Sinterklaas gaat terug op de verering en deze iconografie van de heilige Nicolaas in het Westen.
Wonderlijke verhalen
Over Sint-Nicolaas doen wonderlijke verhalen de ronde. De legende van de drie huwbare dochters van een verarmde edelman uit Patara, de geboortestad van Sint-Nicolaas, behoort tot de bekendste. De drie dochters vonden geen man om mee te trouwen omdat er een bruidsschat ontbrak. De vader had geen andere keus dan zijn dochters tot prostitutie te dwingen. Nicolaas kreeg dit nieuws te horen en wilde de meisjes van dit verschrikkelijke lot redden. ’s Nachts gooide hij een stevige geldbuidel door het vensterraam bij de familie binnen. Dankzij het geld konden de dochters uiteindelijk toch trouwen.
Op afbeeldingen staat Sint-Nicolaas vaak naast een pekelton waarin drie kinderen zitten. Zo’n afbeeldingen verwijzen naar de legende waarbij Nicolaas drie studenten redde van alweer een gruwelijk lot. Op een avond vroeg Sint-Nicolaas om een maaltijd en een bed in een herberg. Hij stond erop om pekelvlees te eten. De norse herbergier schrok van die vraag en probeerde weg te vluchten. Zo’n 7 jaar geleden had hij 3 kinderen bestolen, in stukken gehakt en gepekeld. Die bewuste pekelton stond nog altijd in de kelder. Sint-Nicolaas bad naast de ton en als bij wonder kwamen de drie kinderen er heelhuids uit.
Er bestaan nog tal van andere verhalen over de heilige. Zo zou hij ook een schip uit een storm gered hebben en wou hij als baby enkel op woensdag en vrijdag (de twee wekelijkse vastendagen) de borst. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat mensen en beroepsgroepen zich in tijden van nood tot de heilige wenden. Sint-Nicolaas is de beschermheilige van de kinderen, de huwbare maagden, de reizigers, de zeelieden en de gevangenen. In Vlaanderen werd de stad Sint-Niklaas naar hem genoemd, waar hij als patroonheilige nog altijd hoog in het vaandel wordt gedragen.
Gezelschap van de Sint
Sinterklaas verkeerde niet altijd in hetzelfde gezelschap. In de middeleeuwen, bijvoorbeeld, hoorde het Sinterklaasfeest tot de feesten en riten van de ‘omgekeerde wereld’, zoals carnaval. Op 28 december (dag van de onnozele kinderen) kregen kinderen het voor het zeggen. Eén kind werd verkozen tot kind-bisschop. De kind-bisschop kreeg het gezelschap van gezelschap van kinderen die verkleed waren als duivels, vaak met zwartgemaakt gezicht. Lange tijd circuleerden heel wat andere benamingen voor de duivel, zoals Zwarte en Zwarte Pieter (schwarze Peter), Ruprecht, Pieterman en variaties op Beëlzebub, zoals Bugaboo en Bullebak, die voortleven als boeman. In de late middeleeuwen zouden moeders hun kinderen bang hebben gemaakt met de Zwarte Man, die de duivel zouden zijn. Elders in Europa komen er nog Sinterklaasfiguren voor die worden bijgestaan door demonen. In Oostenrijk is dat bijvoorbeeld Krampus, in Duitsland Ruprecht... Die figuren hebben zwartgemaakte gezichten en dragen duivelsmaskers.
Zwarte Piet zoals wij hem nu kennen dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. In 1850 schrijft oud- onderwijzer Jan Schenkman het boek ‘Sint Nicolaas en zijn knecht’. Die knecht is zwart, draagt een ruimvallende witte broek en een rood hesje met biezen. Een naam krijgt hij niet. Hij is duidelijk ondergeschikt aan Sinterklaas, maar als knecht mag hij wel de roe hanteren. In de loop van de 19de eeuw krijgt Zwarte Piet het kostuum van een Moorse bediende en raakt hij meer en meer ingeburgerd. Vaak staat hij bekend onder de naam Nicodemus of – in Vlaanderen – Ruprecht.
