Reuzen hand in hand met mandenvlechten
In gesprek met Lieve Lieckens

In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
Bij het maken van reuzen komen verschillende ambachten aan bod. Mensen binnen en buiten de reuzenvereniging schakelen hun talenten in om een reus vorm te geven: een kunstenaar kan het reuzenhoofd vormgeven met papier-maché, een timmerman kan het onderstel in hout maken of een metaalbewerker kan het geraamte met ijzer lassen. Ook het vakmanschap van het mandenvlechten komt van pas bij het maakproces van reuzen. Hoe precies, dat vertelt mandenvlechtster Lieve ons.
Bezoek de website van Lieve of volg haar op Facebook of Instagram!

Lieve met een zelfgevlochten reus.
Mijn naam is Lieve Lieckens en ik ben al 30 jaar ambachtelijk mandenvlechtster. Ik leg mij voornamelijk toe op het vlechten van manden op maat, maar ik pas mijn kennis van het ambacht ook toe bij het maken van reuzen. Daarnaast geef ik cursussen en initiaties om de kennis en kunst van het mandenvlechten over te dragen.
Ik maakte voor het eerst kennis met het ambacht op de Molenfeesten in Keerbergen. Daar demonstreerden enkele ambachtslui hun beroep: een houtdraaier, een klompenmaker, een glasblazer… Daar zag ik dus ook een mandenvlechtster. Ik was enorm gefascineerd door het werk van die vrouw. Daarom besloot ik om het zelf eens uit te proberen. Samen met mijn zus schreef ik me in voor een cursus mandenvlechten. De vonk sloeg meteen over. De rest is geschiedenis.
Rond 2000 kreeg ik de vraag om een heel grote mand te vlechten. Dat was iets dat ik al deed, maar toen bleek het dat die mand diende als het geraamte van de reus van Watermaal-Bosvoorde. Na deze eerste ‘reuzenmand’ volgden er nog veel meer. De reuzenverenigingen waren blij dat er een nieuwe mandenvlechtster was verschenen om de reuzen te maken.
Daarna ben ik ook reuzen beginnen (her)maken voor het Maison de Géants in Ath. Daar was ik eveneens een heel welkom gezicht, omdat ze ook iemand zochten om het werk van hun vorige mandenvlechter over te nemen. Al deze ervaringen hebben mij dan ook een vrij bekende naam gemaakt in het reuzenlandschap.
Een gevlochten reuzenmand is een warm product, letterlijk en figuurlijk. Het is aangenamer om in te staan dan een koude, ijzeren constructie. Bovendien zit er de passie en liefde van een ambachtsmens in. Het is natuurlijk ook veel lichter om te dragen. Daarnaast is het een ecologische en duurzame keuze. Een laatste factor is dat het meer aansluiting vindt met de geschiedenis, omdat reuzen in het verleden ook werden gevlochten.
Ik vlecht voornamelijk met harde materialen, zoals wilgentenen. Ik haal mijn materiaal bij een firma die de wilgen op een duurzame manier kweekt. Zo hou ik de ecologische voetafdruk van mijn werk zo klein mogelijk.
Verder proef ik af en toe eens van vlechten met zachtere materialen, zoals berkenschors of esparto. Ik vind het leuk om eens te doen, maar toch blijft mijn hart uitgaan naar de wilg. Niet alleen omdat ik er al 30 jaar mee werk, maar ook omdat de zachte materialen moeilijk te gebruiken zijn bij het maken van reuzen.
Dat gaat moeilijk. Voor mij zijn reuzen en mandenvlechten twee kanten van dezelfde medaille. Dat is natuurlijk omdat ik al een hele carrière heb in het mandenvlechten. Mandenvlechten is heus niet zo gemakkelijk als men denkt. Je moet jaren ervaring in de vingers hebben voordat je aan zo’n project kan beginnen. Ik geef wel cursussen, maar die zijn heel uitdagend om binnen een reuzencontext te plaatsen. Dat betekent niet dat ik het niet met veel plezier zou willen uitproberen in de toekomst.
Ik denk dat er heel veel alternatieven zijn. Je hebt reuzen die zijn gemaakt uit plastieken buizen, hout, metaal of kippendraad. Het is vooral belangrijk om te onthouden dat een reus ook kan worden gemaakt volgens de talenten binnen de reuzenvereniging. Iedereen is inventief, maak gebruik van de specialisaties binnen je werking.
Ik merk vooral een uitdaging bij de afweging of een reus al dan niet gerestaureerd moet worden. Soms is een reus zodanig beschadigd dat het een hele opgave is om die te herstellen of verstevigen. Ik voer het werk dan zo zorgvuldig mogelijk uit en geef verenigingen tips om de reus beter te bewaren. Verder is het ook een opgave om een reus na te bouwen. Vaak hebben deze heel specifieke afmetingen die ik zo strikt mogelijk wil navolgen. Het vraagt wat tijd, maar het harde werk loont altijd en de mensen zijn tevreden.
Onlangs heb ik in de stad Lichtenfels (Duitsland) een reus gemaakt die helemaal is gevlochten uit wilg. Het onderstel, het hoofd, de kleren, de sieraden… alles bestaat uit wilg. Haar naam is Alma Vida. Ik ben heel trots op haar, omdat ze het ambacht van het mandenvlechten zichtbaar maakt. Ik zou het graag opnieuw willen doen, deze keer in België.

De volledig gevlochten reus Alma Vida in Lichtenfels.

Alma Vida heeft ook een gevlochten hoed en gevlochten sieraden.

Lieve aan het werk aan een gevlochten reus.
Dankjewel voor het gesprek!
Alle foto's van de reuzen zijn van Lieve Lieckens.
Dit interview werd afgenomen in kader van het project ‘Focus Vakmanschap’.