50 praktijkverhalen over vrijwilligerswerk in de erfgoedsector

50 praktijkverhalen over vrijwilligerswerk in de erfgoedsector

FARO, Heemkunde Vlaanderen en Familiekunde Vlaanderen hebben de voorbije jaren mogen kennismaken met tal van inspirerende en verrassende vrijwilligersinitiatieven. Toch beseften we dat er nog vele waardevolle projecten en initiatieven onder onze ‘radar’ bleven. Daarom startten we in het voorjaar van 2016 een zoektocht naar nieuwe praktijkvoorbeelden. Ons doel? Deze voorbeelden registreren en vervolgens met u delen. Want we zijn ervan overtuigd: verhalen en ervaringen van anderen kunnen inspireren en motiveren.

Het project ging van start met de oproep: “Bent u betrokken bij een vrijwilligerswerking waar u fier op bent? Laat het ons weten!”. De respons was overweldigend. Meer dan dertig organisaties, uit alle hoeken van het land, reageerden. We gingen bij vrijwel elk van deze organisaties op bezoek. We namen interviews af met de vrijwilligers en/of het aanspreekpunt van die vrijwilligers. Daarnaast gingen we zelf actief op zoek naar interessante praktijkvoorbeelden. Daarbij zochten we naar initiatieven die een aanvulling vormden op de reacties die we via de projectoproep hadden ontvangen.

Voorliggende bundel verzamelt de oogst van onze zoektocht. We willen u hier graag mee inspireren, enthousiasmeren en ook ondersteunen. U krijgt hier zo maar even vijftig verhalen uit de praktijk, van collega’s die stevig met beide voeten op de grond staan.

Abraham – Catalogus van Belgische Kranten

Abraham - Catalogus van Belgische Kranten

Bladwijzer 17: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2016 • 17

Kranten zijn een belangrijke bron voor al wie geïnteresseerd is in de actualiteit van het verleden. Ze geven een blik op de dagdagelijkse gang van zaken. Abraham vormt het cruciale startpunt voor je zoektocht naar deze bronnen. De nadruk ligt op kranten uit de periode 1830-1950. Die zijn, door hun slechte papierkwaliteit, het meest kwetsbaar.

De databank is te vinden op www.krantencatalogus.be. Je vindt er informatie over meer dan 7300 krantentitels die worden bewaard in meer dan 100 erfgoedinstellingen in Vlaanderen en Brussel.

Agrarische erfgoedcollecties registreren, waarderen en herbestemmen

Handleiding ‘De hand aan de ploeg’. Agrarische erfgoedcollecties registreren, waarderen en herbestemmen

Bladwijzer 18: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2016 • 18

Vlaanderen evolueerde de afgelopen 150 jaar van een overwegend rurale maatschappij naar een sterk verstedelijkte samenleving, waarin de klemtoon ligt op industrie en diensten. Ook de landbouwsector kende een ver doorgedreven mechanisering. Die evolutie liet heel wat ruraal erfgoed na: van boeken, archieven, documentatie en foto’s tot landbouwmateriaal, keukengerief en ambachtelijk alaam. Ook tradities en gebruiken uit de landbouw zijn vormen van agrarisch erfgoed.

Hoewel het agrarisch erfgoed een enorm (cultureel, maatschappelijk, economisch en toeristisch) potentieel in zich draagt, sloten het voorbije decennium talrijke landbouwmusea hun deuren. Vaak gaat het om omvangrijke collecties met grote, moeilijk te herbergen objecten. Het vraagt veel onderhoud, kennis van zaken en ruimte om de objecten tot hun recht te laten komen. Het is vervolgens niet nodig en ook niet mogelijk om alles te bewaren. Goed onderbouwde en ingrijpende keuzes dringen zich op. Daarnaast is er bij het grote publiek, en zeker bij de jonge generaties, ook sprake van een zekere vervreemding tegenover het agrarische en rurale verleden.

De uitdagingen zijn dus groot om het (roerend) agrarisch erfgoed zijn verdiende plaats te geven/laten behouden in het bredere erfgoedlandschap. Om dit te verwezenlijken is in de eerste plaats een inhoudelijke ondersteuning vereist die het fundament legt voor verdere initiatieven. Vanuit erfgoedstandpunt betekent dit terugvallen op de basis: wat is er aanwezig in de collecties, wat is de toestand van de stukken, welke contextinformatie is er beschikbaar?

Archiveren van digitale beelden

Archiveren van digitale beelden

Bladwijzer 13: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen april 2015 13

Foto’s hebben vaak een grote emotionele waarde. Daarom hoor je na een brand wel eens de opmerking dat men vooral het verlies van foto’s betreurt. Ze zijn onvervangbaar in tegenstelling tot heel wat andere zaken in huis. Foto’s kan je dan ook maar beter veilig bewaren. Voor digitale foto’s gelden nog andere risico’s. In dit artikel willen we overlopen wat je best doet om digitale foto’s zo goed mogelijk te bewaren.

Archives Portal Europe: jouw archieven in Europa

Archives Portal Europe: jouw archieven in Europa

Bladwijzer 17: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2016 • 17

Archives Portal Europe, ofwel Archieven Portaal Europa of APE, is een website waar je beschrijvingen van archiefbestanden, inventarissen en gerelateerde gedigitaliseerde documenten uit heel Europa kan terugvinden (www.archivesportaleurope.eu). Door één zoekterm in te tikken, zoek je doorheen de inventarissen van zo’n 2.124 Europese bewaarinstellingen. Het platform, dat in een eerste fase enkel toegankelijk was voor de Rijksarchieven in België, staat sinds 2016 ook open voor beschrijvingen van kleinere verenigingen via Archiefbank Vlaanderen.

Online erfgoedgemeenschap

Bouw een sterke online erfgoedgemeenschap uit met deze vijf tips

Bouw een sterke online erfgoedgemeenschap uit met deze vijf tips

Online erfgoedgemeenschap

Erfgoedvrijwilligers spelen een essentiële rol in het behoud en de verspreiding van erfgoed. Traditioneel vinden erfgoedactiviteiten plaats in fysieke ruimtes, maar steeds meer erfgoedgemeenschappen ontstaan ook online. Tijdens het Histories Festival 2023 bogen erfgoedvrijwilligers zich over de vraag hoe ze digitale platforms kunnen benutten om een breder draagvlak te creëren voor hun erfgoedpraktijk. Hier zijn vijf praktische tips die ze hebben ontwikkeld:

ERKEN DE ERFGOEDFUNCTIES DIE VERVULD WORDEN OP SOCIALE MEDIA

Sociale media vervullen onbewust erfgoedfuncties, zoals het delen van herinneringen en het documenteren van erfgoed. Hoewel deze gemeenschappen zichzelf niet altijd als erfgoedgericht beschouwen, is het belangrijk om hun potentieel te erkennen. 

PROFILEER JE ONLINE ERFGOEDGEMEENSCHAP IN ERFGOEDTERMEN

Als je een Facebookgroep wilt opzetten die zich richt op erfgoed, moet je die ook zo “in de markt zetten”. Gebruik dus erfgoedterminologie om je groep vindbaar te maken en stimuleer mond-tot-mondreclame om zowel online als offline leden aan te trekken. 

ZORG VOOR EEN STERKE CONNECTIE TUSSEN JE FYSIEKE EN ONLINE GEMEENSCHAP

Sociale media kunnen chaotisch aanvoelen. In een Facebookgroep waar iedereen iets kan posten, kan je het gevoel krijgen dat je de controle aan het verliezen bent. Wijs daarom een beheerder of moderator uit de fysieke vereniging aan om de kwaliteit van de content te waarborgen. Bovendien versterk je zo de band tussen je fysieke erfgoedvereniging en de digitale gemeenschap erachter. 

IMPLEMENTEER EEN LOGISCHE STRUCTUUR VOOR JE ONLINE CONTENT

Het is niet altijd gemakkelijk om snel betrouwbare informatie op te zoeken binnen een Facebookgroep. Maak gebruik van een duidelijke mappenstructuur om de opslag en toegankelijkheid van de erfgoedcontent te verbeteren. Orden bijvoorbeeld beeldmateriaal op thema of datum om het zoeken te vergemakkelijken. 

SLA DE HANDEN IN ELKAAR MET BESTAANDE ONLINE ERFGOEDGEMEENSCHAPPEN

Je kan kiezen om zelf een Facebookgroep op te richten, maar je kan ook bestaande digitale erfgoedgemeenschappen benaderen. Wie weet is er al een Facebookgroep die thematisch of geografisch aansluit bij jouw erfgoedvereniging? Dit kan niet alleen helpen bij het vergroten van het draagvlak, maar ook nieuwe vrijwilligers aantrekken voor jouw erfgoedinitiatieven. 

Checksums?! Een instrument voor betrouwbare digitale langetermijnbewaring

Checksums?! Een instrument voor betrouwbare digitale langetermijnbewaring

Bladwijzer 15: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2015 • 15

Digitale bestanden zijn kwetsbaar, niet alleen door de snel wijzigende technologie maar ook doordat alle digitale dragers onbetrouwbaar zijn voor langetermijnbewaring als ze niet worden gekoppeld aan o.a. goede back-up- en controleprocedures. Zonder de nodige voorzorgen kunnen digitale gegevens zelfs al op korte termijn verloren gaan of onbedoeld wijzigen. Dit fenomeen noemt men bitrot. De oorzaak hiervan ligt vaak bij de mechanische slijtage van de drager, of in een wijziging van de chemische samenstelling ervan. Daarom is een identieke kopie als back-up steeds noodzakelijk. Ook fouten bij het kopiëren van bestanden kunnen echter gegevensverlies tot gevolg hebben, bv. bij het maken van een back-up.

Een checksum stelt je in staat om dergelijke fouten of informatieverlies op te sporen. Het vertelt je bij de verslechtering van de drager wanneer je het oorspronkelijke bestand moet vervangen door de back-up, en stelt je in staat te verifiëren of de back-up wel een identieke kopie is van het origineel. Iedereen die digitale bestanden duurzaam wil archiveren, zou zonder uitzondering dergelijke checksums moeten aanmaken en ze vervolgens regelmatig moeten controleren.

Het principe van een checksum of controlegetal is erg eenvoudig: op een reeks letters of cijfers wordt met behulp van een algoritme een berekening uitgevoerd, met een nieuwe, kortere tekenreeks als resultaat. Door die berekening achteraf opnieuw uit te voeren en te vergelijken met de vorige uitkomst, kan worden gecontroleerd of de tekenreeks nog correct is. Een bekend voorbeeld is het laatste cijfer van een ISBN-nummer of de eindcijfers van je bankrekeningnummer.

In de informatica wordt deze techniek gebruikt bij datacommunicatie en -opslag. Hierbij wordt een algoritme uitgevoerd op een reeks bits, de verzameling enen en nullen waaruit elk digitaal bestand inessentie bestaat. Wanneer daarvan een bit verandert, levert dit een ander controlegetal op en is het duidelijk dat er iets mis is met het bestand. Zo’n controlegetal kan op elke willekeurige reeks bits worden berekend, dus ook op bijvoorbeeld een digitale afbeelding of tekstbestand.

Collecties duurzaam registreren in een rekenblad

Collecties duurzaam registreren in een rekenblad

Bladwijzer 21: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2017 • 21

De reden voor het succes van rekenbladen is eenvoudig: Je vindt het programma op elke pc of laptop terug. Gegevens in rekenbladen zijn makkelijk doorzoekbaar, sorteerbaar en filterbaar. Een kopie van je collectie-inventaris is snel gemaakt en je kan hem meteen delen met je collega’s en andere geïnteresseerden.

Maar inventarissen in rekenbladen zorgen ook voor heel wat hoofdbrekens, vooral bij mensen die ze willen hergebruiken voor hun eigen onderzoek, of bij mensen die ze moeten omtoveren tot een mooie website of databank. Gebruikers raken moeilijk wijs uit de precieze betekenis van gegevens in je rekenblad. En op die website lijken willekeurige karakters verwisseld te zijn met de vreemdste tekens.

In veel gevallen is de oorzaak dat we rekenbladen te complex maken en er vanuit gaan dat gebruikers over heel wat impliciete kennis beschikken om het rekenblad te interpreteren - kennis die voor de maker evident is, maar voor de gebruiker natuurlijk niet altijd. Maar vaak is de oorzaak ook dat we rekenbladen opslaan in bestandsformaten die enkel het softwareprogramma waarmee ze gemaakt zijn correct kan uitlezen.

Dit artikel bevat een aantal tips hoe je voor onderzoekers en ontwikkelaars die met jouw rekenblad aan de slag gaan het leven een stuk eenvoudiger kan maken. Daarbij volgen we één leidend principe: je rekenblad dient ‘zelfverklarend’ te zijn. Dat betekent dat je de gegevens in je rekenblad zo organiseert dat onderzoekers of ontwikkelaars ze intuïtief juist kunnen interpreteren.

Crowdfunding: hoe zorg je ervoor dat het publiek mee investeert in jouw erfgoedproject?

Crowdfunding: hoe zorg je ervoor dat het publiek mee investeert in jouw erfgoedproject?

Bladwijzer 21: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2017 • 21

Crowdfunding of publieksfinanciering is vandaag de dag een van de meest succesvolle manieren om projecten op een alternatieve manier te financieren. Steeds vaker hoor je van erfgoedprojecten die financieel mogelijk werden gemaakt door giften van een breed publiek. Bovendien zijn er veel meer voordelen aan verbonden dan enkel het kostenplaatje: crowdfunding kan er namelijk voor zorgen dat het publiek zich nauwer betrokken gaat voelen bij het erfgoed dat je beheert. Een win-winsituatie dus.

Maar hoe begin je eraan? Welke soort projecten hebben doorgaans kans op slagen? En zijn er ook nadelen verbonden aan een crowdfundingsactie? Om aan al deze vragen een antwoord te bieden werd er binnen de reeks ‘Erfgoed in de Praktijk’ in het voorjaar van 2017 een vorming rond crowdfunding georganiseerd. Hiervoor werd beroep gedaan op de initiatiefnemers van Growfunding (www.growfunding.be), een succesvol platform dat sociale crowdfundingsprojecten in de regio Brussel begeleidt maar ook allerhande vormingen aanbiedt. Dit artikel is een weerslag van deze vorming.

Datasets registreren via CoDE-x

Postkaart CoDE-x

CoDE-x is de naam van een pilootproject rond het vindbaar en doorzoekbaar maken van kwetsbare onderzoeksdata van erfgoedvrijwilligers doorheen Vlaanderen. In het kort: een website voor het doorzoeken en registreren van jullie datasets (digitale lijsten, tabellen, ...).

De infographic stuurt aan om meer te weten over CoDE-x. Het geeft in een notendop mee wat CoDE-x is en hoe je het zelf kan gebruiken ten voordele van jullie onderzoeksdata.

De cloud en cloudcomputing: wat is het en hoe gebruik je het veilig?

De cloud en cloudcomputing: wat is het en hoe gebruik je het veilig?

Bladwijzer 20: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen september 2017 • 20

Verschillende heemkundige kringen maken gebruik van de cloud. Google Drive, OneDrive en Dropbox worden gebruikt om (gedigitaliseerde) bestanden te bewaren en te delen met andere leden van de kring. Deze platformen geven de mogelijkheid om een grote hoeveelheid bestanden gecentraliseerd te bewaren zonder over een server te beschikken, of om digitale bestanden (gratis) te bewaren zonder de harde schijf van een computer te belasten of een externe harde schijf aan te kopen. Bovendien is het via deze platformen eenvoudig om digitale bestanden met derden te delen. Maar wat is nu de cloud en cloudcomputing? Wat zijn de voor- en de nadelen? En hoe kun je je bestanden in de cloud op een zo veilig mogelijk manier bewaren?

De digitale omwenteling: handige online-instrumenten voor erfgoedverenigingen

De digitale omwenteling: handige online-instrumenten voor erfgoedverenigingen

Bladwijzer 22: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen mei 2018 • 22

De ontwikkeling van het internet en de toepassingen daarop gaan razendsnel. Het lijkt wel alsof niemand die nog kan bijhouden. Van lokale erfgoedorganisaties bestaat bovendien vaak een beeld van oude en stoffige verenigingen, bevolkt door (jong-)gepensioneerden die moeite hebben om wegwijs te geraken op het internet.

De realiteit is enigszins anders. Ja, lokale erfgoedverenigingen bestaan voor een groot deel uit mensen die niet zijn opgegroeid in de digitale samenleving. En ja, ze hebben het vaak moeilijk om jonge mensen of zogenaamde digital natives te betrekken in hun vereniging. Maar in de praktijk merken we dat deze verenigingen met vaak heel beperkte middelen of in samenwerking met professionele erfgoedorganisaties een grote digitale weerbaarheid en vindingrijkheid tonen.

In dit artikel willen we enkele van deze praktijken delen, gaande van communicatie tot het digitale beheer van je organisatie of collectie, en tips aanreiken om zelf met je vereniging digitaal aan de slag te gaan en om een digitale strategie te ontwikkelen. We richten ons daarbij op twee soorten van toepassingen: enerzijds toepassingen die de interne werking van je vereniging ten goede komen en anderzijds toepassingen die erop gericht zijn om je werking naar het publiek te ontsluiten.

Laptop beurs Histories Festival

De ingrediënten voor een goede digitale lijst in Excel

De ingrediënten voor een goede digitale lijst in Excel

Rekenbladen bieden heel wat mogelijkheden om je informatie te structureren. Dit is niet enkel handig voor je eigen werk, maar zorgt er ook voor dat je eenvoudig met meerdere personen aan één lijst kan werken. Excel is de meest gebruikte software om lijsten te maken. Met deze tips kan je het meeste uit het programma halen.

GEGEVENS STRUCTUREREN

Begin met het omzetten van je gegevens naar een tabelvorm in Excel, waardoor je gemakkelijk kolommen kan sorteren zonder andere gegevens te beïnvloeden. Dit doe je door te klikken op ‘Invoegen’ > ‘Tabel’ > en je volledige tabel te selecteren.

Eens je een tabel hebt kan je nog veel verder gaan in het structureren van je gegevens:

  • Je kan kolommen alfabetisch sorteren, specifieke waarden benadrukken en zoekopdrachten binnen kolommen uitvoeren door op de kolomtitels te klikken.

Gebruik keuzelijsten voor uniforme termen of gemakkelijke invoer, zoals functies of ja/nee-categorieën. Een keuzelijst maak je door in een nieuw tabblad een lijst te typen in 1 kolom. Selecteer de kolom in je tabel waar je een keuzelijst wil en klik op ‘Gegevens’ > ‘Gegevensvalidatie’ > Toestaan: ‘lijst’ > Bron: ‘selecteer de lijst in het andere tabblad’.

Keuzelijst maken in Excel

Keuzelijst maken – Stap 1

Keuzelijst maken in Excel

Keuzelijst maken – Stap 2

Keuzelijst maken in Excel

Keuzelijst maken – Stap 3

Het voordeel van zo een lijst is dat je die telkens kan aanvullen wanneer nodig.

  • Indien je bronverwerkingen bijhoudt in Excel is het ook aangeraden om gegevens die je zelf toevoegt bij te voegen in een aparte kolom. Zo hou je een duidelijk onderscheid tussen de gegevens uit de bron en de nieuwe analyses. Je kan bijvoorbeeld een kolom maken met de clustering van medische beroepen indien dit handig zou zijn voor je onderzoek.

HET VERSCHIL TUSSEN TWEE DATUMS BEREKENEN

1. Vóór de twintigste eeuw

Excel heeft geen functie voor de berekening van data voor de twintigste eeuw, daarvoor is het programma niet ontwikkeld. Er is echter een eenvoudige manier om dit op te lossen, namelijk door het berekenen van gegevens in de kleinste betekenisvolle eenheden. Deel historische datums dus op in dag, maand en jaar. Dat is sowieso praktisch bij historische gegevens omdat je niet altijd alle gegevens voorhanden hebt (bijvoorbeeld: de dag of maand ontbreken). Daar stel je vervolgens de ‘celeigenschap’ van de kolom in als ‘getal’ in plaats van ‘datum’. Met die kolommen kan je het verschil tussen de getallen eenvoudig uitrekenen. Je kan altijd een extra kolom toevoegen met de samengestelde datum als je die nodig hebt voor andere doeleinden.

Datum berekenen in Excel

Datum berekenen door ze op te splitsen in de kleinste betekenisvolle eenheid

Het opdelen in de kleinste betekenisvolle eenheid is een belangrijk basisprincipe voor het opstellen van databases. Zo voorzie je de mogelijkheid om met die kleine eenheden aan de slag te gaan. Daarom delen we ook steeds de naam op in voornaam en familienaam. Op die manier kan je eenvoudig nagaan hoeveel persoon met familienaam x er in de dataset aanwezig zijn.

2. Na de twintigste eeuw

Voor verschillen tussen data vanaf het jaartal 1900 kan er in Excel wel een formule gebruikt worden. Via de formule DATUMVERSCHIL (Geboortedatum;Overlijdensdatum;”y”) kan je het aantal jaren =y tussen de overlijdensdatum en geboortedatum berekenen. Indien nodig kan je met deze formule het verschil in maanden (;”M”) en dag (;”D”) berekenen.

Formule Datumverschil in Excel

Formule DATUMVERSCHIL toepassen

DRAAITABELLEN VOOR DIEPGAANDE ANALYSES

Eens je je gegevens in je Excel tabel hebt aangevuld kan je draaitabellen gebruiken om verdere analyses te doen op je data. Dit kan je doen door te klikken op ‘Invoegen’ > ‘draaitabel’ of ‘aanbevolen draaitabel’. De functie ‘aanbevolen draaitabel’ is handig om eens te bekijken. Hier geeft het programma zelf aan wat eventueel goede analyses zouden kunnen zijn voor je tabel.