Doorheen de jaren verschuift de rol van Zwarte Piet. Van een boeman die kinderen angst aanjoeg, ontpopte hij zich vanaf de jaren 1970 naar de rechterhand van Sinterklaas. Samen met de veranderende opvoedingsidealen evolueerde de rol en betekenis van Zwarte Piet. Kinderen weten vandaag dat Zwarte Piet zwart ziet door al het geklauter door de schoorsteen. Ook op het einde van de negentiende eeuw werd dit verhaal verteld. De figuur van Zwarte Piet wordt meer divers en vaker ingeruild voor een roetpiet. Sinds 2015 doet de Sint in Antwerpen zijn intrede vergezeld door roetpieten. Zo blijft Sinterklaas een inclusief kinderfeest voor iedereen.
Wie braaf is...
… krijgt lekkers! De Sint beloont brave kinderen met marsepein, klaaskoeken, chocolademannekes, chocolademunten, speculaas, mandarijntjes, guimauves (zachte mariasnoepjes) en letterkoekjes. Sinterklaas en snoepgoed kennen samen al een lange traditie.
Zo wordt al lang speculaas gegeten en gegeven rond 6 december. Omdat Sint-Nicolaas de patroonheilige van de huwbare maagden en verliefden is, was de Sinterklaasperiode vroeger hét moment om op zoek te gaan naar een lief. De grote speculaaspoppen, die ook vandaag nog te koop zijn, werden vroeger door verliefde jongens gemaakt en beschilderd of geglazuurd. Veel van de figuren op de koeken hadden een bijzondere betekenis. De jongen gaf zijn koek vervolgens aan een meisje om duidelijk te maken dat hij een oogje op haar had. Als het meisje de koek aanvaardde, betekende dat dat de verliefdheid wederzijds was. Brak ze echter de benen van de speculaaspop af, dan liep de jongen een blauwtje. Ook marsepein werd vroeger aan een geliefde gegeven.
De gouden chocolademunten en het ingooien van snoepgoed verwijzen dan weer naar de legende van de drie maagden. De Sint smeet immers de geldbuidel door het venster binnen. Het ingooien van snoep is - net zoals het gooien van rijst bij een huwelijksplechtigheid – ook een vruchtbaarheidsritueel.
Wie stout is...
Vroeger werden Sint en Piet wellicht meer als vrienden van de ouders dan als ware kindervrienden gezien. Veel kinderen hadden een beetje schrik voor de goedheilige man en zijn gezel. Zwarte Piet haalde immers niet alleen cadeautjes voor de brave kinderen uit zijn zak, maar op bevel van de Sint stopte hij er soms ook de stoute kinderen in. Piet droeg vroeger soms ook een metalen ketting bij zich. Verder had hij ook nog een roe. Dat is een bundel takken, die vroeger gebruikt werd om schoorstenen mee schoon te maken. Zoals het sinterklaasliedje duidelijk maakt, kregen ook stoute kinderen ‘de roe’. Dergelijke voorstellingen hangen samen met de toenmalige tijdsgeest: een paar decennia geleden waren de opvattingen over opvoeden nog een stuk strenger dan vandaag en was billenkoek niet ongewoon. Ook nu nog vraagt de Sint steevast aan de kinderen of ze braaf geweest zijn, maar dan om hen aan te manen om het volgende jaar braver te zijn. Straffen is intussen helemaal niet meer aan de orde. Ook de gevaarlijke attributen van Piet zijn intussen helemaal verdwenen.
Intrede
4 tot 6 weken voor 6 december wordt de Sint feestelijk onthaald. Met een koets, te paard, met de trein of met de boot brengen de Sint en zijn gevolg dan al een bezoek aan heel wat Vlaamse gemeenten. Bij zijn aankomen wuift de Sint naar de kinderen die hem staan op te wachten en gooien zijn roetpieten met snoepgoed. Steeds vaker maken ook Spaanse edellieden, jongleurs en acrobaten deel uit van het gevolg. De kinderen zingen liedjes voor de Sint en zwaaien met vlaggetjes. Een recente traditie in Vlaanderen is dat de intrede van Sinterklaas op televisie wordt uitgezonden. In Nederland is dan al veel langer het geval. Met de intrede wordt het startsein van de sinterklaasperiode gegeven. Vele handelaars zetten dan hun beste beentje voor en zorgen dat hun winkelvitrines helemaal in een Sinterklaassfeer baden.
In de periode tot 6 december wordt de Sint onder meer ontvangen in warenhuizen en scholen en door jeugdbewegingen, bedrijven... en kunnen kinderen hem een bezoekje brengen. Gewoonlijk zit de Sint dan op een troon en staat Zwarte Piet naast hem. Sinterklaas leest voor uit het Boek, waarin staat hoe braaf het kind het voorbije jaar geweest is. Als de Sint thuis langskomt, kan die informatie zelfs heel gedetailleerd zijn. Na het bezoekje staan er vaak warme chocomelk en klaaskoeken op het menu.
Sinterklaasliedjes
Sinterklaas kapoentje, Hoor wie klopt daar, Zie ginds komt de stoomboot, Sinterklaasje wiedewiedewiet en Dag Sinterklaasje zijn maar enkele van de vele Sinterklaasliederen die doorheen de tijd werden gecomponeerd. In ons taalgebied zijn er werkelijk honderden liedjes en gedichtjes waarin Sint en Piet de hoofdrol spelen. De meeste liedjes hebben een eenvoudige tekst en melodie, zodat jonge kinderen ze op korte tijd kunnen aanleren. Ze worden voornamelijk thuis en op school gezongen en zorgen voor heel wat gezelligheid. In veel van de sinterklaasliedjes die vandaag nog bestaan, werden tot voor kort nog sporen van vroegere gebruiken en denkbeelden over de Sint weerspiegeld. Deze liedjes werden aangepast om het sinterklaasfeest zo inclusief mogelijk te maken. Woorden als ‘zwart’, ‘knecht’ en ‘roe’ zijn niet meer van deze tijd en worden vervangen door een gepast alternatief. Hieronder vind je een voorbeeld van een aangepast sinterklaasliedje. Links staat de oude versie en rechts de nieuwe. De aanpassingen staan in het vet.
Sinterklaasje, kom maar binnen met je knecht,
want we zitten allemaal even recht
Misschien heeft u wel even tijd,
voordat u weer naar Spanje rijdt.
Kom dan maar even bij ons aan
en laat uw paardje maar buiten staan.
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij,
Want er zijn geen
stoute kinderen bij
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij,
Want er zijn geen
stoute kinderen bij
Sinterklaasje, kom maar binnen met je Piet,
want we zingen allemaal blij een lied.
Misschien heeft u wel even tijd,
voordat u weer naar Spanje rijdt.
Kom dan maar even bij ons aan
en laat uw paardje maar buiten staan.
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij,
en we dansen samen,
zij aan zij.
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij,
en we dansen samen,
zij aan zij.
Kinderboeken
Ook in kinderboeken wordt er steeds meer en meer aandacht besteed aan het inclusieve aspect van het sinterklaasfeest. Gerda Dendooven, uitgeverij Querido, het Minderhedenforum en LECA staken de koppen bijeen om het sinterklaasverhaal een actuele invulling te geven. Het boek Piet en Sint en het slimme kind is hiervan het resultaat. Sinterklaas en Piet worden overvallen door een gigantische regenbui en schuilen bij het meisje Loulou. Hun kledij is volledig doorweekt en het paard is zijn witgeverfde vacht kwijt. Gelukkig maakt Loulou hen al snel duidelijk dat hun uiterlijk en kledij er niet toe doet. Zo krijgt het sinterklaasverhaal een actuele invulling die representatief is voor de samenleving vandaag én rekening houdt met gevoeligheden rond identiteit.