Draaitabel maken in Excel

Draaitabel maken

In het nieuwe tabblad krijg je nu een scherm te zien met aan de linkerkant ruimte voor je draaitabel en aan de rechterkant de draaitabelvelden. Per veld kan je kiezen hoe Excel dit moet berekenen. Bijvoorbeeld: door een beroep bij ‘rij’ te zetten en een voornaam bij ‘waarden’ kan Excel nu het aantal voornamen berekenen die een bepaald beroep uitoefenen. Je krijgt daarbij een overzicht van de gegevens.

Draaitabel maken in Excel

Draaitabel maken – Resultaat

Indien je deze ook visueel wil weergeven is het mogelijk om hiervan een grafiek te maken door bovenaan op draaigrafiek te klikken. Deze grafiek kan je naar eigen wensen aanpassen en kan je eenvoudig kopiëren als afbeelding of als bijlage bij een tekst.

Draaigrafiek maken in Excel

Draaigrafiek maken

REGISTREREN VAN JE DIGITALE LIJSTEN MET CODE-X

Gebruik CoDE-x om je digitale lijsten tijdens je onderzoek toegankelijk te maken. Bekijk de video hieronder voor een eenvoudige demonstratie van het registratieproces op CoDE-x.

De ODIS-databank als instrument voor lokaal historisch onderzoek

De ODIS-databank als instrument voor lokaal historisch onderzoek

Bladwijzer 19: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen mei 2017 • 19

ODIS (www.odis.be) is in Vlaanderen de grootste historische databank op het internet. Ze bevat een schat aan unieke informatie over de geschiedenis van het middenveld. Dit betekent dat de focus ligt op de vele organisaties, instellingen en structuren die een bemiddelende rol spelen tussen individuen en overheid. Het gaat dan om politieke partijen, socioculturele verenigingen, jeugdbewegingen, werknemers- en werkgeversorganisaties, kerkelijke instellingen, vrije scholen, enzovoort. Maar ook de hierin actieve personen en families en de ermee verbonden gebouwen, gebeurtenissen, archieven en periodieke publicaties komen ruimschoots aan bod. In deze bijdrage laten we je van meer nabij kennismaken met ODIS en gaan we in op de mogelijkheden die de databank biedt als instrument voor lokaal historisch onderzoek.

De toekomst van het verleden Heemkunde en technologie: verslag van de studienamiddag Heemkunde Actueel 2014

De toekomst van het verleden Heemkunde en technologie: verslag van de studienamiddag Heemkunde Actueel 2014

Bladwijzer 13: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen april 2015 13

Heemkunde en technologie, het lijken twee werelden. Toch is niets minder waar. Anno 2015 wordt (digitale) technologie op alle mogelijke manieren ingezet om het lokaal erfgoed te bewaren, te bestuderen en te ontsluiten. Software, internettoepassingen en digitale applicaties zijn voor veel heemkundigen geen toekomstmuziek meer, maar dagelijkse realiteit. Zelfs filmpjes opnemen vanuit een drone blijkt voor sommige lokale onderzoekers geen brug te ver. De technologische mogelijkheden worden alsmaar groter. Maar wat vandaag in is, is morgen misschien alweer passé. Bijblijven is de boodschap!

Daarom organiseerde Heemkunde Vlaanderen op zaterdag 15 november 2014 de vierde editie van haar jaarlijkse studienamiddag rond het thema technologie. Een thema dat duidelijk leeft, want meer dan 80 geïnteresseerden woonden de studienamiddag bij.

Technologie is natuurlijk een erg brede term die op verschillende manieren gedefinieerd kan worden. Vaak wordt hieronder het systematisch toepassen van kennis voor allerhande praktische doeleinden bedoeld. De namiddag was dan ook erg ‘praktisch’ opgevat en bestond, in tegenstelling tot eerdere edities, grotendeels uit sessies waarin een bepaalde technologische toepassing en de mogelijkheden voor heemkundigen werden voorgesteld

Digitaliseren in de heemkundige kring

Digitaliseren in de heemkundige kring

Bladwijzer 1: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen - mei 2011 • 01

We willen onze fotocollectie op het net zetten, we willen onze dure boeken digitaliseren zodat we het origineel niet meer ter beschikking moeten stellen in onze bibliotheek, de kwaliteit van onze videocassettes gaat zienderogen achteruit ... er zijn veel redenen te verzinnen om met het digitaliseren van ons archief te beginnen. Maar hoe beginnen we daar nu aan? En waar moeten we op letten? Welke hard- en software hebben we nodig? Allemaal vragen waarmee we steeds meer geconfronteerd worden in onze heemkundige kring.

Een bewogen geschiedenis: het archief van het bestuur der gemeentewegen

Een bewogen geschiedenis: het archief van het bestuur der gemeentewegen

Bladwijzer 10: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen maart 2014 10

De wegen in onze omgeving lijken op het eerste zicht misschien niet uit te nodigen om er een onderzoek aan te wijden, maar schijn bedriegt. Via het verhaal van de wegen krijgt men een idee over hoe woonkernen groeien, kan men zien hoe men omgaat met open ruimte, hoe handelstransport mogelijk wordt gemaakt enzovoort. In het Rijksarchief bevindt zich het archief van het voormalig Bestuur der Gemeentewegen. In dit artikel willen we nagaan hoe we de informatie kunnen gebruiken voor lokaal onderzoek.

Een heemkundige website maken met WordPress

Een heemkundige website maken met WordPress

Bladwijzer 11: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2014 11

Er bestaan talloze manieren om een website te bouwen. Wie hiermee niet vertrouwd is, heeft waarschijnlijk nog nooit van WordPress gehoord. Maar als je wat opzoekwerk hebt verricht om een website te bouwen, dan is de kans groot dat ook het WordPress-platform ergens opdook. Dat is geen toeval: van het totaal aantal websites wereldwijd draait in 2014 ongeveer 22 procent op deze software. In dit artikel gaan we na hoe dit succes te verklaren is en begeleiden we je bij de eerste stappen om je eigen website op te bouwen en online te zetten.

Een nieuwe computer voor de erfgoedvereniging … maar welke software zet je erop?

Een nieuwe computer voor de erfgoedvereniging… maar welke software zet je erop?

Opgelet: vzw’s kunnen via SocialWare voordelige tarieven krijgen voor software. Leer meer over het aanvragen van zo’n tarief in het artikel van Bladwijzer.

De dag van vandaag is een computer onontbeerlijk om de organisatie en de werking van je erfgoedvereniging te ondersteunen. Vaak gebruiken de leden van de kring hiervoor hun persoonlijke computer, maar sommige erfgoedverenigingen kopen ook hun eigen pc of laptop aan. Eenmaal de computer is aangekocht, dringt zich de vraag op welke software nodig of nuttig is om te installeren. Niet altijd eenvoudig, want er zijn zo veel alternatieven te vinden op het internet dat je vaak door de bomen het bos niet meer ziet. Bovendien wil je uiteraard liefst de goedkoopste en meest gebruiksvriendelijke software installeren. In dit artikel helpen we je een beetje op weg.

De meeste computers die je in de winkel koopt, worden geleverd met een versie van Microsoft Windows. Windows doet dienst als ‘besturingssysteem’ voor je computer. De laatste nieuwe versies zijn Windows 10 en Windows 11. Een besturingssysteem is noodzakelijk om te kunnen werken met een computer. Merk wel op: Microsoft Windows is veruit het bekendste besturingssysteem, maar zeker niet het enige. Misschien heb je wel al eens gehoord van Linux? Dat is een alternatief besturingssysteem, dat vooral door meer gevorderde computergebruikers wordt gebruikt. Voor de gewone gebruiker is Windows echter nog steeds de norm. In dit artikel laten we software voor Linux- of Mac-computers dus even buiten beschouwing.

Bij de aankoop van je computer moet je er goed op letten of er al software is inbegrepen bij de computer. Vaak zal bijvoorbeeld het pakket ‘Microsoft Office’ al geïnstalleerd zijn. In zo’n Office-pakket zitten veelgebruikte programma’s zoals Microsoft Word (voor tekstverwerking), Microsoft Powerpoint (waarmee je presentaties kan maken), Microsoft Excel (een soort rekenblad) en Microsoft Access (voor het maken van databases). Ook voor dit pakket zijn er (gratis) alternatieven beschikbaar, maar daarover later meer. Pas op: het al dan niet inbegrepen zijn van bepaalde software kan ook gedeeltelijk de prijsverschillen tussen verschillende computers in de winkel verklaren. Vergelijk dus goed en lees de kleine lettertjes!

Beveiliging

Na de aankoop van je computer moet je allereerst even stilstaan bij de beveiliging ervan. We gaan er hier van uit dat je je computer met het internet gaat verbinden. Zoals je weet, kan je computer schade oplopen wanneer er bijvoorbeeld ‘virussen’ worden binnengehaald op de computer. Daarom is het nodig dat je hiertegen enkele maatregelen neemt. Als er geen anti-virusprogramma bij je computer werd geleverd, kun je bijvoorbeeld het gratis programma Avast! installeren: http://www.avast.com. Er zijn ook betalende anti-virusprogramma’s die meer functionaliteit hebben, bijvoorbeeld McAfee. Ook ‘spyware’ kan een risico betekenen voor je computer. Een gratis anti-spywareprogramma is bijvoorbeeld Malwarebytes Anti-Malware. Dat kun je downloaden op www.malwarebytes.com.

Internet

Eenmaal je de veiligheidsrisico’s tot een minimum hebt herleid, wil je wellicht meteen het internet op. Het programma waarmee je websites bezoekt heet een ‘browser’. Standaard wordt op de meeste pc’s ‘Internet Explorer’ of ‘Microsoft Edge' als browser meegeleverd, alweer een product van Microsoft. Ook voor dit programma zijn echter vele alternatieven beschikbaar. Een aanrader is zeker Mozilla Firefox, dat je gratis kan downloaden op www.mozilla.com/firefox/. Andere gratis browsers zijn bijvoorbeeld Opera en Safari (meest gebruikt op Mac). Google Chrome is ook een interessante optie. Probeer er wel voor te zorgen dat je steeds de laatste versie hebt van de gebruikte browser. Ook dit verkleint weer de veiligheidsrisico’s.

E-mail

Uiteraard wil je ook je e-mails kunnen lezen op je nieuwe computer. Vaak is het mogelijk om je e-mail in een internet-browser te lezen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij Outlook, Gmail of Yahoo Mail. Ook e-mailaccounts van internetproviders, zoals Telenet of Belgacom, kunnen op het internet geconsulteerd worden. Wil je meer functionaliteit, dan kan je een echt e-mailprogramma installeren. Standaard wordt op de meeste pc’s een e-mail app reeds geïnstalleerd waar je met eender welk e-mail je kan inloggen. Daar kan je ook meerdere accounts op zetten. Daarnaast is Microsoft Outlook (Express) het meest gebruikte mailprogramma, maar ook hier durven we weer een alternatief aan te raden: zo heb je Mozilla Thunderbird, dat gratis te downloaden valt via www.mozilla.com/thunderbird.

Kantoorsoftware

Wil je een tekst schrijven, een database bijhouden of een presentatie maken voor je lezing, dan heb je een kantoorsoftware- of office-pakket nodig. Hierboven bespraken we al kort het office-pakket van Microsoft. Een van de nadelen van Microsoft Office is de relatief hoge kostprijs. Wil je liever een gratis alternatief, dan kan je bijvoorbeeld terecht bij OpenOffice: www.openoffice.org. Met dit pakket kun je alles doen wat ook in Microsoft Office mogelijk is, alleen is deze software gratis. Ook Google lanceerde enige tijd geleden haar eigen, web-gebaseerde kantoorsoftwarepakket: Google Docs. Dat pakket is ook uitermate geschikt om online documenten met elkaar te delen of door verschillende mensen te laten bewerken. Surf eens naar docs.google.com om Google Docs te leren kennen.

Het initiatief ‘SOCIALware‘ wil vzw’s helpen door ze toegang te verlenen tot donatieprogramma’s voor de meest gevraagde informaticaproducten. Heeft je erfgoedvereniging het vzw-statuut, dan komt de vereniging wellicht in aanmerking om bijvoorbeeld het Microsoft Office-pakket tegen een sterk verlaagde prijs aan te kopen.

Veel documenten worden ook verspreid als pdf-bestand. Hiervoor heb je de Adobe Reader software nodig die je vindt op www.adobe.com. Wil je zelf een pdf-document maken van een Word-document? Dan moet je nog even een plugin installeren die je op de website van Microsoft vindt. Bij OpenOffice is deze functionaliteit standaard aanwezig.

Grafische software

Wil je foto’s en andere afbeeldingen bewerken op je computer, dan heb je een grafisch programma nodig. De standaard-programma’s die worden meegeleverd met een nieuwe computer, zijn vaak heel erg beperkt qua functionaliteit. Adobe Photoshop is nog steeds één van de beste programma’s om foto’s te bewerken. Helaas is ook deze software vrij duur. Een gratis alternatief voor Photoshop is het programma ‘The Gimp’. Dat is misschien iets minder gebruiksvriendelijk door de wat ingewikkelde interface, maar het heeft alle functionaliteit die je nodig hebt om foto’s te bewerken. Je kunt dit programma downloaden via https://www.gimp.org/. Hetzelfde kan gezegd worden van het gratis programma Paint.net. Je kan het downloaden van http://www.getpaint.net.

Multimedia

Multimediabestanden, audio- en videobestanden komen voor in vele formaten, zoals mp3, m4p, avi en mpeg. De standaard-programma’s die worden meegeleverd met een nieuwe computer, zijn vaak heel erg beperkt qua functionaliteit. Een goede mediaplayer die het leeuwendeel van deze formaten ondersteunt en gratis te downloaden valt is VideoLan Mediaplayer. Je vindt dit programma op www.videolan.org.

Om filmpjes te kunnen afspelen, moet je soms ook nog bijkomende codec’s installeren. Het K-Lite Codec Pack is een verzameling van verschillende codec’s:

Wil je filmpjes bewerken, dan kun je hiervoor Windows Movie Maker gebruiken. Dit programma wordt samen met de meeste versies van Windows geïnstalleerd. Een alternatief is AVI Demux en is te downloaden op http://avidemux.sourceforge.net. Een ander gratis alternatief is de basisversie van Lightworks, een uitgebreider programma dan beide voorgaande. Om het te gebruiken moet je wel een account aanmaken op de site. Je kunt Lightworks downloaden van http://www.lwks.com.

Varia

Ten slotte raden we nog enkele programma’s aan die nuttig kunnen zijn voor bepaalde doeleinden.

Filezilla: wil je bestanden ‘uploaden’ naar het internet dan komt een FTP-programma (File Transfer Protocol) goed van pas. Filezilla is een goed en gratis FTP-programma.
http://filezilla-project.org/

WinRAR: om een archief van verschillende bestanden te maken of te openen, is WinRAR een goed alternatief voor het meer bekende WinZip.
http://www.winrar.be

CCCleaner: zeer goed programma om onnodige bestanden van je computer te halen en zo meer ruimte vrij te maken op je harde schijf.
http://www.ccleaner.com/

Google Photos: met Google Photos organiseer je je fotocollectie en maak je mooie fotogalerijen voor je website.
https://photos.google.com/?hl=nl

Google Earth: nog een interessant programma van Google, waarmee je de hele wereld virtueel kunt bezoeken of waarmee je kunt inzoomen op je eigen regio vanuit de lucht.
http://earth.google.com

Adlib Lite: de gratis versie van de bekende Adlib-software voor het registreren van collecties.
http://www.adlibsoft.com/

copyright foto: Parcum

Filmpjes in de erfgoedpraktijk

Filmpjes in de erfgoedpraktijk

Bladwijzer 7: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen april 2013 • 07

In een film kan een organisatie zich uitdrukken in beeld en klank en dat is een krachtige manier om het doelpubliek te bereiken. Er is helaas maar één manier om filmpjes te leren maken: het zelf doen! In de volgende bladzijden zijn een aantal tips te vinden die van pas kunnen komen als je zelf een productie wil opzetten.

Ga digitaal met je (erfgoed)verhaal!

Ga digitaal met je (erfgoed)verhaal! Van wetenschappelijke tekst tot interactieve applicatie

Bladwijzer 14: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2015 14

We kunnen er onmogelijk aan ontsnappen dat onze maatschappij aan een snel tempo digitaliseert. Reeds meer dan de helft van de Vlamingen heeft een smartphone of een tablet. Hiermee liggen we nog ver onder het Europese gemiddelde (ongeveer 70 procent) maar het geeft toch aan dat de digitale informatiedragers steeds meer deel van ons dagelijks leven beginnen uitmaken. Stellen dat ook de erfgoedsector hieraan onderhevig is, is een open deur intrappen. De nieuwe technologieën en hun toepassingen worden dan wel vooral ingezet in de profit marketing, toch is het vooral de erfgoed- en toerismesector die het meeste gediend is met deze nieuwe technologieën. Ze zijn er bijna voor gemaakt. En dat is ook het geval voor wat betreft digital storytelling, of in andere woorden: het vertellen van verhalen aan de hand van de hedendaagse multimediale technieken en digitale kanalen.

Marketeers bijten soms de tanden stuk op het verzinnen en ensceneren van goede verhalen om hun producten op authentieke wijze te promoten. Erfgoed heeft dat probleem gelukkig niet. Ons erfgoed staat bol van grote en kleine verhalen. Dankzij digital storytelling kunnen we bezoekers de verhalen echt laten beleven in en rond onze musea, archiefinstellingen, monumenten, steden of regio’s. De stap naar digital storytelling is echter lang niet voor iedere erfgoedorganisatie evident. Erfgoedbeheerders zien dikwijls de enorme mogelijkheden en voordelen van digital storytelling, maar blijven toch vaak zitten met de vraag hoe ze eraan kunnen beginnen.

Met dit artikel willen we graag een eerste aanzet geven om te starten met digital storytelling. Het is de neerslag van de sessies ‘Ga digitaal met je erfgoedverhaal’ die dit voorjaar in alle Vlaamse provincies werden georganiseerd in het kader van de ‘Erfgoed in de Praktijk’, een laagdrempelige vormingsreeks die de deelnemers helpt bij de organisatie van hun activiteiten tijdens erfgoedevenementen als Erfgoeddag, Open Monumentendag en Open Kerken Weekend. De partners van ‘Erfgoed in de Praktijk’ zijn Familiekunde Vlaanderen, FARO, Heemkunde Vlaanderen, Herita en Stichting Open Kerken.

Hoe archiveer ik websites?

Hoe archiveer ik websites?

Bladwijzer 18: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2016 • 18

De meeste organisaties hebben al een of meer websites versleten. Bij de overgang naar een nieuwe website stellen organisaties zich wel eens de vraag hoe ze de oude kunnen archiveren. Vaak bevat zo’n oude website interessante gegevens die niet meer relevant zijn voor de nieuwe, maar die wel een historische waarde hebben voor de organisatie. Wat is dan de eenvoudigste manier om die informatie te archiveren?

Nog niet zo heel lang geleden bestonden websites enkel uit statische html-pagina’s. Dit zijn eenvoudige tekstpagina’s met een opmaak die de webbrowser kan omvormen tot een webpagina. Om deze websites te archiveren, volstond het om het mapje met de bestanden naar je eigen computer te kopiëren. Recente websites maken echter gebruik van een Content Management Systeem (CMS). Dit is een databank waarin de website-informatie wordt beheerd en waarin webpagina’s samengesteld worden op het ogenblik dat ze geopend worden. Dit maakt de website dynamisch, maar ook veel moeilijker om te archiveren.

In dit artikel bespreken we hoe zo’n (dynamische) website op een eenvoudige manier digitaal gearchiveerd kan worden. De website zal terug statisch gemaakt worden en offline opgeslagen worden in een vorm waarin ze op lange termijn bewaard kan worden. Net zoals bij e-mails is het digitale karakter bij websites een essentiële eigenschap die bewaard moet worden. Zonder digitale bewaring zou je de look & feel en de ervaring om door de website te surfen missen.

Hoe beschrijf ik audiovisueel materiaal?

Hoe beschrijf ik audiovisueel materiaal?

Bladwijzer 19: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen mei 2017 • 19

Voor het verdere behoud en beheer van je audiovisueel materiaal, ook als je het digitaliseert, is het belangrijk dat je het beschrijft. Dit artikel maakt duidelijk hoe archief- en collectiebeheerders die niet gespecialiseerd zijn in audiovisuele materialen, dat op een eenvoudige manier kunnen doen. Door beschrijving van je audiovisueel archief vermijd je informatieverlies. In sommige gevallen kan het heel wat centen en energie kosten om achteraf te achterhalen wat je vandaag kan beschrijven.

Een bewerkte kaart in QGIS

Hoe bewerk je een kaart in QGIS?

Hoe bewerk je een kaart in QGIS? 

Als je in QGIS zelf een kaart tekent, is daar een attributentabel aan verbonden. Deze tabel bevat heel wat informatie over alle objecten die je getekend hebt. Als je bijvoorbeeld een kaart hebt gemaakt van de percelen in Zoutenaaie (1842-1879), kan die tabel gegevens bevatten over de naam van de eigenaar, het type perceel, de oppervlakte, enzovoort. Die rijkdom aan informatie zit na het tekenen van je kaart vaak nog verborgen in die tabel. Je kan die data echter visualiseren op je kaart met tekst en kleur.

Een bewerkte kaart in QGIS

Een bewerkte kaart in QGIS

LAGEN OPMAKEN

In QGIS kan je kaartlagen opmaken. 