Op reis
Stoomboot
Sint-Nicolaas is de beschermheilige van de zeelieden. Als dat mogelijk is, dan komt hij bij voorkeur met zijn stoomboot uit Spanje in ons land aan. Deze traditie zou teruggaan op de grote zeventiende-eeuwse handelscompagnieën uit Nederland. Verder is het opmerkelijk dat er heel wat havensteden zijn, waar er een Sint-Nikolaaskerk is. In Vlaanderen is dat bijvoorbeeld het geval in Antwerpen en in Gent.
Paard
Na zijn intrede verplaatst de Sint zich gewoonlijk op zijn paard, een wonderlijke witte schimmel die over de daken kan lopen en naar de naam Slecht-Weer-Vandaag luistert. Het dier dankt die naam en zijn bekendheid aan de nog steeds succesvolle VRT-televisieserie Dag Sinterklaas.
Verblijfplaats
In een aantal Vlaamse steden, zoals bij voorbeeld Sint-Niklaas en Kortrijk, is er een Huis van Sinterklaas. In dit huis verblijven de Sint en zijn gezelschap tijdens de sinterklaasperiode. Bezoekers kunnen er langskomen om met hun eigen ogen te zien hoe de Sint leeft en zijn grote feest organiseert.
Vóór zijn bezoek
Voor het eigenlijke Sinterklaasfeest op 6 december schrijven de meeste kinderen een brief aan de Sint. Daarin laten ze vooral weten welke geschenkjes ze graag willen krijgen of tonen ze het met een collage. Die brief wordt dan - eventueel met een tekening - bij hun schoentje gelegd. In de dagen vlak voor de Sint speelgoed brengt, zetten veel kinderen namelijk al een schoentje klaar bij de schoorsteen. Gewoonlijk wordt daar behalve de brief ook een wortel, een raap of een suikerklontje bijgelegd voor het paard van Sinterklaas. Van sommige kinderen krijgt Zwarte Piet zelfs een pintje. Voor het slapengaan zingen de kinderen meestal een liedje voor de Sint, in de hoop dat hij in de loop van de nacht hun schoentje vult met snoepgoed. Veel kinderen kiezen er ook voor om hun fopspeen aan de Sint af te staan. Het wordt dan bij het schoentje gelegd of afgegeven tijdens de intrede of het sinterklaasfeest.
Sinterklaas is al heel erg oud. Hoe oud? Dat weet ik niet. Zeker al honderd miljoen jaar. En toch weet hij wat de kindjes graag krijgen omdat alle kindjes een briefje schrijven. Dit jaar heb ik zelf kunnen schrijven ‘voor de Sint’. Chic, hé, mijn mama heeft niet geholpen!
Uit het interview met Seppe C.
Naamdag van de Sint
Op of rond zijn naamdag wordt de Sint in familiale kring gevierd. Traditioneel delen de Sint en zijn Pieten in de nacht van 5 op 6 december speelgoed en snoepgoed uit. Als de Sint het erg druk heeft, dan kan het ook zijn dat hij al iets vroeger een nachtelijk bezoekje brengt. Kinderen kijken meestal al weken uit naar deze bijzondere dag. Vaak hebben ze die nacht niet goed geslapen en sommigen denken zelfs dat ze Sint en Piet in de loop van de nacht op het dak gehoord. Veel kinderen staan dan ook wat vroeger op dan anders om in de woonkamer te gaan kijken wat de Sint hen gebracht heeft. Het is de traditie dat de cadeautjes op de tafel uitgestald staan, zonder dat ze ingepakt zijn. Vaak komt de Sint ook bij de grootouders met speelgoed of snoep langs. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het sinterklaasfeest voor veel kinderen het absolute hoogtepunt van het jaar is.
Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen
In 1989 werd in Sint-Niklaas het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen (SNG) opgericht. Deze vereniging zet zich in om de Sinterklaasgebruiken in stand te houden, te herwaarderen en te bestuderen. Verder stond het genootschap ook mee aan de wieg van het Pact Der Gevers, waarin Sinterklaas, Sint-Maarten en de Kerstman verklaren dat de verschillende feestperiodes van elkaar dienen gescheiden moeten blijven. Het Pact, dat intussen door een kleine 30 gemeenten aangenomen werd, stelt daarnaast dat de morele waarden van de tradities geëerbiedigd moeten blijven en dat de evenementen kindvriendelijk moeten zijn. De Sinterklaas- en Sint-Maartensgebruiken zijn sinds 2009 ook opgenomen in de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel erfgoed. Het aanvraagdossier werd door het Sint-Nicolaasgenootschap voorbereid, in samenwerking met verschillende partners uit het erfgoedveld uit binnen- en buitenland.
Meer informatie en verantwoording
Afbeeldingen
De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:
- (bannerafbeelding) Pepernoten. Wouter Supardi Salari, 14-11-2021, via: https://unsplash.com/photos/9jEbUW72wTQ
- Mijter. Borduuratelier C.H. de Vries, CC BY-SA 3.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0, via Wikimedia Commons
- Heilige Nicolaas van Myra met drie kinderen in pot. Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons
- Speculaas in de vorm van Sinterklaas. Turku Gingerbread from Finland, CC BY 2.0 https://creativecommons.org/licenses/by/2.0, via Wikimedia Commons
- Aankomst van de stoomboot. Gijs Franken, CC BY-SA 4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0, via Wikimedia Commons
Meer weten?
- ‘De Sint kies voor roze en blauw.’ Geraadpleegd op 22 november https://www.lecavzw.be/nieuws/de-sint-kiest-voor-roze-en-blauw
- Hermans, D. ‘Al fan van de roetpiet? Zo overtuig je de rest.’, De Standaard, 20 november 2019, geraadpleegd op 22 november, https://www.standaard.be/cnt/dmf20191119_04725845
- Jacobs, M., 'De aantrekkingskracht van Nicolaas, zelfs zonder baard', faro tijdschrift voor cultureel erfgoed 1 (2008), nr. 4, p. 24-32.
- Linden, R. Van Der, ‘Volksdevotie tot Sint-Nikolaas te Bari, zijn begraafplaats’, Volkskunde 71 (1970), nr. 3, p. 189-200.
- ‘Over Zwarte Piet en immaterieel cultureel erfgoed.’ Geraadpleegd op 22 november https://www.lecavzw.be/nieuws/over-zwarte-piet-en-immaterieel-cultureel-erfgoed
- Pieterse, Jan Nederveen, ‘Mirakels Multiculturalisme : Zwarte Piet als Trickster.’ Geraadpleegd via https://www.sngnederland.com/sng/images/sng-pdf/JNP%20Zw%20Piet%20Revisit.pdf
- Schenkman, J., St. Nikolaas en zijn knecht. G. Theod. Bom, Amsterdam, z.j. [1850]. (zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/sche039stni01_01/)
- Zeijden, A. van der, 'Suikergoed & surprises. Over Sinterklaas', Het Alledaagse Leven. Tradities & trends in Nederland 1 (2009), nr. 2.
- Zeijden, A. van der, ‘Zwarte Piet = levend monument. Waarom ook tegenstanders deze fantasiefiguur eigenlijk positief zouden moeten waarderen.’ Geraadpleegd via http://www.albertvanderzeijden.nl/publicaties/Albert%20van%20der%20Zeijden%20Zwarte%20piet%20=%20monument.pdf