  1. Klik je werklaag aan in het ‘Lagen’-paneel aan de linkerkant van QGIS. 
  2. Klik nu op het verfborstel-icoon linksboven in dat paneel.

    Knop voor lagen opmaken in QGIS

    Lagen opmaken – Stap 2

  3. Aan de rechterkant van de QGIS-omgeving opent een nieuw paneel ‘Laag opmaken’.

    Het paneel lagen opmaken in QGIS

    Lagen opmaken – Stap 3

Lagen opmaken met tekst

Je kan een laag opmaken door het tonen van tekst. Daarvoor kies je in het paneel ‘Laag opmaken’ in het grijze menu aan de linkerkant voor de label-optie (het icoontje met het gele label abc). 

De attributentabel van je polygonenlaag heeft verschillende kolommen. Je kan de informatie uit een van die kolommen laten verschijnen wanneer je boven in het paneel kiest voor de optie ‘Enkele labels’. Bij het veld ‘Waarde’ kies je voor de kolom waarvan je de informatie tekstueel wil tonen. Op de kaart in dit voorbeeld wordt de soort van de verschillende percelen getoond. 

Lagen opmaken met tekst in QGIS

Lagen opmaken met tekst

In dit paneel kan je ook de tekst die verschijnt, opmaken. Het lettertype, de lettergrootte, de kleur, enzovoort… kan je aanpassen. 

Lagen opmaken met kleur 

Je kan een laag opmaken met kleur. Daarvoor kies je in het paneel ‘Laag opmaken’ in het grijze menu aan de linkerkant voor de symbologie-optie (het icoontje met de verfborstel). 

De attributentabel van je polygonenlaag heeft verschillende kolommen. Je kan de informatie uit een van die kolommen met kleur visualiseren wanneer je boven in het paneel kiest voor de optie ‘Categorieën’. Bij het veld ‘Waarde’ kies je voor de kolom waarvan je de informatie met kleur wil tonen. In dit voorbeeld willen we de verschillende soorten percelen weergeven. 

Als je een waarde gekozen hebt, klik je links onderaan op de knop ‘Classificeren’. Je zal zien dat QGIS willekeurig kleuren toewijst aan elke categorie. Je kan dit aanpassen door bij ‘Kleurverloop’ zelf een kleurenpalet te kiezen. 

Lagen opmaken met kleur in QGIS

Lagen opmaken met kleur

Op de kaart hieronder wordt de soort van de verschillende percelen getoond. In dit voorbeeld wil dat zeggen: elke polygoon waaraan in de kolom ‘POPP_Soort’ de waarde ‘weide’ is toegekend, wordt op de kaart lichtgroen gekleurd; elke polygoon waaraan de waarde ‘land’ is toegekend, wordt blauw gekleurd; enzovoort. 

Lagen opmaken met kleur in QGIS (categorieen)

Lagen opmaken met kleur: categorieën

INFORMATIE OP JE KAART LATEN VERSCHIJNEN

Bij de kaartopmaak met labels en symbologie kies je telkens één kolom uit je attributentabel waarvan je de informatie wil visualiseren. Je kan ook bijkomende informatie – uit andere kolommen van je tabel – tonen, door ervoor te zorgen dat deze informatie zichtbaar wordt wanneer je met je muis op een polygoon gaat staan. Die functie heet in QGIS ‘Kaarttips tonen’. 

Klik hiervoor met je rechtermuisknop op je polygonenlaag en ga naar ‘Eigenschappen’. Er opent een nieuw venster. In het grijze menu aan de linkerkant kies je voor ‘Tonen’. Wanneer je het dialoogvenster voor ‘Tonen’ hebt geopend, kan je kiezen uit welke kolommen je informatie wil laten verschijnen: 

  1. Onder het witte veld kies je de juiste kolom en klik je op ‘Toevoegen’. 
  2. Je zal de kolom zien verschijnen in het witte veld erboven (‘HTML kaarttip’). 
  3. Je kan hier nog verschillende kolommen aan toevoegen door dezelfde stappen te herhalen (een kolom kiezen en toevoegen). 
  4. Vervolgens klik je rechtsonder op ‘OK’. 
Het dialoogvenster tonen voor de HTML-kaarttip in QGIS

Het dialoogvenster ‘Tonen’

Wanneer je nu met je muis op verschillende polygonen gaat staan, zal je zien dat er nog niets veranderd is. Je moet namelijk eerst nog aan QGIS doorgeven dat je wil dat je gekozen informatie getoond wordt. Dat doe je door ‘Kaarttips weergeven’ in te schakelen. 

  1. Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Beeld’. 
  2. Klik vervolgens op ‘Kaarttips weergeven’. 
  3. Als je nu terug met je muis over een polygoon hovert, zie je de gekozen informatie wel verschijnen. In dit voorbeeld toont QGIS in een wit vakje de naam van de perceeleigenaar. 
Kaarttips tonen in QGIS met extra informatie over je getekende kaart

Kaarttips tonen

Zoals je ziet, heeft deze tekst geen opmaak. Door terug te gaan naar het dialoogvenster ‘Tonen’, kan je in de ‘HTML-kaarttip’ wijzigen wat er weergegeven moet worden. Er zijn verschillende mogelijkheden: 

  1. Je kan beschrijvingen toevoegen door ze zelf in de ‘HTML-kaarttip’ te typen. In dit voorbeeld zouden we bijvoorbeeld ‘Naam:’ kunnen schrijven voor gegevens uit de kolom met de namen.   
  2. Als je html-code kent, kan je ook de tekstopmaak aanpassen. Als je iets in het vet wil zetten, kan je die tekst bijvoorbeeld tussen de tags <b> en </b> zetten. Als je een enter wil tussen verschillende lijnen, kan je elke lijn tussen de tags <p> en </p> zetten. 
De tekst uit je HTML-kaarttip in QGIS opmaken - beschrijvingen toevoegen

Tekst in HTML-kaarttip opmaken – beschrijvingen toevoegen

De tekst uit je HTML-kaarttip in QGIS opmaken - tekst in het vet zetten en paragrafen toevoegen

Tekst in HTML-kaarttip opmaken

In het dialoogvenster ‘Tonen’ zie je aan de rechterkant een preview van hoe de tekst er zal uitzien als je met je muis op een polygoon gaat staan. 

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen. 

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Hoe e-mails archiveren?

Hoe e-mails archiveren?

Bladwijzer 16: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen april 2016 • 16

Het archiveren van e-mails is voor veel organisaties een uitdaging. Mailboxen puilen uit van inkomende en uitgaande berichten en worden steeds meer als een vergaarbak van informatie en kennis gebruikt, mede omdat ze allerlei bestanden in bijlagen kunnen bevatten. Dit is geen goede manier van werken indien je de informatie voor lange termijn wil bewaren. E-mailtoepassingen zijn immers niet gemaakt om duurzaam te bewaren. Bij de bewaring van e-mails vormt het behoud van de band tussen bijlagen en e-mail een extra uitdaging.

Voor de bewaring van e-mails op mailservers en in e-mailclients bestaat er geen standaardformaat. E-mailclients, zoals Microsoft Outlook of Apple Mail, gebruiken een eigen propriëtair bestandsformaat. Dit kan betekenen dat niet alle metadata bewaard worden en dat e-mails onleesbaar worden wanneer de e-mailclient niet meer beschikbaar is. Bovendien gebruiken steeds meer mensen webmaildiensten zoals Gmail of Outlook.com (het vroegere Hotmail). Wanneer deze diensten stoppen of (hoge) kosten beginnen vragen, dreig je al je e-mails te verliezen.

Het artikel is opgebouwd in twee delen: In het eerste deel geven we je enkele vuistregels mee over het duurzaam omgaan met e-mail en in het tweede deel gaan we aan de slag met enkele tools. We gaan uit van het digitaal archiveren van e-mails. E-mails zijn documenten die digitaal geboren zijn. Het digitaal zijn is dan ook een essentieel kenmerk dat bewaard moet worden.

Een zelfgetekende kaart in QGIS

Hoe ga je van start met QGIS?

Hoe ga je van start met QGIS?

Via het gratis programma Quantum GIS (QGIS) kan je zelf digitale historische en hedendaagse kaarten maken en deze hergebruiken of delen als een afbeelding bij je eigen onderzoek. Het is een handig hulpmiddel voor iedereen die werkt met (historische) kaarten en geografische informatie.

Een zelfgetekende kaart in QGIS

Een zelfgetekende kaart in QGIS

WAT IS QGIS?

QGIS is een programma waarmee je geografische informatie kan bekijken, bewerken en analyseren. Het werkt met geografische gegevens in verschillende vormen, zoals kaarten, luchtfoto’s en Excel-tabellen.

WAARVOOR KAN JE QGIS GEBRUIKEN?

Kaarten maken:

  • Maak gedetailleerde kaarten voor verschillende doeleinden. Zo kan je oude en nieuwe kaarten samenleggen en bewerken.

Data visualiseren:

  • QGIS laat je gegevens op een kaart zien. Je kan bijvoorbeeld de gegevens vanop kadastrale leggers visualiseren op een kaart.

Analyseren van gegevens:

  • Voer verschillende analyses uit, zoals het berekenen van afstanden tussen punten en de oppervlakte van percelen. Analyseer ook meer kwalitatieve gegevens, zoals het beroep van inwoners.

Publiceren van kaarten:

  • Exporteer en deel je kaarten in verschillende formaten, zoals PDF of interactieve webkaarten die jouw lokaal onderzoek ondersteunen.

Voorbeelden

  • Kaart van Klerken en Houthulst: op deze kaart zie je in een oogopslag het type landgebruik van verschillende percelen in Klerken en Houthulst (1686), zoals akkerland of bos. Daarnaast ontdek je via de kaart welke gebieden in handen waren van eigenaars en welke in handen van pachters.
  • Versteende getuigenissen: deze interactieve kaart laat toe om de locatie van (erfgoed)graven in de Regio Midwest (in het oosten van de provincie West-Vlaanderen) terug te vinden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om te zoeken op naam.
  • Vindplaatsen civitas Tungrorum: met deze geografische databank vind je makkelijk terug waar precies archeologische artefacten gevonden zijn binnen de Civitas Tungrorum (een Romeins bestuursgebied).
  • GIStorical Antwerp: Deze interactieve kaart toont historische gegevens van de stad Antwerpen van de zestiende tot de twintigste eeuw. Je ontdekt onder meer wie waar woonde, welk landgebruik de verschillende percelen kenden en hoe de straten heetten.

ZELF AAN DE SLAG MET QGIS

QGIS DOWNLOADEN

Voor je een project kan beginnen in QGIS, moet je het programma eerst installeren op je computer:

  1. Ga naar de website van het programma waar je QGIS kan downloaden: https://qgis.org/nl/site/forusers/download.html. Je kan steeds kiezen tussen twee versies van QGIS. Ga voor de meest stabiele optie. Klik niet op de groene knop, maar op de versie in blauwe tekst er net onder.
  2. Eens je de juiste versie aangeklikt hebt, kan je de melding die verschijnt sluiten.
  3. Je computer is nu het programma aan het downloaden.
Downloadscherm van QGIS

QGIS downloaden – Stap 1

Eens je computer QGIS heeft gedownload, kan je het programma openen:

  1. Klik bij je downloads op het gedownloade programma.
  2. Er opent een welkomstvenster van QGIS. Klik op ‘Next’.
  3. In het venster dat dan verschijnt, lees en accepteer je de voorwaarden en klik je terug op ‘Next’.
  4. Vervolgens kies je waar je het icoontje van QGIS wil zetten: op je bureaublad en/of je taakbalk onderaan.
  5. Klik nogmaals op ‘Next’.
  6. Het programma is klaar voor installatie: klik ‘Install’.

Eens het programma geïnstalleerd is, kan je QGIS openen. Je komt terecht in een leeg QGIS-project: dit is de QGIS-omgeving.

Je vindt er:

  1. De menubalk van QGIS.
  2. Verschillende werkbalken.
  3. Panelen.
QGIS-omgeving

Leeg QGIS-project

Opgelet! Het is belangrijk dat QGIS vanaf nu al je QGIS-documenten kan terugvinden op je computer. Maak daarom een centrale map op je computer aan, waar je alles voor je project kan opslaan, zoals kaarten en opgeslagen lagen.

  • Het is belangrijk dat je deze map/bestanden niet meer verplaatst tijdens je projecten, want dan vindt QGIS ze niet meer terug.
  • Bewaar regelmatig je werk/werklagen in deze map.
HANDIGE INSTELLINGEN

QGIS is nu geïnstalleerd op je computer. Voor je aan de slag gaat met je eigen projecten is het zinvol om enkele standaardinstellingen in het programma aan te passen. Zo kan je QGIS beter afstellen op de kaarten die jij wil maken.

Taal van je data

Wanneer je een nieuw project in QGIS opent, kan je er voor zorgen dat het programma jouw data interpreteert in het Nederlands. Het gebruik van komma’s en punten in getallen verschilt bijvoorbeeld van taal tot taal. Je wil uiteraard dat QGIS de getallen die jij invoert op de juiste manier herkent.

  1. Om de standaardtaal aan te passen naar het Nederlands klik je in de menubalk bovenaan op ‘Extra’.
  2. Vervolgens kies je voor ‘Opties’.
  3. Er opent een nieuw venster. In het grijze menu aan de linkerkant van dat venster kies je helemaal bovenaan de lijst voor ‘Algemeen’.
  4. Bij de optie ‘Landinstelling (indelingen voor getallen, datum en valuta)’ kan je een taal selecteren.
    • Als je een kaart wil tekenen voor een gebied in België, kies je hier voor ‘Dutch Belgium (nl_BE)’.
  5. Om de instelling toe te passen klik je onderaan op ‘OK’ en moet je QGIS afsluiten en terug opstarten.
Algemene instellingen van QGIS (landinstelling)

Landinstelling van QGIS

Belgische coördinaten

Wanneer je kaarten maakt met QGIS, is het erg belangrijk dat je dat in het juiste coördinaten referentiesysteem (CRS) doet. Met andere woorden: je wil in QGIS werken met het Belgische coördinatensysteem, zodat de geografische informatie van je kaarten correct wordt gelezen en opgeslagen.

Stel het Belgische coördinatensysteem in als standaard op de volgende manier:

  1. Ga terug naar ‘Extra’ in de menubalk bovenaan.
  2. Kies voor ‘Opties’.
  3. In het grijze menu aan de linkerkant van het venster dat nu verschijnt, kies je voor ‘Afhandelen CRS’. Je krijgt er de optie een standaard CRS in te stellen.
  4. Bij ‘Een standaard CRS gebruiken’ kan je het gewenste CRS selecteren. Als je met het Belgische coördinatensysteem wil werken, kies je voor ‘EPSG: 31370 – BD72/ Belgian Lambert 72’.
    • Als de optie voor het standaard CRS aangevinkt staat, zal QGIS bij het openen van elk nieuw project nu automatisch werken met het Belgische coördinatensysteem.
CRS-instellingen van QGIS

CRS-instellingen van QGIS

Bij de instellingen van ‘CRS voor lagen’ (in hetzelfde venster) kan je nakijken of ook de ‘Standaard CRS voor lagen’ ingesteld staat op Belgian Lambert 72. Indien dat nog niet het geval is, kan je dat nog aanpassen. Als alle instellingen juist staan, klik je rechts onderaan in het venster op ‘OK’. Wanneer je nu nieuwe kaarten tekent, zal QGIS dit automatisch met Belgische coördinaten doen.

HOE WERK JE JE EIGEN QGIS-PROJECT UIT?

Kaarten verrijkt met allerlei informatie

De grote kracht van QGIS is dat je je kaarten kan verrijken met allerlei data. In de eerste plaats gaat dat uiteraard over geografische informatie, maar QGIS laat ook toe om niet-geografische gegevens toe te voegen aan een kaart. Daardoor heb je tal van mogelijkheden om met die geografische en niet-geografische informatie aan de slag te gaan.

Voor je aan een eigen project begint, bepaal je eerst wat je wil bereiken: welke kaart wil je tekenen en wat wil je daarop tonen? Eens je beslist hebt wat voor kaart je wil maken, verzamel je alle (historische) data die nodig zijn om je project te kunnen uitvoeren.

In dit voorbeeld werken we met de Popp-kaart, een kadastrale atlas van België gemaakt door Philip-Christian Popp. Die kaart toont per gemeente (of wijk) percelen, huizen, gebouwen, wegen en waterlopen in Vlaanderen in de periode 1842-1879. Deze atlaskaarten worden aangevuld met bijhorende leggers. Elk perceel op de kaart wordt hierin afzonderlijk beschreven en bevat per eigenaar een lijst van alle onroerende bezittingen. Met andere woorden, geografische informatie (de percelen op de atlaskaarten) kan hier gekoppeld worden aan niet-geografische informatie (de gegevens in de leggers).

Overzicht van bestaande Popp-kaarten

Overzicht van bestaande Popp-kaarten (Bron: U Gent, via https://poppkad.ugent.be/poppkad_kaart.php)

In dit voorbeeld is het doel om een digitale kaart te maken van de percelen in Zoutenaaie en die te verrijken met gegevens die we verzamelen uit de Popp-leggers. Zo kunnen we die informatie visualiseren op de kaart. Het resultaat ziet er dan bijvoorbeeld zo uit:

Mogelijk eindresultaat van een kaart met QGIS voor Zoutenaaie

Mogelijk eindresultaat van een kaart met QGIS voor Zoutenaaie

Dataset als startpunt van je project

De bedoeling is om een dataset te koppelen aan een kaart. Zo’n dataset is een digitale lijst, bijvoorbeeld in Excel of Acces. (Een tabel in Word is geen digitale lijst!) Het zijn de gegevens uit die lijst die je zichtbaar wil maken op de kaart. In QGIS werk je dus niet met een bundeling van losse data, maar met een geheel van gestructureerde data. Daardoor kan je:

Een keuzelijst gebruiken bij het invullen van gegevens. Zo garandeer je een uniform gebruik van namen, leeftijden, data, gemeentenamen… (Lees hierover meer in deze praktijktip.)

  • Zoekopdrachten uitvoeren in je gegevens.
  • Kolommen toevoegen.
  • Werken met getallen.
  • Je dataset gemakkelijk importeren in andere systemen.
Dataset van Zoutenaaie voor QGIS

Dataset van Zoutenaaie voor QGIS

Je project uitvoeren in QGIS

Eens je alle gegevens verzameld hebt om je kaart te tekenen, ga je van start met je QGIS-project! Je project bestaat uit verschillende stappen:

  1. Het vinden en opladen van bestaande kaarten in de QGIS-omgeving, zodat je ze kan gebruiken in je eigen project.
  2. Afbeeldingen van historische kaarten voorzien van geografische informatie (‘georefereren’), zodat je ze als kaart kan gebruiken in de QGIS-omgeving.
  3. Zelf een nieuwe kaart tekenen in QGIS voor je eigen project.
  4. Je dataset in QGIS koppelen aan de kaart die je zelf getekend hebt.
  5. Je eigen kaart bewerken om zo informatie uit je dataset weer te geven met tekst en kleur.
  6. Je kaart exporteren als afbeelding, voorzien van verschillende kaartelementen zoals een titel, een legenda, een schaalbalk, een noordpijl…
  7. Je project delen met anderen.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

De Popp-kaart in QGIS

Hoe kan je in QGIS bestaande kaarten vinden en opladen?

Hoe kan je in QGIS bestaande kaarten vinden en opladen?

In QGIS kan je niet alleen zelf kaarten tekenen, maar werk je ook met bestaande kaarten. Er zijn drie soorten kaarten die interessant zijn om mee aan de slag te gaan in je eigen project:

  1. Een basis wereldkaart.
  2. Het hedendaagse kadaster.
  3. Historische kaarten.

Je kan bestaande kaarten importeren in je eigen project met een plug-in. Plug-ins zijn software waarmee je programma’s kan uitbreiden. Door de juiste plug-ins te installeren in QGIS kan je verschillende bestaande kaarten rechtstreeks zoeken en toevoegen in QGIS.

BASIS WERELDKAART

De plug-in om een basis wereldkaart toe te voegen (QuickMapServices) zit standaard in QGIS en hoef je dus niet zelf te installeren. Om de plug-in te gebruiken doe je het volgende:

  1. Kies in de menubalk bovenaan in QGIS voor ‘Web’.
  2. Kies nadien voor ‘QuickMapServices’.
  3. Je krijgt de optie ‘Search QMS’. Als je daarop klikt, opent er aan de rechterkant van de QGIS-omgeving een paneel. Dat is de QMS-omgeving waarin je verschillende kaarten kan zoeken en opladen.
    Om de basis wereldkaart toe te voegen, zoek je in het paneel naar de ‘ESRI World Topo’-kaart. Wanneer die verschijnt in de lijst met zoekresultaten, klik je op ‘Add’. De kaart verschijnt nu in je project. Je kan dit zien in het paneel ‘Lagen’ aan de linkerkant van de QGIS-omgeving.

Om de basis wereldkaart toe te voegen, zoek je in het paneel naar de ‘ESRI World Topo’-kaart. Wanneer die verschijnt in de lijst met zoekresultaten, klik je op ‘Add’. De kaart verschijnt nu in je project. Je kan dit zien in het paneel ‘Lagen’ aan de linkerkant van de QGIS-omgeving.

De QMS-omgeving in QGIS

De QMS-omgeving in QGIS

 

HEDENDAAGS KADASTER (GRB)

Het hedendaagse kadaster downloaden

Het hedendaagse kadaster kan je terugvinden op Geopunt (https://www.geopunt.be/). Dat is een portaal van de Vlaamse overheid waarop allerlei geografische informatie beschikbaar is. Je kan er ook hedendaagse kadasterkaarten terugvinden.

Om de hedendaagse kadasterkaart te downloaden, moet je je registreren. Die registratie is gratis. Om de kaart te zoeken:

  1. Klik rechts boven op ‘Menu’ en kies vervolgens voor ‘Catalogus’.
  2. Als je nu de lijst met datasets opent (‘Ga naar Datavindplaats’), krijg je een overzicht van alle beschikbare datasets.

In de zoekbalk kan je gerichter zoeken in deze resultatenlijst. Geef daarom de zoekterm ‘GRBgis’ in (GRB verwijst naar het Grootschalig Referentie Bestand). Als je het GRBgis gevonden hebt, klik je het aan en kies je voor ‘Download’ (bij de versie ‘Esri Shape’). Als je nog niet aangemeld was, kan je dat nu nog steeds doen. Dat is nodig om de kaart te kunnen downloaden.

De catalogus van Geopunt

Zoekresultaten in Geopunt

De GRBgis-download in Geopunt

De GRBgis-download in Geopunt

In stap 1 laat Geopunt je kiezen welke entiteiten je precies van het GRB wil downloaden. Het GRB bevat namelijk verschillende soorten informatie (wegen, percelen, gebouwen…). Kies in deze stap voor ‘Alle entiteiten’. Later kan je nog kiezen welke informatielagen je wil toevoegen aan je QGIS-project.

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 1)

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 1)

In stap 2 kan je het type versnijding van je kaart kiezen. Als je de kaart toevoegt zonder versnijding, krijg je een kaart van heel Vlaanderen. Door de kaart wel te versnijden, kan je zelf een gebied binnen Vlaanderen kiezen waarvan je de informatie nodig hebt. Je kan bijvoorbeeld een zone op de kaart tekenen, maar je kan ook kiezen om voor een of meerdere gemeentes de kaart te downloaden. Die laatste mogelijkheid is aangeraden wanneer je werkt met de Popp-kaarten, waarover dadelijk meer. Als je je type versnijding gekozen hebt, selecteer je de juiste gebieden en klik je op ‘Volgende’.

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 2)

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 2)

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 2b)

Configureren van GRBgis in Geopunt – kiezen van gemeentes op de kaart (stap 2)

In stap 3 vink je ‘Recentste versie’ aan, kies je als bestandsformaat ‘Shapefile’ en vul je je e-mailadres in. Klik op ‘Downloaden’ om het bestand te downloaden.

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 3)

Configureren van GRBgis in Geopunt (stap 3)

Overzicht van je downloads in Geopunt

Overzicht van je downloads in Geopunt

Het hedendaagse kadaster toevoegen aan je eigen project

Om het bestand toe te voegen aan je QGIS-project, moet je het eerst op de juiste plaats op je computer zetten:

  1. Ga naar de map met downloads op je computer.
  2. Klik met je rechtermuisknop op het bestand, kies ‘Alles uitpakken…’ en zet je bestand in je GIS-mapje. Dit uitgepakte bestandje is wat je nodig hebt om de kaart in QGIS toe te voegen.

Eens de kaarten in de juiste map staan, ga je terug naar je QGIS-omgeving om de kaart op te laden:

  1. In de menubalk bovenaan klik je op ‘Kaartlagen’.
  2. Kies voor ‘Databronnen beheren’.

    Een kaart opladen in QGIS via Databronnen beheren

    Hedendaags kadaster toevoegen – Stap 1-2

  3. Er opent een nieuw venster. Om de shapefile van Geopunt toe te voegen, kies je in het grijze menu aan de linkerkant voor ‘Vector’.
  4. Kies bovenaan bij het type bron voor ‘Map’. De shapefile die je hebt gedownload is immers een map en geen enkelvoudig bestand.
  5. Nu kan je bij ‘Vector-databron(nen)’ op de drie puntjes klikken. Selecteer de juiste shapefile-map op je computer.
  6. Klik in QGIS rechts onderaan op ‘Toevoegen’.

    Een vector-kaart opladen in QGIS via Databronnen beheren

    Hedendaags kadaster toevoegen – Stap 4-6

  7. Er verschijnt een nieuw venstertje waarin je de keuze krijgt uit verschillende lagen. Selecteer degene die jij wil toevoegen aan je project.
    • Als je er meerdere wil kiezen, kan je ze aanklikken terwijl je je Ctrl-toets ingedrukt houdt.
    • Stel dat je bijvoorbeeld de lagen voor gebouwen en wegen wil importeren, dan selecteer je zowel GbgXXXXXX (gebouwen) en WbnXXXXXX (wegbanen). Ook AdpXXXXX (administratief perceel) en GbaXXXXX (gebouwaanhorigheid) zijn aangewezen. In plaats van XXXXXX zie je steeds het gemeentenummer in het hedendaags kadaster.
  8. Klik op ‘Lagen toevoegen’ en sluit het venster ‘Databronnen beheren’.

    Kaarten opladen in QGIS door shapefile-bestanden te selecteren

    Hedendaags kadaster toevoegen – Stap 7-8

  9. In het paneel ‘Lagen’ links in de QGIS-omgeving verschijnen de geselecteerde lagen.

HISTORISCHE KAARTEN

Wanneer je zelf een historische kaart maakt, is het uiteraard interessant om met bestaande oude kaarten te werken. In QGIS kan je afbeeldingen van historische kaarten toevoegen aan je project. Je hebt daarin twee types:

  1. Afbeeldingen van historische kaarten waaraan al geografische informatie is toegevoegd.
  2. Afbeeldingen van historische kaarten waarbij dat nog niet is gebeurd.

In Geopunt kan je naast hedendaagse kadasterkaarten ook historische kaarten terugvinden. Die kaarten bevatten al de juiste geografische informatie en zullen dus meteen op de juiste plaats verschijnen. In tegenstelling tot het opladen van de hedendaagse kadasterkaart, kan je historische kaarten met een plug-in rechtstreeks in QGIS zoeken en toevoegen. Daarvoor moet je eerst de juiste plug-in installeren:

  1. Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Plug-ins’.
  2. Kies voor ‘Plug-ins beheren en installeren…’.

    Plug-ins beheren en installeren in QGIS

    Geopunt plug-in installeren – Stap 1-2

  3. Er opent een nieuw venster. Kies in het grijze menu aan de linkerkant voor ‘Alles’ en zoek in de zoekbalk naar Geopunt4Qgis. Dat is de plug-in die je nodig hebt om vanuit QGIS toegang te krijgen tot Geopunt.
  4. Als je de plug-in in de resultatenlijst aanklikt, krijg je meer uitleg over de mogelijkheden van Geopunt4Qgis.
  5. Kies voor ‘Plug-in installeren’.
  6. Sluit het ‘Plug-ins’-venster.

    De Geopunt-plugin installeren in QGIS

    Geopunt plug-in installeren – Stap 3-6

Er verschijnt een extra werkbalk in QGIS met verschillende gele icoontjes: dit is de Geopunt-werkbalk.

Als je dit niet te zien krijgt, ga je in de menubalk bovenaan naar ‘Beeld’ en dan naar ‘Werkbalken’. In de lijst die verschijnt, kan je aanvinken welke werkbalken je zichtbaar wil maken in de QGIS-omgeving. Vink hier de ‘Geopunt toolbar’ aan. Als de balk nog steeds niet verschijnt, sla je je project op, sluit je het af en start je het opnieuw op.

De Geopunt toolbar in QGIS

De Geopunt toolbar in QGIS

Historische kaarten toevoegen vanuit Geopunt doe je op de volgende manier:

  1. Klik in de Geopunt werkbalk op ‘Datavindplaats’.
  2. Er opent een nieuw venster waar je kan zoeken naar de gewenste kaart. In dit voorbeeld zullen we de Popp-kaart toevoegen. In de zoekbalk typ je ‘popp’ en klik je op ‘Zoek’.
  3. Bij de zoekresultaten klik je vervolgens op ‘Raadpleegdienst voor historische cartografie’.
  4. Kies onderaan voor ‘WMS toevoegen’.
  5. Er opent een nieuw venster waar je uit een lijst de juiste kaart kan selecteren.
    • In dit voorbeeld kiezen we voor de Popp-kaart (‘Popp-kaart (1842-1879), Vlaanderen’), maar er zijn ook heel wat andere kaarten waaruit je kan kiezen, zoals bijvoorbeeld de Ferraris-kaart.

      De Popp-kaart toevoegen in QGIS via de Geopunt-toolbar

      Historische kaarten toevoegen – Stap 1-5

  6. Wanneer je de juiste kaart geselecteerd hebt, klik je op ‘OK’.
  7. Sluit het ‘Datavindplaats’-venster .
  8. De historische kaart verschijnt nu in je project. Je kan dit zien in het paneel ‘Lagen’ aan de linkerkant van de QGIS-omgeving.

Het kan ook zijn dat je een afbeelding van een historische kaart hebt die je wil gebruiken, maar dat die nog geen geografische informatie bevat. Je zal zelf die geografische informatie moeten toevoegen aan de afbeelding: dat heet ‘georefereren’. Hoe je dat doet, lees je in deze praktijktip.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Preview van je webkaart in QGIS

Hoe kan je in QGIS je project delen met anderen?

Hoe kan je in QGIS je project delen met anderen?

In een QGIS-project werk je vaak met verschillende kaartlagen. Eén zo’n laag bestaat in feite uit verschillende bestandjes. QGIS combineert de informatie uit al die bestandjes om tot de kaartlaag te komen die jij ziet. Op je computer staan dus heel wat bestanden die jij nodig hebt om aan je project te kunnen werken. Dat is niet erg handig als je jouw eigen project aan iemand anders wil kunnen bezorgen, want dan moet je alle bestanden in hun juiste samenhang kunnen doorsturen. 

JE PROJECT OPSLAAN ALS EEN GEOPACKAGE

Je kan die verschillende bestandjes omzetten in één enkel bestand door een kaartlaag op te slaan als een GeoPackage. Dat is een open indeling waarmee je je project kan opslaan als één geheel. Je bekomt dan een bestand met een lichte bestandsgrootte dat je kan delen met anderen. 

Principe van een Geopackage in QGIS

Principe van een Geopackage (Bron: Waterschap Hunze en Aa’s, via https://kennis.hunzeenaas.nl/index.php/Id-7a98a27e-3178-4e83-912b-872207ebfd50)

Een GeoPackage maken van één kaartlaag 

Om een kaartlaag om te zetten in een GeoPackage, klik je met je rechtermuisknop op de laag in het paneel links in QGIS, kies je voor ‘Exporteren’ en vervolgens voor ‘Objecten opslaan als…’. Er opent een nieuw venster. 

Kaart in QGIS exporteren als geopackage

Export starten

Voeg in het nieuwe dialoogvenster de juiste gegevens toe voor de export: 

  1. Bij ‘Indeling’ kies je voor ‘GeoPackage’ om je laag als GeoPackage op te slaan. 
  2. Kies bij ‘Bestandsnaam’ een naam voor je nieuwe bestand en een locatie op je computer. 
  3. Kies bij ‘Laagnaam’ een naam voor de laag die je wil exporteren. Dit mag een andere naam zijn dan degene die je koos bij ‘Bestandsnaam’. 
  4. Zorg ervoor dat je CRS juist staat. Voor een kaart die een gebied in het huidige België beslaat, kies je voor Belgian Lambert 72. 
  5. Je kan de functie ‘Voeg opgeslagen bestand toe aan kaart’ uitvinken. 
  6. Klik op ‘OK’ om je GeoPackage op te slaan.

    Vectorlaag in QGIS opslaan als geopackage

    Kaartlaag opslaan als Geopackage – Stap 1-6

Een GeoPackage maken van meerdere kaartlagen 

Om een GeoPackage te maken waarin je meerdere kaartlagen opslaat, ga je op een gelijkaardige manier tewerk. Je moet daarvoor steeds laag per laag exporteren als GeoPackage, maar in het dialoogvenster ‘Vectorlaag opslaan als…’ kies je bij het veld ‘Bestandsnaam’ precies dezelfde locatie. 

Als je dus bij de eerste laag die je exporteert een naam en locatie kiest, maakt QGIS een GeoPackage aan op die locatie. Bij de volgende laag die je daaraan wil toevoegen, kies je gewoon die GeoPackage als je bestemming. 

Een GeoPackage importeren 

Je kan je eigen project omzetten in een GeoPackage, maar je kan ook een GeoPackage van iemand anders krijgen om aan je project toe te voegen. Daarvoor moet je die GeoPackage importeren in QGIS. 

  1. Ga naar het ‘Browser’-paneel in QGIS. Dit is een overzicht van alle bestanden op je computer. 
  2. Kies hier het juiste bestand en sleep je GeoPackage naar het paneel met de verschillende kaartlagen. 
  3. Je hebt nu het bestand geïmporteerd en kan er zelf mee aan de slag. 
Een Geopackage importeren in QGIS via het browserpaneel

Geopackage importeren via het browserpaneel

Wanneer je een GeoPackage importeert in QGIS, kent QGIS automatisch een nieuwe, bijkomende id toe aan elk object. Deze gegevens verschijnen in een nieuwe kolom in de attributentabel met de naam ‘fid’. QGIS heeft deze fid nodig om te kunnen werken met de gegevens in de tabel, dus je kan deze kolom niet verwijderen. 

Attributentabel in QGIS met fid-veld bij geimporteerde vectorlagen

Nieuwe attributentabel met ‘fid’

JE PROJECT OMZETTEN IN HTML-CODE

Je kan een project delen door het om te zetten in GeoPackage, maar je kan het ook omzetten in html-code. Het voordeel daarvan is dat iemand zonder QGIS-software je project toch op hun eigen computer kan bekijken. Als je zelf over een server beschikt, kan je deze html-code gekruiken om je (interactieve) kaart op je website te zetten. 

Plug-in installeren 

Om je project om te zetten in html-code heb je de juiste plug-in nodig. Met een plug-in breid je bestaande functies van programma’s uit. De plug-in QGis2web maakt het mogelijk om in QGIS de html-code aan te maken. Daarvoor moet je de plug-in eerst installeren: 

  1. Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Plug-ins’. 
  2. Kies ‘Plug-ins beheren en installeren…’. 
  3. Er opent een nieuw venster. Zorg ervoor dat je in het grijze menu aan de linkerkant voor ‘Alles’ kiest. 
  4. Zoek nu in de zoekbalk bovenaan naar QGis2web. 
  5. Klik de plug-in aan in de lijst met zoekresultaten en gebruik de knop ‘Plug-in installeren’. 
  6. Je kan nu het venster met de plug-ins sluiten. 
Plug-in qgis2web installeren in QGIS

Plug-in qgis2eb installeren

Project voorbereiden 

Voor je de html-code aanmaakt, moet je nog enkele gegevens in je project aanvullen of aanpassen. Dit is nodig omdat de gegevens in kwestie getoond worden op je webkaart. 

  1. Klik in de grijze, horizontale balk onderaan in de QGIS-omgeving op het coördinaat referentiesysteem.

    Kaart in QGIS voorbereiden om te exporteren als webkaart

    Project voorbereiden – Stap 1

  2. Je komt terecht in een nieuw venster met de projecteigenschappen. 
  3. Ga in het grijze menu aan de linkerkant naar ‘Algemeen’. 
  4. Kies een ‘Thuis voor project’. Dit is een locatie op je computer waar alle bestanden binnen je project gecentraliseerd zijn. De html-code verwijst naar deze locatie en zal op basis daarvan de juiste gegevens terugvinden. 
  5. Kies een ‘Project titel’. Deze titel zal verschijnen op je webkaart. 
  6. Klik op ‘OK’ onderaan het venster.

    Thuislocatie instellen voor je project in QGIS

    Project voorbereiden – Stap 2-6

Een webkaart maken 

Als je je project voorbereid hebt, kan je beginnen met het aanmaken van de html-code: 

  1. Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Web’. 
  2. Kies ‘qgis2web’ en vervolgens ‘Create web map’. Er opent een nieuw venster.

    Maak een webkaart aan in QGIS via gqis2web

    Webkaart maken – Stap 1-2

  3. In het tabblad ‘Layers and Groups’ kies je welke lagen uit je project je wil tonen op de webkaart. Zorg ervoor dat zowel ‘Visible’ als ‘Popups’ zijn ingeschakeld. 
  4. Bij de lijst met ‘Popup fields’ zie je dat deze velden verwijzen naar de informatie die opgeslagen is in de attributentabel van die laag. Je kan hier kiezen welke informatie je wil tonen en welke niet. De informatie die je zichtbaar wil maken, zet je op ‘inline label – visible with data’. 
    • In de webkaart zal deze informatie verschijnen wanneer je met je muis over de kaart hovert. 
  5. Onderaan het venster kan je kiezen hoe je je kaart wil weergeven. Kies hier voor de optie ‘Leaflet’. 
  6. Als je iets aanpast, kan je een preview bekijken aan de rechterkant. Klik onderaan op ‘Update preview’ telkens je de preview wil vernieuwen.

    Kies de juiste eigenschappen voor je webkaart in QGIS

    Webkaart maken – Stap 3-6

  7. Om je webkaart op te slaan en te exporteren, ga je naar het tabblad ‘Export’. Maak hiervoor eerst een map aan op je computer waar je de html-code kan opslaan. 
  8. Kies bij ‘Exporter’ de optie ‘Export to folder’ en vervolgens bij de drie puntjes de map die je net hebt aangemaakt als bestemming. 
  9. Zorg ervoor dat de optie ‘Minify GeoJSON files’ is ingeschakeld. Zo wordt het geëxporteerde bestand niet te zwaar. 
  10. Druk onderaan op de knop ‘Export’.

    Exporteer je kaart in QGIS als webkaart via qgis2web

    Webkaart maken – Stap 7-10

  11. Je project staat nu in de vorm van html-code op je computer.

    Preview van je webkaart in QGIS

    Webkaart maken – Stap 7-11

Als je je project als html-bestand wil delen, moet je de volledige map doorsturen. Je zal zien dat in deze map verschillende bestanden opgeslagen zijn. Die zijn allemaal nodig om de kaart te kunnen lezen. 

Als je zelf voldoende IT-kennis hebt, kan je de html-code ook gebruiken om je kaart te tonen op het internet. Als je de mapjes deelt, worden ze namelijk omgezet in een html-code die je aan je eigen website kan toevoegen. 

QGIS-kaart als html-code die je op je eigen website kan plaatsen

QGIS-kaart als html-code op je eigen website

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen. 

Hier kan je terecht voor meer hulp: 

Gegeorefereerde kaart in QGIS zonder zwarte rand

Hoe kan je kaarten georefereren in QGIS?

Hoe kan je kaarten georefereren in QGIS?

Als je een eigen historische kaart zonder geografische data wil opladen in QGIS, moet je die eerst georefereren. Dankzij het georefereren kan je oude kaarten virtueel over moderne kaarten leggen en vergelijken. Door overeenkomstige punten aan te duiden, weet QGIS welk gebied je historische kaart afbeeldt.

Om je kaart te georefereren heb je eerst een basiskaart nodig die al geografische data bevat. In dit voorbeeld gebruiken we de ‘ESRI World Topo’-kaart. Zoek de wereldkaart via het paneel ‘Search QMS’ en voeg de kaart toe aan je project. Meer uitleg over hoe je dat doet, vind je in deze praktijktip.

De kaart die je wil georefereren, kan een afbeelding zijn die je zelf gemaakt hebt of een afbeelding die je ergens gedownload hebt. Om de kaart te kunnen georefereren sla je de afbeelding eerst op als TIFF-bestand. Zet het bestand in de juiste map op je computer. In dit voorbeeld werken we met een historische kaart van de stad Veurne die je hier kan terugvinden in de Beeldbank van Onroerend Erfgoed Vlaanderen.

Nu je de twee kaarten hebt klaargezet op je computer, kan je in de QGIS-omgeving verder aan de slag:

  1. Ga via ‘Kaartlagen’ in de menubalk bovenaan naar de ‘Georeferencer…’.

    De Georeferencer openen in QGIS

    De Georeferencer openen – Stap 1

  2. Er opent een nieuw venster: hierin zal je de georeferentie uitvoeren. Voor je dat doet, moet je eerst enkele instellingen in orde brengen.

    De Georeferencer in QGIS

    De Georeferencer openen – Stap 2

INSTELLINGEN VAN DE GEOREFERENCER

Als je het ‘Georeferencer’-venster geopend hebt, kan je de instellingen juist zetten:

  1. Klik op het gele tandwieltje in de werkbalk.
  2. Er opent een nieuw venster met de transformatie instellingen. Eerst kies je een type transformatie.
    • Meestal kan je gewoon kiezen voor ‘Polynoom 1’. Stel dat je een historische kaart hebt waarvan de nauwkeurigheid ondermaats is, bijvoorbeeld de Ferraris-kaart, dan kies je best voor de optie ‘Thin Plate Spline’. Die functie vervormt je afbeelding totdat de kaart past op je moderne kaart.
    • Meer info over de transformatie-types hier.
  3. Hierna kies je het coördinatensysteem dat je wil gebruiken voor de historische kaart.
    • Als je kaart een gebied in het huidige België beslaat, selecteer je bij ‘Doel-CRS’ het Belgische coördinatensysteem (EPSG:31370 – BD72 / Belgian Lambert 72).
  4. Bij het veld ‘Uitvoerbestand’ kies je een naam voor de kaart en bepaal je waar op je computer je de gegeorefereerde kaart wil opslaan. Je zet dit ook best weer in je centrale GIS-mapje.
  5. De twee opties helemaal onderaan de instellingen (‘GPC-punten opslaan’ en ‘Na afloop in project laden’) vink je aan.
    • Zo zorg je ervoor dat je de geografische data, die je dadelijk zelf zal aanmaken, bewaart en dat de nieuwe gegeorefereerde kaart meteen in je QGIS-project toegevoegd wordt.

      Transformatie-instellingen van de Georeferencer in QGIS

      De Georeferencer juist instellen – Stap 2-5

  6. Klik nu op ‘OK’ om de instellingen toe te passen.

GEOREFEREREN: PUNTEN AANDUIDEN

Eens de instellingen juist staan, kan je beginnen aan de georeferentie. Zorg ervoor dat je in de QGIS-omgeving de moderne basiskaart zichtbaar hebt gemaakt. Nu kan je in het ‘Georeferencer’-venster de afbeelding van je historische kaart toevoegen:

  1. Klik in de werkbalk bovenaan op ‘Raster openen…’.

    Een kaart toevoegen in de Georeferencer van QGIS

    Kaart toevoegen in de Georeferencer – Stap 1

  2. Kies het juiste bestand op je computer. Je ziet de kaart verschijnen in de Georeferencer.

Je kan nu beginnen met het aanduiden van punten op de kaart om te georefereren:

  1. Klik op de optie ‘Punt toevoegen’ in de werkbalk bovenaan.

    Een punt toevoegen in de Georeferencer van QGIS

    Punten aanduiden in de Georeferencer – Stap 1

  2. Ga op zoek naar punten op je historische kaart die je gemakkelijk kan terugvinden op de moderne kaart.
    • Goede punten zijn bijvoorbeeld kruispunten. Duid daarvoor altijd het midden van het kruispunt aan. Ook bij wegen kies je best het midden, want de randen kloppen meestal niet.
  3. Eens je een herkenbaar punt gekozen hebt, klik je dit aan op de afbeelding.

    Een punt aanduiden op de kaart in de Georeferencer van QGIS

    Punten aanduiden in de Georeferencer – Stap 2-3

  4. Er verschijnt een nieuw venstertje waar je kan invullen welke coördinaten het gekozen punt heeft. Als je die coördinaten toevallig kent, kan je ze handmatig ingeven, maar omdat we in dit voorbeeld een moderne basiskaart hebben klaargezet, kan je die gebruiken om de juiste coördinaten toe te kennen. Klik daarvoor op ‘Van kaartvenster’.

    Een punt kiezen van het kaartvenster voor de Georeferencer in QGIS

    Punten aanduiden in de Georeferencer – Stap 4

  5. Je krijgt nu de moderne kaart te zien. Zoek hier naar het punt dat overeenkomt met het punt dat je aangeduid had op de historische kaart.
  6. Klik dit punt aan op de moderne kaart en klik vervolgens op ‘OK’.

    Een punt aanduiden op het kaartvenster voor de de Georeferencer in QGIS

    Punten aanduiden in de Georeferencer – Stap 5-6

  7. Je komt opnieuw terecht in de Georeferencer waar dat punt nu verschenen is als een rode stip.

    Een gegeorefereerd punt in de Georeferencer van QGIS

    Punten aanduiden in de Georeferencer – Stap 7

Om een historische kaart succesvol te georefereren, moet je minstens vier punten van de hedendaagse kaart overnemen. Herhaal de vorige stap nog minstens drie keer.

NAUWKEURIGHEID VAN GEOREFERENTIE-PUNTEN

Wanneer je verschillende punten aan het georefereren bent, zie je onderaan een tabel verschijnen met elk punt dat je hebt aangeduid. Onderaan die tabel zie je een waarde voor de ‘Gemiddelde fout’. Dit getal geeft aan hoe groot de fout is in de gelijkschakeling van je historische met je moderne kaart. In de tabel kan je kijken hoe groot de fout per punt is in de ‘Residu’-kolom.

Gemiddelde fout en residu-kolom in de Georeferencer van QGIS

Gemiddelde fout en residu-kolom in de Georeferencer

De Georeferencer drukt het residu meestal uit in pixels, maar je kan dit aanpassen zodat je een getal in meter krijgt:

  1. Ga in de Georeferencer bij de menubalk naar ‘Extra’.
  2. Kies voor ‘Georeferencer configureren…’.
  3. Kies bij de opties voor ‘Residu eenheden’ voor ‘Mapeenheden gebruiken indien mogelijk’ en klik vervolgens op ‘OK’.
  4. Je gemiddelde fout wordt nu weergegeven in meters.
Aanpassen van de residu-eenheid in QGIS

Aanpassen van de residu-eenheid

Je kan er best voor zorgen dat het residu steeds onder 1 blijft. In de tabel met de verschillende punten kan je zien welke punten met een kleinere of grotere fout zijn aangeduid. Bovendien kan je punten aan- en uitvinken om te kijken welk effect ze hebben op de gemiddelde fout.

Als je een punt met een groot residu wil aanpassen, kan je in de werkbalk gebruik maken van twee functies: punten verwijderen en punten verplaatsen. Met de knop ‘Punt verwijderen’ kan je een punt kiezen dat je niet meer wil gebruiken. Met de knop ‘GCP-punt verplaatsen’ kan je een punt verslepen op de kaart, om zo de fout kleiner te maken.

Punten aanpassen in de Georeferenecr van QGIS

Punten aanpassen in de Georeferenecr

Eens je minstens vier punten hebt aangeduid, kan je bijkomende punten definiëren om je georeferentie nauwkeuriger te maken. Om het terugvinden van overeenkomstige punten tussen de historische en moderne kaart gemakkelijker te maken, kan je de Georeferencer koppelen aan de QGIS-omgeving. Als je dan inzoomt op de historische kaart, zal QGIS dat automatisch op dezelfde plek op de moderne kaart ook doen.

  1. In de werkbalk van de Georeferencer ga je naar ‘Weergave’.
  2. Daar kan je de twee nodige functies aanzetten: ‘Georeferencer linken aan QGIS’ en ‘QGIS linken aan Georeferencer’.
  3. Zoek het juiste gebied terug in de viewer en je zal zien dat inzoomen en uitzoomen steeds op beide kaarten tegelijk gebeurt.

Pas op: Een historische kaart zal nooit helemaal nauwkeurig zijn. Kies zelf hoever je de kaart georefereerd en hoeveel bijkomende puntjes je aanduidt.

GEOVERWIJZINGEN STARTEN

Zodra je alle punten hebt aangeduid, sla je ze op (deze optie staat bij het menu onder ‘Bestand’ en dan ‘GCP-punten opslaan als…’), waarna je de georeferentie voltooit. Dit doe je door op ‘Geoverwijzingen starten’ te klikken (het groene pijltje). Je kan de Georeferencer nu sluiten, maar doe dit alleen als je er zeker van bent dat je alles hebt opgeslagen!

Geoverwijzingen starten in de Georeferencer van QGIS

Geoverwijzingen starten in de Georeferencer

GEGEOREFEREERDE HISTORISCHE KAART IN DE QGIS-OMGEVING

Als je de geoverwijzingen gestart hebt, verschijnt de historische kaart met de nieuwe geografische informatie in de QGIS-omgeving van je project. In het paneel ‘Lagen’ aan de linkerkant zal je de kaart ook zien verschijnen.

Een gegeorefereerde kaart in QGIS

Een gegeorefereerde kaart in QGIS

Hoewel je in het begin van het georeferentie-proces hebt aangeduid dat je wilde werken in het Belgische coördinatensysteem, kan dit verspringen wanneer de geoverwijzingen voltooid zijn. Kijk daarom rechts onderaan in de balk na of het EPSG nog steeds juist staat. Zo niet, klik je in die balk op het EPSG en kies je terug voor EPSG:31370, het Belgische systeem.

Het EPSG nakijken bij een gegeorefereerde kaart in QGIS

Het EPSG nakijken bij een gegeorefereerde kaart

ZWARTE RAND VERWIJDEREN

Wanneer je gegeorefereerde kaart in je project verschijnt, is het mogelijk dat er een zwarte rand zichtbaar is. Hoe ouder een kaart, hoe minder nauwkeurig die getekend was, waardoor je nooit helemaal een perfecte georeferentie kan bekomen. Daardoor rekt de kaart wat uit en verschijnt er een zwarte rand, maar die kan je verwijderen.

Zwarte rand bij een gegeorefereerde kaart in QGIS

Zwarte rand bij een gegeorefereerde kaart

De zwarte rand verwijderen doe je op de volgende manier:

  1. Klik in het paneel ‘Lagen’ met je rechtermuisknop op de historische kaart.
  2. Kies ‘Eigenschappen’.
  3. Er opent een nieuw venster waar je in het grijze menu aan de linkerkant kan kiezen voor ‘Transparantie’.
  4. Bij ‘Globale opaciteit’ kan je de transparantie van de kaart aanpassen. Als je wil dat je kaart gewoon ondoorzichtig blijft, laat je deze waarde op 100 procent staan.
  5. Om de zwarte rand te verwijderen vul je het veld ‘Aanvullende ‘no data’ waarde’ in met het cijfer ‘0’.
  6. Klik nu op ‘OK’ om de instelling toe te passen en sluit het venster met de laageigenschappen.

    Zwarte rand verwijderen bij een gegeorefereerde kaart in QGIS

    Zwarte rand verwijderen – Stap 3-6

  7. Je zal zien dat de zwarte rand verdwenen is.

    Gegeorefereerde kaart in QGIS zonder zwarte rand

    Zwarte rand verwijderen – Stap 7

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Attributentabel in QGIS met bijgevoegde gegevens van een dataset gekoppeld aan de kaartlaag

Hoe koppel je een dataset aan een kaart in QGIS?

Hoe koppel je een dataset aan een kaart in QGIS? 

In QGIS kan je geografische informatie koppelen aan niet-geografische informatie. Stel dat je de bewoners van Aarschot aan het einde van de twintigste eeuw in kaart wil brengen, kan je de locatie van verschillende huizen (geografische informatie) koppelen aan de namen van de inwoners (niet-geografische informatie).

Wanneer je zelf een kaart tekent in QGIS, kan je wat je tekent meteen voorzien van allerlei informatie. Je zou bijvoorbeeld alle huizen in Aarschot in de jaren 1890 kunnen tekenen en in QGIS ingeven welke mensen in welke huizen woonden. Al die data wordt opgeslagen in een attributentabel. Hoe je precies een kaartlaag tekent, lees je in deze praktijktip.

Het kan ook zijn dat je zelf een dataset hebt, bijvoorbeeld een Excel-lijst, met informatie die je wil verwerken in je kaart. In dit voorbeeld hebben we, op basis van de Popp-kaart (1842-1879), zelf een kaart getekend met de verschillende percelen in Zoutenaaie. Daarnaast hebben we een Excel-lijst met allerlei gegevens uit de kadastrale legger over die percelen, zoals de naam van de eigenaar, het type perceel, de oppervlakte… De bedoeling is om die dataset met extra informatie te koppelen aan de kaartlaag die we al getekend hebben. Daarvoor moet je:

  1. Je Excel-bestand voorbereiden. 
  2. Het Excel-bestand importeren in QGIS. 
  3. Een koppeling maken tussen het Excel-bestand en je kaartlaag. 
  4. Controleren of de koppeling goed gelukt is. 

EXCEL-BESTAND VOORBEREIDEN

Wanneer je je dataset zal koppelen, moet QGIS kunnen weten welke informatie uit je Excel-lijst bij welke polygoon hoort. Je moet er daarom voor zorgen dat er een link gelegd kan worden tussen elke polygoon en de bijhorende data (meer uitleg over het tekenen van polygonen vind je in deze praktijktip). Je kan dit doen met de unieke id-nummers van de polygonen.

In het voorbeeld van Zoutenaaie hebben we ervoor gezorgd dat het id-nummer van een getekend perceel gelijk is aan het sectienummer van dat perceel in onze Excel-lijst. Zo is er dus een overeenkomstige waarde en kan QGIS later de juiste data aan de juiste polygoon koppelen.

Voor je je dataset kan koppelen, moet je eerst je Excel-lijst opkuisen en structureren. 

  1. Je zet best de kolom op basis waarvan je de dataset wil koppelen, helemaal vooraan in je lijst. In dit voorbeeld is dat de kolom met de sectienummers. Je kan die kolom gewoon knippen en plakken. 
  2. Verwijder overtollige gegevens in de lijst. Bij velden waar een ‘X’ of ‘/’ zou staan, moet dit verwijderd worden. Als je ergens geen informatie hebt, laat je het veld gewoon leeg. 
  3. Zorg ervoor dat Excel jouw dataset herkent als een tabel, want dat is makkelijker om met je lijst te werken. 
    • Geef elke kolom bovenaan een titel. Selecteer dan het hele bereik van je dataset, klik vervolgens in de menubalk bovenaan op ‘Invoegen’ en kies dan voor ‘Tabel’. 
    • In het venstertje dat verschijnt, vink je aan dat je tabel kopteksten heeft en klik je vervolgens op ‘OK’.

      Een tabel maken in Excel

      Excel-bestand voorbereiden – Stap 3

  4. Sorteer je eerste kolom (de kolom waarmee je wil koppelen) zodat de nummers oplopend zijn. In dit voorbeeld zorgen we er voor dat de sectienummers in volgorde staan van laag naar hoog.

    Van een ruwe dataset tot een gestructureerde tabel in Excel

    Een Excel-bestand voorbereiden – Stap 4

EXCEL-BESTAND IMPORTEREN IN QGIS

Om de dataset te kunnen koppelen aan je kaartlaag, moet je de dataset importeren in QGIS. Dat kan op twee manieren. 

  1. Open in QGIS het ‘Browser’-paneel. Dit staat aan de linkerkant van de QGIS-omgeving.
            Als je dit paneel niet kan zien, ga dan in de menubalk bovenaan naar ‘Beeld’, kies voor ‘Panelen’ en vink ‘Browser’ aan.
    Dit paneel is een overzicht van alle bestanden die op je computer staan. Je kan het Excel-bestand opzoeken in de map waar je het bewaarde. Dubbelklik op het bestand om het toe te voegen in QGIS. De dataset verschijnt nu in het paneel met de verschillende lagen. 
  2. Je kan ook het Excel-bestand rechtstreeks vanuit de map op jouw computer naar de lagen in QGIS slepen. 
Het browserpaneel in QGIS

Het browserpaneel in QGIS

HET KOPPELEN VAN DE GEGEVENS

Nu je je dataset geïmporteerd hebt, kan je de overeenkomstige waarde tussen de polygonen en de dataset(tabel) koppelen, in dit voorbeeld de sectienummers. 

  1. Klik met je rechtermuisknop op de polygonenlaag en kies voor ‘Eigenschappen’. 
  2. Er opent een nieuw venster. In het grijze menu aan de linkerkant ga je naar ‘Koppelingen’. 
    • Hierin worden alle datasets getoond die gekoppeld zijn aan je polygonenlaag. Op dit moment zie je daarom nog een wit, leeg veld. 
  3. Links onderaan in het venster staat een groen plus-teken. Als je daarop klikt, kan je een laag toevoegen. 
  4. Er opent een nieuw venstertje. Hier moet je aangeven welke velden overeenkomen tussen je dataset en je polygonen. 
  5. Bij de ‘Koppellaag’ kan je kiezen welke dataset je wil koppelen, in dit geval het Excel-bestand met gegevens over de percelen in Zoutenaaie. 
  6. Bij het ‘Koppelveld’ kies je de waarden uit je dataset (je Excel-bestand) die je wil linken. In dit voorbeeld zijn dat de sectienummers. 
  7. Het ‘Doelveld’ verwijst naar de waarde die we willen koppelen uit de polygonenlaag, in dit voorbeeld de unieke id-nummers. 

Omdat QGIS de gegevens uit het Excel-bestand zal toevoegen aan de bestaande attributentabel van de polygonenlaag, kan het handig zijn om voor jezelf duidelijk te maken welke gegevens je in QGIS zelf hebt ingevoerd en welke je geïmporteerd hebt. Je kan er daarom voor zorgen dat de kolomtitels van geïmporteerde data een voorvoegsel krijgen in de attributentabel. 

  1. Vink de functie ‘Voorvoegsel voor naam aangepast veld’ aan en typ in het veld eronder een zelfgekozen voorvoegsel. In dit voorbeeld kiezen we voor ‘POPP_’. 
  2. Klik nu op ‘OK’ in het venster ‘Vectorkoppeling toevoegen’. 
  3. Klik vervolgens nog eens op ‘OK’ in het venster van de laageigenschappen. 
Een dataset koppelen aan een kaartlaag in QGIS

Dataset koppelen aan een kaartlaag

CONTROLE VAN DE KOPPELING

Nu je de koppeling tussen dataset en polygonenlaag gemaakt hebt, kan je de attributentabel van de laag openen. Klik met je rechtermuisknop op de laag en kies voor ‘Attributentabel openen’. In de tabel kan je nakijken of alle gegevens correct gekoppeld zijn. De velden die leeg waren in je Excel-lijst, moeten hier op ‘NULL’ staan. Als je ziet dat er nog foutjes in geslopen zijn, moet je de Excel aanpassen en opnieuw importeren en koppelen. 

Attributentabel in QGIS met bijgevoegde gegevens van een dataset gekoppeld aan de kaartlaag

Controle van de koppeling

Als je in je gekoppelde dataset nog gegevens wil verwijderen, toevoegen of aanpassen, kan je dat overigens niet doen in je polygonenlaag, maar moet je dat doen in de attributentabel van de laag met je Excel-bestand. De wijzigingen die je aanbrengt in die tabel zullen automatisch ook veranderen in de kaartlaag die je eraan gekoppeld hebt. 

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen. 

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Hoe kun je Linked Open Data thesauri gebruiken om je collectie te beschrijven?

Hoe kun je Linked Open Data thesauri gebruiken om je collectie te beschrijven?

Bladwijzer 17: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2016 • 17

Een goede collectiebeschrijving is niet alleen noodzakelijk voor een goed beheer van je collectie, maar ook voor de doorzoekbaarheid ervan. Een beschrijving van het geheel en de delen geeft je reeds een overzicht van je collectie, maar hiernaast is ook een goede beschrijving per voorwerp gewenst. Het achterhalen van de gegevens die het verhaal achter elk voorwerp vertellen (bijvoorbeeld het gebruik en de herkomst), vereist echter kennis. Als deze kennis aanwezig is in kleine collectiebeherende organisaties, zit ze vaak verspreid bij verschillende medewerkers. Zij dienen samen te werken bij de beschrijving, niet alleen om ze zo volledig mogelijk te krijgen maar ook te verzekeren dat gelijkaardige voorwerpen een gelijkaardige beschrijving krijgen, en geen verschillende.

Een gelijkaardige beschrijving voor gelijkaardige voorwerpen veronderstelt het gebruik van dezelfde termen. Als je voor de beschrijving van een voorwerp bijvoorbeeld een dialectwoord in plaats van een gestandaardiseerde term gebruikt, zal je het voorwerp nog wel terugvinden in de collectiecatalogus maar mogelijk andere medewerkers niet wanneer zij bij het zoeken andere dialectwoorden gebruiken. Bovendien beperkt een dialect zich steeds tot een bepaalde regio, waardoor het gebruik van dialectwoorden in collectiebeschrijvingen de collecties ontoegankelijk maakt voor geïnteresseerden van buiten de regio. Dit is slechts één voorbeeld waarom je in je collectiebeschrijving steeds moet gebruikmaken van gestandaardiseerde termen zoals die zijn vastgelegd in een thesaurus.

Het normaliseren van je collectiebeschrijving met een geschikte thesaurus is echter een tijdrovende en foutgevoelige taak. Vaak moet je immers eerst voor iedere term de juiste schrijfwijze in de thesaurus opzoeken en deze vervolgens handmatig overnemen in je collectiebeheersysteem. Bovendien zijn thesauri geen statisch gegeven. Ze evolueren doordat ze verder worden uitgebreid en geactualiseerd. Hierdoor loop je al snel het risico dat je termenlijst veroudert. Bovendien wil je je collectiedata mogelijk niet enkel doorzoekbaar maken, maar ze ook verrijken met bijkomende contextuele informatie.

In dit artikel gaan we op zoek naar het antwoord op de volgende vragen: hoe kun je het gebruik van een thesaurus bij het beschrijven van je collectie vereenvoudigen, en ze minder arbeidsintensief en foutgevoelig maken? Biedt het gebruik van Linked Open Data thesauri hiervoor een oplossing? En hoe doe je dat dan in de praktijk?

Mogelijk eindresultaat van een kaart met QGIS voor Zoutenaaie

Hoe maak je een afgewerkte kaart met legenda in QGIS?

Hoe maak je een afgewerkte kaart met legenda in QGIS? 

In QGIS kan je je kaart opmaken met tekst en kleur (in deze praktijktip lees je hoe je dat doet). Zo kan je allerlei informatie rechtstreeks weergeven op je kaart. Zodra je tevreden bent met het resultaat, kan je je kaart exporteren als een afbeelding. Die geëxporteerde kaart kan je gebruiken in een artikel, op een website, in een boek… Je kan je kaart voorzien van volgende elementen: 

  • Kaartbereik 
  • Titel 
  • Legende 
  • Noordpijl 
  • Schaalbalk 
  • Gegevens van de auteur 
  • Rasterlijnen en kaartrand 

JE KAART VOORBEREIDEN

Breng in de QGIS-omgeving eerst in beeld wat je op jouw kaart wil zetten. Zoom zoveel uit of in, totdat je alles in de viewer kan zien dat je op je kaart wil tonen. Je kan labels verwijderen of lagen op inactief zetten als je die niet op je kaart wil. 

JE KAART IN HET ‘LAY-OUT’-VENSTER PLAATSEN

Als je kaart juist in de viewer staat, moet je ervoor zorgen dat ze in het ‘Lay-out’-venster terecht komt: 

  1. Ga in de menubalk bovenaan QGIS naar ‘Project’. 
  2. Kies voor ‘Nieuwe Afdruklay-out’. Er opent een nieuw venster. 
  3. Kies een naam voor je kaart en klik op ‘OK’. 
  4. Er opent een nieuw venster (het ‘Lay-out’-venster). Ga in de menubalk bovenaan naar ‘Item toevoegen’. 
  5. Kies voor ‘Kaart toevoegen’. 
  6. Selecteer een gebied op het witte blad waar je je kaart wil zetten. Je doet dit door in de linkerbovenhoek van het blad te gaan staan, je linkermuisknop ingedrukt te houden, naar de rechterbenedenhoek te slepen en los te laten. Zo kan je zelf kiezen hoe groot je het rode vierkant maakt.

    Je kaart in het Lay-outvenster van de Afdrukweergave plaatsen in QGIS

    Kaart in het ‘Lay-out’-venster plaatsen – Stap 1-6

  7. Je kaart verschijnt binnen het bereik dat je geselecteerd hebt. 

LAY-OUT AANPASSEN

Na de vorige stap staat je kaart waarschijnlijk nog niet helemaal op het blad zoals jij het wil. Je kan daarom  de kaart nog wat verplaatsen en in- of uitzoomen. 

Om je kaart in het midden van het witte blad te zetten doe je het volgende: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Bewerken’. 
  2. Kies voor de knop ‘Item selecteren/verplaatsen’. 
  3. Je kan de kaart verslepen tot ze centraal op het witte blad staat. 

Om de inhoud van je kaart nog te verschuiven (en dus een ander gebied te tonen dan je aanvankelijk geselecteerd had) doe je het volgende: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Bewerken’. 
  2. Kies voor de knop ‘Inhoud verschuiven’. 
  3. Je kan nu de inhoud van de kaart verslepen en zo het bereik dat je op kaart kan zien, aanpassen. 
Item en inhoud verplaatsen in de afdruklay-out van QGIS

Item en inhoud verplaatsen

Om je zichtbare kaart in- of uit te zoomen doe je het volgende: 

  1. Ga in het deelvenster links naar het paneel met de ‘Item-eigenschappen’. 
  2. Bij het onderdeel met de ‘Algemene eigenschappen’ kan je de ‘Schaal’ aanpassen. Door hier een ander getal in te vullen, zal je zien dat de inhoud van je kaart groter of kleiner getoond wordt. 
In- en uitzoomen op je kaart in de afdruklay-out van QGIS

In- en uitzoomen op je kaart

Je kan de lagen of elementen die zichtbaar zijn op je kaart, maar die je eigenlijk niet op de kaart wil tonen, aanpassen. Daarvoor ga je terug naar het hoofdvenster van QGIS en schakel je daar de elementen uit die je niet wil tonen. Ga vervolgens terug naar je kaart in het ‘Lay-out’-venster en klik in het paneel ‘Item-eigenschappen’ op ‘Refresh’. 

De afdruklay-out in QGIS vernieuwen

De afdruklay-out vernieuwen

LAY-OUT VASTZETTEN

Voor je verder gaat met het toevoegen van verschillende kaartelementen, kan je de lay-out die je nu hebt, vastzetten. Zo zal er niets meer onbedoeld verspringen in deze kaartweergave als je in QGIS nog lagen uitschakelt of wijzigt. 

  1. Ga naar het paneel ‘Item-eigenschappen’. 
  2. Bij de opties voor ‘Lagen’ vink je ‘Lagen vergrendelen’ aan. 
  3. Nu kan je ook ‘Stijlen voor lagen vergrendelen’ aanzetten. 
Lagen en stijlen vergrendelen in de afdruklay-out van QGIS

Lay-out vastzetten

ELEMENTEN TOEVOEGEN AAN JE KAART

Rasterlijnen toevoegen

Een kaart heeft vaak rasterlijnen zodat de lezer de kaart beter kan interpreteren. Als je rasterlijnen wil toevoegen aan je eigen kaart, doe je het volgende: 

  1. Selecteer jouw kaart in het paneel ‘Item’. 
  2. In het paneel ‘Item-eigenschappen’ scrol je naar beneden tot je bij het onderdeel ‘Rasters’ komt. 
  3. Klik op het groene plus-teken (‘Voeg een nieuw raster toe’). 
  4. Klik nu op de knop ‘Raster aanpassen’. 
  5. Kies hier het juiste CRS. Voor een gebied in het huidige België kies je Belgian Lambert 72. 
  6. De positie van de rasterlijnen kan je wijzigen door de X- en Y-intervallen aan te passen. 
  7. Er verschijnen rasterlijnen op je kaart. 
Rasterlijnen aanmaken in de afdruklay-out van QGIS

Rasterlijnen aanmaken

Je kan bij je rasterlijnen ook een rand rond de kaart toevoegen. Daarvoor doe je het volgende: 

  1. Als je de X- en Y-intervallen voor je rasterlijnen hebt aangepast, kan je naar beneden scrollen tot je bij het onderdeel ‘Frame’ komt. 
  2. Selecteer bij ‘Randstijl’ een kaderstijl naar jouw smaak. 
Randstijl kiezen in de afdruklay-out van QGIS

Randstijl kiezen

Je kan naast je rasterlijnen, aan de rand van de kaart, ook de coördinaten weergeven. Daarvoor vink je nog iets verder naar beneden de optie ‘Coördinaten tekenen’ aan. Je kan de afstanden en weergaves aanpassen zoals je wil. 

Coordinaat-aanduidingen toevoegen in de afdruklay-out van QGIS

Coördinaat-aanduidingen toevoegen

Je kaart heeft nu rasterlijnen, een rand en coördinaataanduidingen. 

Kaart met rasterlijnen, randstijl en coordinaat-aanduidingen in de afdruklay-out van QGIS

Kaart met rasterlijnen, randstijl en coördinaat-aanduidingen

EEN LEGENDA TOEVOEGEN

Als je informatie met kleur gevisualiseerd hebt op je kaart, moet je een legenda toevoegen zodat de lezer deze kleuren kan interpreteren. Om een legenda aan te maken, doe je het volgende: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Item toevoegen’. 
  2. Kies voor ‘Legenda toevoegen’.

    Een legenda toevoegen in de afdruklay-out van QGIS

    Legenda toevoegen – Stap 1-2

  3. Selecteer met je linkermuisknop ingedrukt een bereik op (of naast) de kaart waar de legenda moet komen. Wanneer je je muisknop terug loslaat, verschijnt de legenda op je kaart en in het paneel ‘Items’. 
  4. Klik in die items-lijst op de legenda zodat deze in het blauw komt te staan. Je hebt nu de legenda geselecteerd. 
  5. In het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ verschijnen nu de mogelijkheden voor de legenda. 
  6. Kies bij de ‘Algemene eigenschappen’ bij de ‘Titel’ een naam voor je legenda. Dit kan gewoon ‘Legenda’ zijn. 

Nu heb je een legenda, maar die ziet er waarschijnlijk nog niet uit zoals je zelf wil. Kies eerst wat er allemaal in je legenda moet staan: 

  1. In het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ scrol je naar het onderdeel ‘Items voor legenda’. 
  2. Vink ‘Automatisch bijwerken’ uit, zodat je zelf meer controle hebt over je legenda. 
  3. Vink onderaan de item-lijst de optie ‘Alleen items tonen die binnen de gekoppelde kaart liggen’ aan. Zo blijven er in de legenda enkel elementen over die je effectief kan zien op je kaart. 
  4. Als er nog steeds items op je legenda staan die je zelf niet wil, kan je die aanklikken om te selecteren. Het item licht dan blauw op.

    Een legenda toevoegen in de afdruklay-out van QGIS - bewerkingen uitvoeren in het paneel item-eigenschappen

    Legenda bewerken – Stap 1-4

  5. Klik vervolgens op het rode min-teken onderaan om dit item te verwijderen. 
  6. Als je de tekst wil veranderen bij een bepaald item, selecteer je dat item door erop te klikken. Via de knop met het gele potlood (‘Geselecteerde item-eigenschappen bewerken’) kom je in een tekstvak terecht waar je tekst kan verwijderen, aanpassen of toevoegen.

    Een legenda toevoegen in de afdruklay-out van QGIS - knoppen voor bewerkingen

    Legenda bewerken – Stap 5-6

  7. Als je items van volgorde wil veranderen, selecteer je ze en gebruik je de blauwe pijltjes. 
  8. Als je nog een nieuwe laag wil toevoegen, druk je op het groene plus-teken (‘La(a)g(en) toevoegen aan legenda’). 

Een NOORDPIJL TOEVOEGEN

Een noordpijl zorgt ervoor dat duidelijk is op welke manier je kaart georiënteerd is. Je voegt dus best ook een noordpijl toe aan je eigen kaart. Dat doe je zo: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Item toevoegen’. 
  2. Kies voor ‘Noordpijl toevoegen’.

    Een noordpijl toevoegen in de afdruklay-out van QGIS

    Noordpijl toevoegen – Stap 1-2

  3. Selecteer met je ingedrukte linkermuisknop een plek op de kaart waar je de pijl wil zetten en laat je muisknop terug los. 
  4. De noordpijl verschijnt op je kaart en in het paneel ‘Items’.

    Een noordpijl in de afdruklay-out van QGIS

    Noordpijl toevoegen – Stap 4

  5. Als je in het paneel ‘Items’ de Noordpijl selecteert, vind je in het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ daaronder alle mogelijkheden voor de noordpijl terug. 
  6. In de ‘SVG-browser’ kan je bij de afbeeldingen zoeken naar een pijl die je zelf leuk vindt.

    Een noordpijl kiezen in de SVG-browser in de afdruklay-out van QGIS

    Noordpijl toevoegen – Stap 6

EEN SCHAALBALK TOEVOEGEN 

Om ervoor te zorgen dat de lezer weet op welke schaal jouw kaart getekend is, kan je een schaalbalk toevoegen. Dat doe je zo: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Item toevoegen’. 
  2. Kies voor ‘Schaalbalk toevoegen’.

    Een schaalbalk toevoegen in de afdruklay-out van QGIS

    Schaalbalk toevoegen – Stap 1-2

  3. Selecteer met je ingedrukte linkermuisknop een plek op de kaart waar je de schaalbalk wil zetten en laat je muisknop terug los. 
  4. De schaalbalk verschijnt op je kaart en in het paneel ‘Items’.

    Schaalbalk in het paneel items in de afdruklay-out van QGIS

    Schaalbalk toevoegen – Stap 4

  5. Als je in het paneel ‘Items’ de schaalbalk selecteert, vind je in het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ alle mogelijkheden voor de schaalbalk terug. 
  6. Zorg dat bij de ‘Algemene eigenschappen’ de juiste kaart geselecteerd staat.

    Een schaalbalk toevoegen in de afdruklay-out van QGIS - de juiste basiskaart aanduiden

    Schaalbalk toevoegen – Stap 6

Eens de schaalbalk op je kaart staat, kan je het uitzicht nog wat veranderen: 

  1. Ga naar het paneel met ‘Item-eigenschappen’ van de schaalbalk. 
  2. Bij het onderdeel ‘Algemene eigenschappen’ kan je een ‘Stijl’ kiezen naar je eigen smaak. 
  3. Scrol wat verder naar beneden tot het onderdeel ‘Segmenten’. Je kan er het aantal getoonde segmenten en de grootte ervan aanpassen.

    Een schaalbalk toevoegen in de afdruklay-out van QGIS - uitzicht van de schaalbalk veranderen

    Schaalbalk aanpassen – Stap 3

EEN LABEL TOEVOEGEN

Je kan aan je kaart tekst toevoegen, zoals een titel, auteursgegevens, rechten op de kaart, enzovoort. Dat doe je door een label toe te voegen: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Item toevoegen’. 
  2. Kies voor ‘Label toevoegen’.

    Een label toevoegen in de afdruklay-out van QGIS

    Label toevoegen – Stap 1-2

  3. Selecteer met je ingedrukte linkermuisknop een plek op de kaart waar je de tekst wil zetten en laat je muisknop terug los. 
  4. Het label verschijnt op je kaart en in het paneel ‘Items’. 
  5. Als je in het paneel ‘Items’ het label selecteert, vind je in het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ alle mogelijkheden voor het label terug. 
  6. In het witte tekstvak bij ‘Algemene eigenschappen’ kan je de gewenste tekst typen, bijvoorbeeld de titel van de kaart.

    Een label toevoegen in de afdruklay-out van QGIS - tekst kiezen

    Label toevoegen – Stap 4-6

Je kan aan je kaart zoveel labels toevoegen als je zelf wil. 

EEN DETAILKAART TOEVOEGEN

Het kan zijn dat je extra aandacht wil vestigen op een bepaald deel van je kaart. Je kan dan een detailkaart toevoegen waarin je sterker inzoomt op een bepaald stukje van je algemene kaart. 

Om een detailkaart toe te voegen, moet je eerst terug naar het hoofdvenster van QGIS om de detailkaart voor te bereiden. Zoom in op een gebied naar keuze, totdat je in de viewer precies ziet wat jij wil weergeven op de detailkaart. Keer vervolgens terug naar het ‘Lay-out’-venster waarin je je kaart aan het maken bent. 

Om de detailkaart toe te voegen doe je het volgende: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Item toevoegen’. 
  2. Kies voor ‘Kaart toevoegen’. 
  3. Selecteer met je ingedrukte linkermuisknop een plek op de kaart waar je de detailkaart wil zetten en laat je muisknop terug los. 
  4. De detailkaart verschijnt op je kaart en in het paneel ‘Items’. 
  5. Als je in het paneel ‘Items’ de detailkaart selecteert, vind je in het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ alle mogelijkheden voor de detailkaart terug. 
  6. Net als bij de algemene kaart, kan je hier ‘Lagen vergrendelen’ en ‘Stijlen voor lagen vergrendelen’ aanvinken. 

Nu heb je twee kaarten in het paneel met ‘Items’. Let dus goed op dat je tijdens je bewerkingen altijd de juiste kaart geselecteerd hebt! 

De detailkaart kan je, net als de algemene kaart, opmaken: 

  1. Scrol in het paneel met de ‘Item-eigenschappen’ van de detailkaart naar het onderdeel ‘Frame’. 
  2. Vink deze optie aan om een kader te zetten rond de detailkaart. 
  3. Kies hoe je dit kader opmaakt. 
Een detailkaart opmaken in de afdruklay-out van QGIS

Detailkaart opmaken

Je kan ook duidelijk maken op welk stuk van de algemene kaart je detailkaart inzoomt door dit bereik te accentueren: 

  1. Selecteer in het ‘Items’-paneel de algemene kaart. Niet de detailkaart! 
  2. Scrol in het paneel met ‘Item-eigenschappen’ naar het onderdeel ‘Overzichtskaarten’. 
  3. Klik op het groene plus-teken (‘Een nieuw overzicht toevoegen’). 
  4. Kies nu bij het veld ‘Kaartframe’ voor je detailkaart. 
  5. Daaronder kan je bij de ‘Randstijl’ kiezen in welke kleur het vlak op de algemene kaart getoond wordt.

    Het bereik van een detailkaart accentueren in de afdruklay-out van QGIS

    Bereik van detailkaart accentueren – Stap 1-5

Een detailkaart met accentuering op de basiskaart in de afdruklay-out van QGIS

Detailkaart met accentuering op de basiskaart (Bron: Ujaval Gandhi, via https://www.qgistutorials.com/nl/docs/making_a_map.html)

JE KAART EXPORTEREN

Zodra je tevreden bent met het eindresultaat, kan je je kaart opslaan en exporteren: 

  1. Selecteer in de menubalk bovenaan ‘Lay-out’. 
  2. Kies ‘Als afbeelding exporteren’. (Als er een melding verschijnt met de titel ‘Project bevat WMS-lagen’, mag je deze gewoon sluiten.)

    Kaart als afbeelding exporteren in de afdruklay-out van QGIS

    Kaart exporteren – Stap 1-2

  3. Kies een naam voor je bestand, een bestandsformaat (JPG, PNG, PDF) en sla het resultaat op. 
Mogelijk eindresultaat van een kaart gemaakt in de afdruklay-out van QGIS

Bewerkte kaart als afbeelding

 

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp: 

 

Hoe maak je een digitaal (erfgoed)filmpje?

En actie! Hoe maak je een digitaal (erfgoed)filmpje?

Bladwijzer 23: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen september 2018 • 23

Met een filmpje promotie maken voor een activiteit, een erfgoedobject in de kijker zetten of een oud filmfragment in een nieuw digitaal jasje gieten: klinkt leuk. Maar... hoe begin je eraan? In dit artikel overlopen we  hoe je eenvoudig een verhaal kan ontwikkelen, welke materialen en welke toepassingen je kan gebruiken om te filmen en hoe je filmpjes kan publiceren op het internet.

Platformen zoals YouTube zijn razend populair bij jongeren tussen 18 en 34 jaar en genereren elke dag miljarden uren aan weergaven. Filmpjes over erfgoed zijn er echter nog zeldzaam. Nochtans is filmpjes maken niet zo moeilijk meer. Want zeg nu zelf, als die snotneuzen dat kunnen...

In het voorjaar van 2018 organiseerden de partners van Erfgoed in de Praktijk een starterscursus waarin de deelnemers leerden welke mogelijkheden er zijn om zelf de eerste stappen te zetten om een filmpje te maken. Dit artikel is een neerslag van de inhoud van deze cursus die ook werd aangevuld met de vele tips en adviezen die we meekregen van de deelnemers.

Hoe publiceer je rekenbladen of datasets met heemkundige informatie op Wikidata?

Hoe publiceer je rekenbladen of datasets met heemkundige informatie op Wikidata?

Bladwijzer 22: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen mei 2018 • 22

Wellicht bewaar je als heemkundige kring heel wat informatie over lokaal erfgoed in rekenbladen. Die rekenbladen zijn ook voor personen buiten je heemkundige kring interessant. In het vorige nummer van Bladwijzer werd uitgelegd hoe je een rekenblad makkelijk leesbaar kunt maken voor andere personen en computers. Je data aan derden beschikbaar stellen maakt het mogelijk dat je werk door een groter publiek gebruikt en gewaardeerd kan worden. Een goed begin is je rekenbladen op je eigen website downloadbaar te maken. In dit artikel leer je hoe je die informatie via Wikidata gemakkelijk kan delen en hoe anderen je informatie verder kunnen aanvullen.

Hoe registreren en zoeken in CoDE-x?

Hoe registreren en zoeken in CoDE-x?

CoDE-x maakt kwetsbare onderzoeksdata van erfgoedvrijwilligers doorheen Vlaanderen vindbaae en doorzoekbaar. Histories wil met CoDE-x een oplossing bieden om de onderzoeksgegevens van erfgoedvrijwilligers, die niet in andere databanken terechtkunnen, te ontsluiten.

CoDE-x focust zicht op een eenvoudige en efficiënte manier van registreren met een minimale infrastructuur. Dit moet leiden tot kruisbestuiving tussen verschillende soorten erfgoedonderzoekers. Dankzij verschillende partners, koepels en vrijwilligersorganisaties konden we een laagdrempelige website waarmaken waar je datasets kan registreren en opzoeken.

In deze handleiding kom je te weten hoe je eenvoudig je lijstjes en onderzoeksdata kan registreren en hoe je kan bladeren door de verschillende datasets die reeds geregistreerd zijn in CoDE-x.

  • 0:00 : Korte introductie over wat CoDE-x is en waarvoor het bedoeld is.
  • 1:12 : Hoe geraak je op de landingspagina van CoDE-x?
  • 1:39 : Registreren van je dataset of onderzoeksdata via het invulformulier.
  • 1:59 : Registreren van meerdere datasets in bulk via een voorgemaakt sjabloon.
  • 2:32 : Voorbeeldformulieren gebruiken om jouw beschrijvingen te helpen te vervolledigen en te homogeniseren.
  • 5:42 : Hoe je ingevoerde gegevens updaten?
  • 5:51 : Zoeken doorheen de reeds ingevoerde datasets in CoDE-x via het zoekformulier.

Meer info via https://histories.be/aanbod/databanken/code-x/.

Bij vragen contacteer lisa.tijtgat@histories.be.

Een zelfgetekende kaart in QGIS

Hoe teken je een nieuwe kaart in QGIS?

Hoe teken je een nieuwe kaart in QGIS?

In QGIS werk je niet alleen met bestaande kaarten, maar kan je ook zelf nieuwe kaarten tekenen. Dat doe je door een nieuwe werklaag aan te maken in je project en daarin je eigen kaart te maken.
In dit voorbeeld zullen we een nieuwe kaart tekenen op basis van de Popp-kaart. Die Popp-kaart toont de ligging van verschillende percelen in Vlaanderen (1842-1879). De bijhorende Popp-leggers bevatten heel wat bijkomende informatie bij deze percelen. Het doel is om de informatie uit die leggers rechtstreeks te verbinden aan de kaart zelf.

Om dat te doen moet je:

  1. Een referentiekaart kiezen en klaarzetten.
  2. Een werklaag aanmaken.
  3. De snapping-tool inschakelen.
  4. Polygonen tekenen (en eventueel bewerken).
Een zelfgetekende kaart in QGIS

Een zelfgetekende kaart in QGIS

JE REFERENTIEKAART KLAARZETTEN

In dit voorbeeld willen we een nieuwe kaart tekenen met de percelen in Zoutenaaie zoals die op de Popp-kaart afgebakend zijn. Daarom voegen we aan ons project eerst de Popp-kaart toe, zodat we er later gemakkelijk onze eigen kaart over kunnen tekenen. Hoe je een bestaande historische kaart toevoegt aan je eigen project, lees je in deze praktijktip.

De Popp-kaart in QGIS

De Popp-kaart in QGIS

EEN NIEUWE WERKLAAG AANMAKEN

Voor je kan beginnen met het tekenen van je kaart, moet je een nieuwe werklaag aanmaken in je project:

  1. Ga in de menubalk bovenaan in QGIS naar ‘Kaartlagen’.
  2. Kies voor ‘Laag maken’.
  3. Klik vervolgens op ‘Nieuwe shapefile laag’. Zo wordt je getekende kaart opgeslagen als één enkele laag.
Een nieuwe werklaag aanmaken in QGIS

Een nieuwe werklaag aanmaken

Wanneer je ervoor kiest een nieuwe shapefile-laag aan te maken, opent een dialoogvenster. Daarin kies je de eigenschappen van de nieuwe laag:

  1. In de eerste plaats kies je een bestandsnaam en een locatie op je computer.
  2. Daarna kies je bij ‘Type geometrie’ de juiste optie. In dit voorbeeld willen we de percelen in Zoutenaaie tekenen, dus kiezen we als type geometrie voor ‘Polygoon’.
    • Elke polygoon die je in deze werklaag zal tekenen, heeft een unieke id nodig. Dat wil zeggen dat je aan elk perceel in Zoutenaaie dat je tekent, een uniek getal toewijst.

In QGIS kan je verschillende vormen tekenen op een kaart: punten, lijnen en vlakken. Afhankelijk van wat je wil tekenen op je kaart, kies je de vorm die daar het beste bij aansluit.

Stel dat je de locatie van verschillende historische kerken wil aangeven op een kaart, kan je kiezen voor punten. Elk punt dat je tekent komt dan overeen met zo’n kerk. Stel dat je een kaart wil maken van een historisch wegennet, dan kan je kiezen voor lijnen (in QGIS heet deze vorm ‘LineString’). Elke lijn die je tekent stemt overeen met een weg. Stel dat je de omtrek van verschillende huizen wil tekenen, dan kan je kiezen voor vlakken (in QGIS heet deze vorm ‘Polygoon’). Elke polygoon stemt overeen met het stukje grond dat een gebouw inneemt.

Als je in een latere fase een eigen dataset wil koppelen aan deze zelfgetekende kaart, dan is de id heel belangrijk. In dit voorbeeld zullen we ervoor zorgen dat de id van een perceel overeenkomt met het sectienummer van dat perceel in onze eigen dataset. Hoe je een dataset kan koppelen aan een kaart, lees je in deze praktijktip.

Je kan er in het openstaande venster voor kiezen om tijdens het tekenen van de percelen ook nog andere informatie te verbinden aan elke polygoon. Stel dat je aan elk perceel de naam van de eigenaar wil verbinden, kan je dat doen bij het onderdeel ‘Nieuw veld’:

  1. Bij de ‘Naam’ kan je kiezen hoe je de bijkomende informatie wil benoemen. Als je bij de percelen ook de naam van de eigenaar wil weten, dan kan je hier bijvoorbeeld kiezen voor de naam ‘Eigenaar’.
  2. Bij het ‘Type’ kies ik daarom voor ‘Tekst (string)’. Een naam is namelijk steeds een combinatie van letters. Bij de lengte kan ik kiezen hoeveel tekens het veld ‘Eigenaar’ mag hebben. In dit geval kan mijn naam maximaal 80 tekens lang zijn.
    • Stel dat ik per perceel informatie wil toevoegen over de oppervlakte, dan kan ik een nieuw veld ‘Oppervlakte’ aanmaken. Hier moet ik wel een ander ‘Type’ kiezen! Het gaat hier immers niet om tekstuele data, maar om cijfers. Daarvoor kies je het type ‘Integer’ (32 bit).
    • Pas op: als je graag een digitale lijst wil koppelen aan de kaart, zorg er dan voor dat minstens één veld overeenkomt met het veld in je Excel of spreadsheet. Zorg ervoor dat dit veld uniek is (zie deze praktijktip).
  3. Klik op ‘OK’ om de nieuwe polygonenlaag aan te maken.
Een nieuw veld aanmaken bij een nieuwe werklaag in QGIS

Een nieuw veld aanmaken

SNAPPEN: POLYGONEN OPTIMAAL EN NAUWKEURIG BEWERKEN

Als je de nieuwe polygonenlaag hebt aangemaakt, kan je starten met tekenen. Voor je dat doet, kan je best de Snapping-tool van QGIS inschakelen. Die zorgt ervoor dat de verschillende vlakken die je tekent, mooi op elkaar aansluiten.

  1. In de derde werkbalk bovenaan in QGIS klik je op de rode magneet (‘Snappen inschakelen’).
  2. Bij het icoontje er rechts naast kies je voor ‘Alle lagen’. Zo zorgt QGIS ervoor dat er, om die mooie aansluiting te maken, rekening gehouden wordt met alle zichtbare lagen in je project.
  3. Bij het volgende icoontje rechts klik je zowel ‘Hoekpunt’ als ‘Segment’ aan en stel je als waarde ‘10’ in. Die instelling zorgt ervoor dat de verschillende polygonen die je tekent netjes op elkaar aansluiten.
De snapping-tool in QGIS

De snapping-tool

POLYGONEN TEKENEN EN BEWERKEN

Polygonen tekenen

Nu de werklaag is voorbereid, kan je van start gaan met het tekenen van de verschillende percelen in Zoutenaaie:

  1. Klik eerst in het paneel links in QGIS op de werklaag.
  2. Klik vervolgens in de tweede werkbalk bovenaan op het gele potloodje (‘Bewerken aan/uitzetten’). Je kan in de werkbalk nu heel wat meer aanklikken dan ervoor.
  3. Enkele knoppen rechts van het gele potloodje vind je de optie ‘Object polygoon toevoegen’ (het groene polygoontje met een ster). Klik hierop om de verschillende percelen tekenen.
De verschillende knoppen in QGIS om polygonen te tekenen

De verschillende knoppen om polygonen te tekenen

Omdat de Popp-kaart al ingeladen was, kunnen we gemakkelijk de percelen overnemen. Als je ‘Object polygoon toevoegen’ hebt ingeschakeld, ga je als volgt te werk:

  1. Met je linkermuisknop klik je op de verschillende hoeken van een perceel. Als een zijde van het perceel gebogen is, kan je dit nabootsen door op die zijde wat meer punten aan te klikken en de lijn zo nauwkeurig mogelijk te volgen.
  2. Zodra je zelfgetekende polygoon volledig overlapt met het perceel op de Popp-kaart, klik je op je rechtermuisknop. Er verschijnt een nieuw venstertje.

    Een polygoon tekenen in QGIS met de functie objecten toevoegen

    Polygonen tekenen – Stap 1-2

  3. In dit venster vul je alle informatie in die hoort bij dit perceel.
    • Alle informatievelden die je bij het aanmaken van de werklaag had toegevoegd, zal je in dit venster zien staan.
    • Vul de velden in voor de polygoon die je net getekend hebt: een id-nummer, de naam van de eigenaar en de oppervlakte van het perceel. Enkel het id-nummer is verplicht; de andere velden kan je openlaten als je die informatie niet hebt. Omdat elk perceelsnummer uniek is bij de popp-kaart van Zoutenaaie, kiezen we hier om het perceelsnummer als id-nummer te nemen. We werken verder in volgorde van het perceelsnummer.
  4. Vervolgens klik je op ‘OK’ om de polygoon te tekenen.

    Polygonen tekenen in QGIS (object-attributen invullen)

    Polygonen tekenen – Stap 3-4

  5. De polygoon verschijnt nu in je werklaag.

    Een nieuw getekende polygoon in QGIS

    Polygonen tekenen – Stap 5

Je kan zoveel polygonen tekenen als je zelf wil door de voorgaande stappen te herhalen. Omdat je op voorhand de Snapping-tool hebt aangezet, zal je zien dat er een roze vierkantje verschijnt rond je cursor wanneer je twee polygonen naast elkaar tekent. Wanneer dat vierkantje zichtbaar is, kan je de linkermuisknop al indrukken zonder heel nauwkeurig een grenspunt aan te duiden. Door het snappen zullen de grenzen van de twee polygonen namelijk automatisch mooi op elkaar aansluiten (enkel als je geklikt hebt op een plek waar het roze vierkantje zichtbaar was!).

Polygonen bewerken

Als er polygonen zijn waarvan je niet tevreden bent, kan je die nog steeds aanpassen.

  1. In de werkbalk kies je dan niet voor de optie ‘Object polygoon toevoegen’, maar voor ‘Gereedschap punten’.
  2. Klik vervolgens op ‘Gereedschap punten (Huidige laag)’.
  3. Je kan nu punten verwijderen en verslepen om zo tot de gewenste vorm van de polygoon te komen.
Het Gereedschap punten bewerken in QGIS

Polygonen bewerken

ATTRIBUTENTABEL

Als je in QGIS een kaart tekent – met punten, lijnen of polygonen – kan je bij die objecten verschillende gegevens invullen, zoals werd uitgelegd in de stap ‘Polygonen tekenen’. Als je QGIS opent, kan je per laag die gegevens ook raadplegen:

  1. Klik met je rechtermuisknop op de polygonenlaag in het ‘Lagen’-paneel links in de QGIS-omgeving.
  2. Kies voor ‘Attributentabel openen’.

    De attributentabel openen in QGIS

    Attributentabel openen – Stap 1-2

  3. Er opent een nieuw venster: de attributentabel. Die bevat alle informatie die gekoppeld is aan je kaartlaag.
    • Deze tabel kan informatie bevatten die je zelf in QGIS toegevoegd hebt toen je de polygonen tekende.
    • Daarnaast kan deze tabel informatie bevatten die je geïmporteerd hebt uit een externe dataset. Hoe je een dataset kan importeren in QGIS, lees je in deze praktijktip.
De attributentabel bekijken in QGIS

Attributentabel

GEBOUWEN OP PERCELEN

In dit voorbeeld hebben we de percelen in Zoutenaaie getekend zoals die op de Popp-kaart te zien zijn. Het kan zijn dat je daarnaast ook de gebouwen op percelen wil tonen. Dat kan, maar niet in dezelfde werklaag! Per werklaag kies je namelijk één entiteit die je wil tonen, zoals percelen, gebouwen, wegen, waterlopen… Je maakt in dit geval dus een nieuwe shapefile-laag aan voor de gebouwen die je wil tekenen. Ook hier kies je welke informatie je aan de getekende gebouwen wil verbinden en ga je op dezelfde manier tewerk als bij het tekenen van de percelen.

EXTRA TOEPASSINGEN

Clippen bij moeilijk te tekenen grenzen

Als je in een werklaag punten, lijnen of polygonen getekend hebt, wil je die zelfgetekende kaart soms kunnen afknippen op bepaalde grenzen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je verschillende polygonen getekend hebt die doorheen Baarle-Hertog en Baarle-Nassau lopen, maar een kaart wil waarop enkel het Belgische gedeelte afgebeeld wordt. Je wil je zelfgetekende laag dan afknippen op de grenzen van Baarle-Hertog. Dat gaat in QGIS met de Clip-functie.

QGIS-kaart met getekende polygonen in Baarle-Hertog en Baarle-Nassau

Kaart met polygonen in Baarle-Hertog en Baarle-Nassau

Om te kunnen clippen heb je twee kaarten nodig:

  1. Een kaart met de gemeentegrenzen van Baarle-Hertog.
    • Deze kaart moet je eerst opladen in je project en vind je terug in Geopunt.
    • Je kan de kaart rechtstreeks in QGIS zoeken en toevoegen met de plug-in Geopunt4Qgis. Hoe je kaarten op deze manier toevoegt aan je project, lees je in deze praktijktip.
  2. De werklaag met de polygonen die je zelf getekend hebt.

Het Clip-gereedschap maakt een afdruk van een laag (hier de gemeentegrenzen van Baarle-Hertog) in een bestaande laag (hier de werklaag met de polygonen die lopen door Baarle-Hertog en Baarle-Nassau). Daardoor ontstaat er een nieuwe laag met nieuwe grenzen (hier een kaart met enkel de delen van de polygonen gesitueerd in Baarle-Hertog).

Principe van het clippen in QGIS schematisch weergegeven

Principe van het clippen (Bron: GISGeography, via https://gisgeography.com/clip-tool-gis/)

Zo ga je te werk:

  1. Klik in het paneel met de verschillende lagen op de werklaag die je wil clippen. In dit voorbeeld zijn dat de zelfgetekende polygonen.
  2. Je kiest in de menubalk bovenaan voor ‘Vector’.
  3. Vervolgens kies je voor ‘Geoprocessing-gereedschap’ en klikt dan op ‘Clippen’.

    Clip-functie in QGIS openen

    Clippen – Stap 1-3

  4. Er opent een nieuw venster. Bij de ‘Invoerlaag’ kies je de laag waarvan je de grenzen wil afknippen, in dit voorbeeld de polygonenkaart.
  5. Bij de ‘Overlay laag’ kies je de laag die de grenzen bevat die jij wil gebruikten, in dit voorbeeld de kaart van Baarle-Hertog.
  6. In het veld ‘Geclipt’ kies je een naam voor de nieuwe laag die je zal aanmaken.
    • Door op de drie puntjes hierachter te klikken, kan je ervoor kiezen om deze nieuwe laag ook op te slaan als een bestand. Zo slaat QGIS op je computer ook een apart bestand op voor de geclipte laag. Dit is aangeraden als je later met deze geclipte laag verder aan de slag wil.
  7. Klik nu op ‘Uitvoeren’ om de laag te clippen.

    Clippen in QGIS voorbereiden met juiste invoerlaag en overlay laag

    Clippen – Stap 4-7

Het resultaat is een nieuw geclipte laag met enkel de Belgische gebieden. Je kan nu de kaart met de grenzen van Baarle-Hertog terug verwijderen uit je project.

Een geclipte kaart van Baarle-Hertog

Geclipte kaart van Baarle-Hertog

Bij deze tool zijn er twee aandachtspunten:

  1. Probeer twee kaarten van hetzelfde land te gebruiken. Anders leg je namelijk kaarten met twee verschillende coördinatensystemen over elkaar, wat het moeilijker maakt voor QGIS om de overeenkomstige punten te herkennen. Als je niet anders kan, kies je best voor het EPSG dat het meeste voorkomt.
  2. Let op de gegevens die verbonden zijn aan je werklaag. Gegevens die gekoppeld zijn aan je werklaag worden namelijk meegenomen in de geclipte laag, zoals bijvoorbeeld de lengte van een straat, maar als die straat wordt afgesneden, klopt de lengte die je terugvindt in de attributentabel niet meer.

Koppelen van twee of meer polygonenlagen

QGIS biedt de mogelijkheid om twee aparte werklagen aan elkaar te koppelen. Stel dat je bijvoorbeeld twee werklagen had waarin je verschillende percelen in Zoutenaaie getekend hebt, kan je die samenvoegen om er één werklaag van te maken.

Twee polygonenlagen in QGIS worden gekoppeld

Twee polygonenlagen koppelen

Om twee lagen aan elkaar te koppelen, moet je er eerst voor zorgen dat ze beide in hetzelfde QGIS-project zitten.

  • Als je zelf twee verschillende lagen had getekend in je eigen project, kan je gewoon verder met de volgende stap.
  • Het kan ook zijn dat je een laag van iemand anders wil samenvoegen met een laag die je zelf getekend hebt. Dan moet je eerst de laag van de andere persoon importeren in je eigen project. Hoe je dat doet, lees je in deze praktijktip.

Als je de twee lagen in je project hebt staan, kan je de lagen samenvoegen:

  1. Ga in QGIS naar de menubalk bovenaan en kies voor ‘Vector’.
  2. Vervolgens ga je via ‘Datamanagement-gereedschap’ naar ‘Vectorlagen samenvoegen…’.

    Vector-lagen samenvoegen in QGIS

    Werklagen samenvoegen – Stap 1-2

  3. Er opent een nieuw venster. In het veld ‘Invoerlagen’ selecteer je de lagen die je wil samenvoegen.
    • Daarvoor klik je op de drie puntjes achter het veld.
    • Je komt terecht in een keuzemenu waar je de juiste lagen kan aanvinken.
  4. In het veld ‘Samengevoegd’ kies je een naam voor de nieuwe, samengevoegde laag. Net als bij de het clippen van lagen, kan je ervoor kiezen om de nieuwe, samengevoegde laag als een bestand op te slaan op je computer.
    • Hier is dat sterk aangeraden, omdat je zo makkelijk met de gekoppelde laag kan blijven verder werken.
    • Klik op de drie puntjes achter het veld ‘Samengevoegd’ en kies een opslaglocatie op je computer.

      De juiste werklagen kiezen om samen te voegen in QGIS

      Werklagen samenvoegen – Stap 3-4

    • Het is belangrijk dat je het bestand opslaat als ‘SHP bestanden (*.shp)’, om er in QGIS mee te kunnen blijven werken.

      Een samengevoegde kaartlaag in QGIS opslaan op je computer

      Werklagen samenvoegen – Stap 4

  5. Klik op ‘Uitvoeren’ om de koppeling te voltooien.
  6. De nieuwe, samengevoegde laag verschijnt nu in de QGIS-omgeving.

Bij elk getekend object in een werklaag, hoort ook informatie: de data die je kan terugvinden in de attributentabel. Wanneer je twee werklagen samenvoegt, zal ook die data terechtkomen in één samengevoegde attributentabel.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Hoe toon je foto’s op je kaart in QGIS?

Hoe toon je foto’s op je kaart in QGIS?

In QGIS is het mogelijk om foto’s op je kaart te laten verschijnen. Zo kan je historisch beeldmateriaal of hedendaagse foto’s tonen op een plek naar keuze. Daarvoor plaats je de foto’s in de attributentabel van je kaartlaag en gebruik je de functie ‘Kaarttips weergeven’. In deze praktijktip leggen we uit hoe je dat doet.

Foto’s tonen met de functie ‘Kaarttips weergeven’

FOTO’S VERZAMELEN IN CENTRALE MAP

Voor je je foto’s kan opnemen in je attributentabel, verzamel je ze in een centrale map op je computer. We raden aan om daarvoor de map te kiezen waarin alle andere bestanden van je QGIS-project opgeslagen zijn. Het is zinvol om in QGIS expliciet aan te geven dat deze map de thuislocatie is voor je project, omdat dat later heel wat werk bespaart:

  1. Ga in de menubalk bovenaan in de QGIS-omgeving naar ‘Project’ en kies voor ‘Eigenschappen’. Er opent een nieuw venster.

    Stap 1

  2. In het veld ‘Thuis voor project’ kies je met de drie puntjes de juiste map op je computer.

    Stap 2

NIEUWE KAARTLAAG AANMAKEN

Om een kaart te maken waarop je foto’s toont, maak je een nieuwe kaartlaag aan.

  1. Ga in de menubalk bovenaan naar ‘Kaartlagen’ > ‘Laag maken’ > ‘Nieuwe Shapefile-laag…’.

    Stap 1

  2. In het venster dat opent, kies je een geometrie. Je kan punten zetten op erg specifieke locaties, maar je kan ook percelen tekenen (polygonen) waaraan je één of meerdere foto’s verbindt. Meer informatie over het aanmaken van een nieuwe kaartlaag vind je in deze praktijktip.
  3. Maak voor je attributentabel een nieuw tekstveld aan. Hier plaats je in een latere stap het bestandspad naar je foto. Kies bij ‘Lengte’ voor een hoog getal, zodat je volledige bestandspad in de tabel past.

    Stap 3

INSTELLINGEN VAN DE ATTRIBUTENTABEL AANPASSEN

Je hebt nu een nieuwe kaartlaag waaraan je je foto’s zal koppelen. Voor je de bestandspaden van de foto’s toevoegt in de attributentabel, doe je het volgende:

  1. Open de laageigenschappen van je kaartlaag.
  2. Kies voor ‘Formulier attributen’ in het donkergrijze menu aan de linkerkant van het venster met de laageigenschappen.
  3. Onder het kopje ‘Fields’ zie je alle kolommen (of ‘velden’) uit je attributentabel. Klik op het foto-veld dat je net hebt aangemaakt.

    Stap 2-3

  4. Rechts verschijnen verschillende opties voor dit veld. Kies bij ‘Type widget’ voor ‘Bijlage’.
  5. Daaronder stel je het ‘Standaard pad’ in. Met de drie puntjes kies je het pad naar de map met foto’s op je computer.
  6. Kies bij ‘Pad opslaan als’ voor ‘Relatief aan pad voor project’. Zo weet het programma dat het al jouw foto’s moet zoeken in de map die je ingesteld hebt als de thuislocatie voor je project.
  7. Bij ‘Modus voor opslag’ kies je vervolgens voor ‘Bestandspaden’. Je zal namelijk bestandspaden in je attributentabel plaatsen waarmee QGIS de juiste foto’s kan terugvinden.

    Stap 4-7

  8. Scrol verder naar beneden en kies in het onderdeel ‘Geïntegreerde documentviewer’ als ‘Type’ voor ‘Afbeelding’. Kies bij ‘Afmetingen’ voor ‘Auto’.
  9. Klik onderaan op ‘OK’.

    Stap 8-9

LOCATIES VAN JE FOTO’S AANDUIDEN OP DE KAART

Nadat je de juiste instellingen hebt aangepast, kan je in je werklaag starten met het tekenen van punten/lijnen/polygonen. Hoe je dat doet, lees je in deze praktijktip.

  1. Wanneer je bij het tekenen de gegevens invult van een geometrie, zie je bij het fotoveld drie puntjes. Dat komt omdat je ingesteld hebt dat in dit veld een bijlage terecht moet komen.
  2. Als je op de drie puntjes klikt, kan je op je computer het juiste fotobestand kiezen.
  3. Je ziet nu de foto verschijnen in het dialoogvenster.
  4. Klik op ‘OK’ om het bestandspad op te slaan. Het pad verschijnt in je attributentabel.

Het bestandspad van je foto in de attributentabel plaatsen

MEERDERE FOTO’S PER PUNT IN JE ATTRIBUTENTABEL PLAATSEN

Het is mogelijk om voor één punt/lijn/polygoon meerdere foto’s toe te voegen in je attributentabel. Daarvoor creëer je een nieuwe kolom, of ‘veld’, voor je attributentabel.

  1. Open de attributentabel van je foto-kaartlaag.
  2. Schakel de functie ‘Bewerken’ in door op het gele potloodje te klikken.
  3. Klik in het menu boven de tabel op ‘Nieuw veld’. Er opent een nieuw venster.

    Stap 2-3

  4. Geef het nieuwe veld een naam en duid bij ‘Type’ aan dat het een tekstveld is. Kies bij ‘Lengte’ voor een hoog getal, zodat je volledige bestandspad in de tabel past.

    Stap 4

Maak zoveel velden bij als nodig. Als je drie foto’s per punt wil tonen, dan heb je daarvoor drie kolommen (‘velden’) nodig, bijvoorbeeld ‘foto1’, ‘foto2’ en ‘foto3’. Pas voor elk van die velden terug de juiste instellingen aan, net zoals je gedaan hebt voor het eerste foto-veld.

Schakel ‘Bewerken’ in voor de attributentabel en vul de nieuwe velden aan met bijkomende foto’s. Met de bewerk-functie in de attributentabel, kan je ook steeds gebruik kan maken van de drie puntjes om naar het juiste fotobestand te navigeren op je computer.

Meerdere fotovelden in de attributentabel

ÉÉN FOTO TONEN PER LOCATIE

Met de functie ‘Kaarttips weergeven’ in QGIS kan je foto’s laten verschijnen op je kaart (meer informatie over de functie ‘Kaarttips weergeven’ vind je in deze praktijktip). Daarvoor moet je de HTML-Kaarttip op de juiste manier invullen.

  1. Om naar de HTML-Kaarttip te gaan, klik je met je rechtermuisknop op je kaartlaag in het Lagenpaneel, kies je voor ‘Eigenschappen’ en vervolgens voor ‘Tonen’ in het grijze menu aan de linkerkant.
  2. Vul in het witte veld volgende code in:
    <img src=”file:///[%@project_home%]/[%”foto1“%]” max-width=”300″ max-height=”300″>

    In dit voorbeeld heet het fotoveld van mijn eerste foto “foto1”. Als jouw fotoveld anders heet, vervang je in deze code “foto1” door de naam van jouw eigen kolom.

    Stap 1-2

  3. Klik links onderaan op ‘OK’.
  4. Schakel ‘Kaarttips weergeven’ in door in de algemene QGIS-omgeving bovenaan deze functie aan te klikken.

    Stap 4

Hover nu met je muis over de locaties waarvoor je een foto opgeslagen hebt. Je foto verschijnt in een wit pop-up-venster.

Foto’s tonen met de functie ‘Kaarttips weergeven’

MEERDERE FOTO’S TONEN PER LOCATIE

Het is mogelijk om meerdere foto’s te tonen op je kaart. Daarvoor moet je de code in je HTML-kaarttip uitbreiden, want er zijn twee aanpassingen nodig.

Onderstaande stappen werken met HTML-code. HTML-code is een computertaal, waarmee je aan een computerprogramma, zoals QGIS, opdrachten kan geven. Bij HTML-code is het belangrijk dat elk teken en elke spatie op de juiste plek staat. Als je dus de codes hieronder wil gebruiken, kopieer je ze best rechtstreeks van deze webpagina en plak je ze vervolgens in QGIS.

Standaardgrootte van de kaarttip

Het witte pop-up-venster waarin je foto’s getoond worden, heeft een standaardgrootte. Dat wil zeggen dat dat venster niet groter wordt naarmate je meer foto’s toont. Daardoor vallen sommige foto’s buiten dit venster en zijn ze niet zichtbaar. Met het juiste stukje code in de HTML-kaarttip zorg je er voor dat je toch alle foto’s kan zien.

Plaats de volgende code in het witte veld van de HTML-kaarttip:

<html>

<body style=”max-width: 300px; max-height: 300px; overflow: auto;”>

<img src=”file:///[%@project_home%]/[% “foto1” %]” style=”max-width: 100%; height: auto;” /><br/>

<img src=”file:///[%@project_home%]/[% “foto2” %]” style=”max-width: 100%; height: auto;” /><br/>

<img src=”file:///[%@project_home%]/[% “foto3” %]” style=”max-width: 100%; height: auto;” /><br/>

</body>

</html>

 

Let op: in dit voorbeeld heten de drie fotovelden ‘foto1’, ‘foto2’ en ‘foto3’. Als jouw fotovelden anders heten, moet je je eigen veldnaam invullen.

De extra code in de tag <body> zorgt ervoor dat de foto’s zich zullen aanpassen aan de grootte van de kaarttip.

  • Een standaard-kaarttip is meestal 300 pixels bij 300 pixels groot. De bovenstaande code geeft aan dat een foto sowieso niet groter kan worden dan dat. Wanneer de foto’s wel buiten het venster van de kaarttip zouden vallen, zorgt deze code ervoor dat de grootte van de foto’s automatisch aangepast wordt, zodat ze toch volledig zichtbaar zijn.
  • In dit voorbeeld wil ik drie foto’s tonen. Omdat de totale breedte van de kaarttip niet langer kan zijn dan 300 pixels, wil dat zeggen dat bij 3 foto’s elke foto maximaal 100 pixels breed mag zijn. Deze code zorgt er bij elke aparte foto voor dat ze niet breder worden dan dat.
  • Deze code zorgt ervoor dat de hoogte van individuele foto’s steeds automatisch aangepast wordt aan de beschikbare ruimte.

Niet even veel foto’s voor elke locatie

Als je niet overal even veel foto’s hebt, moet je duidelijk maken aan QGIS dat wanneer een veld uit de attributentabel leeg is, er ook niets getoond moet worden. QGIS doet dit niet automatisch, waardoor het toch naar een foto zoekt (omdat je die opdracht gegeven hebt in de HTML-code), er geen vindt, en dan een broken link toont. Dat ziet er uit als een blauw vierkantje met een vraagteken.

Broken links

Vul daarom onderstaande code in als je werkt met nul tot drie foto’s per punt. De code zorgt ervoor dat lege velden geen broken link opleveren in de kaarttip. Let er ook hier op dat je overal waar nodig je eigen kolomnamen gebruikt.

<html>

<body style=”max-width: 300px; max-height: 300px; overflow: auto;”>

 

[%CASE

WHEN “foto1” IS NOT NULL AND “foto1” != ”

THEN ‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto1” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 10px;” /><br/>’

ELSE ”

END%]

 

[%CASE

WHEN “foto2” IS NOT NULL AND “foto2” != ”

THEN ‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto2” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 10px;” /><br/>’

ELSE ”

END%]

 

[%CASE

WHEN “foto3” IS NOT NULL AND “foto3” != ”

THEN ‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto3” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 10px;” /><br/>’

ELSE ”

END%]<br/>

 

</body>

</html>

 

Toon je graag meer dan drie foto’s? Plak dan onderstaand stukje code net onder de gegevens voor de derde foto. Kijk ook hier de kolomnamen na.

[%CASE

WHEN “foto4” IS NOT NULL AND “foto4” != ”

THEN ‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto4” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 10px;” /><br/>’

ELSE ”

END%]<br/>

 

 

FOTO’S ROTEREN

Staande foto’s worden vaak verkeerd getoond: ze verschijnen in liggende oriëntatie. Voeg daarom informatie over de oriëntatie van een foto toe in de attributentabel. Vervolgens pas je de code aan in de HTML-kaarttip.

Een oriëntatieveld aanmaken in de attributentabel

Om de foto te draaien wanneer nodig, heeft QGIS informatie nodig over de oriëntatie van die foto. Met andere woorden: je wil duidelijk maken welke foto’s staande foto’s zijn. Die informatie neem je op in je attributentabel.

  1. Open de attributentabel van je foto-kaartlaag.
  2. Klik het gele potloodje aan om ‘Bewerken’ in te schakelen en klik op de knop ‘Veld toevoegen’. Er opent een nieuw venster.
  3. Kies een naam voor het nieuwe veld, bijvoorbeeld ‘oriënt1’ om de oriëntatie van ‘foto1’ aan te geven. Kies bij het ‘Type’ voor ‘Tekst (string)’ en bij ‘Lengte’ voor ‘20’.
  4. Klik op ‘OK’.

    Stap 2-4

Vul in dit veld per foto de juiste oriëntatie in.

  • Voor verticale foto’s gebruik je bijvoorbeeld ‘portret’ of ‘staand’.
  • Voor horizontale foto’s gebruik je bijvoorbeeld ‘landschap’ of ‘liggend’.

Let er op dat je consequent bent in je keuze. Als je kiest voor ‘portret’, gebruik je overal ‘portret’ bij verticale foto’s. Als je kiest voor ‘landschap’, gebruik je overal ‘landschap’ bij je horizontale foto’s.

Pak je dit graag efficiënt aan? Gebruik dan meerkeuzelijsten in je attributentabel. Zo hoef je zelf niets te typen, maar kan je steeds een optie aanklikken uit een keuzelijst. Zo win je tijd en voorkom je typfouten. Hoe je zo’n meerkeuzelijst gebruikt, lees je in deze praktijktip.

Heb je meerdere foto’s voor één locatie? Maak dan meerdere oriëntatievelden aan, bijvoorbeeld ‘oriënt1’, ‘oriënt2’ en ‘oriënt3’, die dan horen bij de velden ‘foto1’, ‘foto2’ en ‘foto3’.

Code in HTML-kaarttip aanpassen

Pas de code in de HTML-kaarttip aan zodat QGIS de informatie uit je attributentabel kan gebruiken. Stel dat je tot twee foto’s per punt wil tonen, kan je onderstaande code gebruiken in de HTML-kaarttip. Let er op dat je steeds je eigen kolomnamen en waarden gebruikt waar nodig.

<html>

<body style=”max-width: 300px; max-height: 300px; overflow: auto;”>

 

[% CASE WHEN “foto1” IS NOT NULL AND “foto1” != ” THEN

‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto1” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; ‘ ||

CASE WHEN “oriënt1” = ‘portret‘ THEN ’transform: rotate(90deg);’ ELSE ” END || ‘” /><br/>’ ELSE ” END %]

 

[% CASE WHEN “foto2” IS NOT NULL AND “foto2” != ” THEN

‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto2” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 40px; ‘ ||

CASE WHEN “oriënt2” = ‘portret‘ THEN ’transform: rotate(90deg);’ ELSE ” END || ‘” /><br/>’ ELSE ” END %]

 

</body>

</html>

 

 

Toon je graag meer dan twee foto’s? Plak dan onderstaand stukje code net onder de gegevens voor de tweede foto. Kijk ook hier de kolomnamen en waarden na.

[% CASE WHEN “foto3” IS NOT NULL AND “foto3” != ” THEN

‘<img src=”file:///’ || @project_home || ‘/’ || “foto3” || ‘” style=”max-width: 100%; height: auto; margin-top: 40px; ‘ ||

CASE WHEN “oriënt3” = ‘portret‘ THEN ’transform: rotate(90deg);’ ELSE ” END || ‘” /><br/>’ ELSE ” END %]

 

 

OPMERKINGEN TOEVOEGEN AAN JE FOTO’S

Het is mogelijk om een opmerking te laten verschijnen bij je foto. Daarvoor voeg je een nieuw veld toe aan je attributentabel.

  1. Doe dat op dezelfde manier als voor het oriëntatieveld, maar zorg ervoor dat het getal bij ‘Lengte’ groot genoeg is, zodat je volledige opmerking in de tabel past.
  2. Als het nieuwe veld aangemaakt is, vul je opmerkingen aan waar nodig en sla je de wijzigingen op.

    Stap 1-2

Om de notitie te kunnen tonen op je kaart, keer je terug naar de HTML-kaarttip. Laat de code die daar in het witte veld staat gewoon staan, maar voeg helemaal onderaan het volgende toe:

</br>

[%”notitie”%]

 

 

Voorzie het tonen van een notitie in het witte veld van de HTML-kaarttip

Schakel ‘Kaarttips weergeven’ in, hover met je muis over de locatie van je foto en je ziet je foto met opmerking verschijnen.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Een tekst uit de 15de eeuw, met donkere en rode inkt op een bruin papier

Hoe transcribeer je handgeschreven teksten met Transkribus?

Hoe transcribeer je handgeschreven teksten met Transkribus?

Transcribeer jij handgeschreven, historische teksten en ben je op zoek naar een manier om dit efficiënter aan te pakken? Dan is Transkribus iets voor jou!

WAT IS TRANSKRIBUS?

Transkribus is een gratis programma dat je ondersteunt in het transcriberen van historische teksten. Zo zorg je ervoor dat je computer jouw bron niet gewoon herkent als een afbeelding met pixels, maar als een tekstbestand met letters en woorden. Daardoor kan je jouw transcripties makkelijker doorzoeken.

HOE WERKT TRANSKRIBUS?

Omdat Transkribus voor jou een eerste transcriptie maakt, waarmee je verder aan de slag gaat, win je tijd en efficiëntie. In deze videohandleiding leggen we stap voor stap uit hoe je Transkribus gebruikt.

 

 

  • 0:00 : Introductie over Transkribus.
  • 0:37 : Een account aanmaken op Transkribus.
  • 1:25 : Inloggen op het platform van Transkribus.
  • 2:44 : Een verzameling aanmaken in je Transkribus-bibliotheek.
  • 4:34 : Een nieuw document toevoegen aan een verzameling.
  • 5:47 : Een nieuwe pagina toevoegen aan een document.
  • 6:25 : Pagina’s transcriberen met Transkribus.
  • 8:28 : Transcripties bijwerken in Transkribus.
  • 9:24 : Je teksten helemaal op punt stellen met Transkribus.

ZELF AAN DE SLAG?

Probeer het zelf op https://www.transkribus.org/nl.

 

Hoe werk je met meerkeuzelijsten in de attributentabel van QGIS?

Hoe werk je met meerkeuzelijsten in de attributentabel van QGIS?

In QGIS visualiseer je historische gegevens op een kaart. Die gegevens zitten allemaal opgeslagen in de attributentabel van je kaart. Het kan handig zijn om sommige gegevens niet altijd opnieuw zelf in te voeren, maar te kunnen kiezen uit een lijst van opties.

Als je bijvoorbeeld het beroep van mensen bijhoudt in de attributentabel, komt een keuzelijst met opties als ‘bakker’, ‘slager’, ‘dokter’, enzovoort, goed van pas. Zo bespaar je heel wat tijd en voorkom je dat je typfouten maakt.

Om een meerkeuzelijst te gebruiken in QGIS, maak je een keuzelijst in Excel, voeg je die toe aan je QGIS-project en plaats je ze in de attributentabel van de juiste kaartlaag.

EEN MEERKEUZELIJST MAKEN IN EXCEL

Open Excel en maak een keuzelijst. Hier wil ik bijvoorbeeld voor het beroep van iemand kunnen kiezen uit vier opties: dokter, verpleegkundige, bakker of slager.

Maak van de lijst een tabel.

  1. Geef de kolom bovenaan een titel, bijvoorbeeld ‘Beschrijving’.
  2. Selecteer het hele bereik van je lijst, klik vervolgens in de menubalk bovenaan op ‘Invoegen’ en kies dan voor ‘Tabel’.
  3. In het venstertje dat verschijnt, vink je aan dat je tabel kopteksten heeft en klik je op ‘OK’.
Een tabel maken in Excel

Een tabel maken in Excel

Keuzelijst in Excel

Sla je Excel-bestand op als een CSV-bestand. Zo kan QGIS makkelijker met jouw keuzelijst werken.

MEERKEUZELIJST OPLADEN IN QGIS

Ga naar het Browserpaneel in QGIS. Dit is een overzicht van alle bestanden op je computer. Zoek het CSV-bestand met je meerkeuzelijst en versleep dit naar het Lagenpaneel. Je meerkeuzelijst is nu een kaartlaag in QGIS.

Meerkeuzelijst toevoegen via Browserpaneel

MEERKEUZELIJST TOEVOEGEN AAN ATTRIBUTENTABEL

Een veld voor de meerkeuzelijst

Nu de meerkeuzelijst in QGIS staat, kan je ze toevoegen aan je attributentabel. Als je bij het aanmaken van je kaartlaag al een kolom (of ‘veld’) voorzien had om de meerkeuzelijst in te gebruiken, kan je meteen door naar de stap ‘Instellingen van het meerkeuzeveld juist zetten’. Als je een nieuwe kolom wil toevoegen aan je attributentabel, kan dat ook:

  1. Open de attributentabel van je kaartlaag.
  2. Schakel de functie ‘Bewerken’ in door op het gele potloodje te klikken.
  3. Klik in het menu boven de tabel op ‘Nieuw veld’. Er opent een nieuw venster.

    Stap 2-3

  4. Geef het nieuwe veld een naam en duid bij ‘Type’ aan dat het een tekstveld is. Kies bij ‘Lengte’ voor een hoog getal, zodat je volledige woord in de tabel past.

Instellingen van het meerkeuzeveld juist zetten

Om in deze kolom je meerkeuzelijst te gebruiken, pas je de instellingen van het veld aan.

  1. Klik met je rechtermuisknop de kaartlaag in het Lagenpaneel en kies voor ‘Eigenschappen’.
  2. Bij het onderdeel ‘Formulier attributen’ vind je onder het tabje ‘Fields’ alle kolommen (= velden) uit je attributentabel. Zoek hier de kolom waarin je je keuzelijst zal gebruiken.
  3. Klik dat veld aan. Rechts verschijnen heel wat instellingsopties.
  4. Kies bij ‘Type widget’ voor ‘Waardenkaart’.
  5. Kies dan voor ‘Gegevens van laag laden’.

    Stap 2-5

  6. Vul in het dialoogvenster de juiste gegevens in. Bij ‘Laag’ kies je de kaartlaag met het CSV-bestand. Bij ‘Waarde’ kies je de kolomtitel van de keuzelijst in je CSV-bestand.

    Stap 6

  7. Klik op ‘OK’. Je hebt nu in de attributentabel een veld met een meerkeuzelijst.

Veld met meerkeuzelijst

MEERKEUZELIJST GEBRUIKEN

Als de meerkeuzelijst volledig ingesteld is, kan je de gegevens in je attributentabel verder aanvullen. Zet daarvoor de functie ‘Bewerken’ aan. In het meerkeuzeveld kan je steeds een waarde kiezen uit je keuzelijst. Ook als je nieuwe punten/lijnen/polygonen tekent, kan je het meerkeuzeveld met de keuzelijst invullen.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen.

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Hoe werk je samen met anderen aan dezelfde kaart in QGIS?

Hoe werk je samen met anderen aan dezelfde kaart in QGIS?

Als je kaarten maakt in QGIS, staan die opgeslagen op je eigen computer. Met anderen samenwerken aan hetzelfde project is dan niet vanzelfsprekend. Door te werken met QGIS Cloud kan je dit probleem oplossen.

QGIS Cloud is een webversie van het programma QGIS. Het biedt dezelfde mogelijkheden als het QGIS-programma waarmee jij al werkt, maar je project wordt opgeslagen in de cloud en niet op een lokale schijf. Zo kan iedereen van op hun eigen computer vlot aan jullie kaart. Het voordeel? Je werkt gewoon in het QGIS-programma op je computer zoals jij het gewend bent.

De QGIS Cloud startpagina

MAAK EEN GRATIS ACCOUNT AAN

Om met QGIS Cloud te kunnen werken, maak je eerst een account aan.

  1. Ga naar de website van QGIS Cloud, navigeer naar ‘Pricing’ en klik op ‘Sign up’ voor het gratis account.

    Stap 1

  2. Maak een gemeenschappelijke login (een gebruikersnaam, mailadres en wachtwoord) aan voor je vereniging. Dat wil zeggen dat alle leden hetzelfde account zullen gebruiken.

INSTALLEER DE ‘QGIS CLOUD PLUGIN’

Om QGIS Cloud te gebruiken in je Desktop App van QGIS, installeer je de plug-in.

  1. Ga in de menubalk bovenaan in de QGIS-omgeving naar ‘Plug-ins’ > ‘Plug-ins beheren en installeren…’.
  2. Zoek naar de plug-in ‘QGIS Cloud Plugin’ en installeer.

    Stap 1-2

HET QGIS-CLOUD PANEEL

Eens de plug-in geïnstalleerd is, verschijnt links in de QGIS-omgeving een paneel van QGIS Cloud. Hiermee zal je werken voor je projecten in QGIS Cloud.

Het QGIS Cloud paneel

Log jezelf in op QGIS Cloud:

  1. Ga in het paneel van QGIS Cloud naar het tabblad ‘Account’.
  2. Klik op ‘Inloggen’. Log jezelf in met het account van je vereniging.

    Stap 1-2

Maak een nieuwe database aan waarin je projecten zullen worden opgeslagen.

  1. Ga in het paneel van QGIS Cloud naar het tabblad ‘Account’.
  2. Klik linksonder op ‘Creëer’. QGIS Cloud maakt nu een database voor je aan. Die verschijnt in het overzicht met databanken.

    Stap 1-2

GEGEVENS OPLADEN IN QGIS CLOUD

Om een project te starten in QGIS Cloud, laad je eerst de juiste data op. Daarvoor plaats je in het Lagenpaneel van QGIS de juiste kaartlagen.

  • Dat kan door nu zelf nieuwe lagen aan te maken. Je kan dus kaartlagen opladen, zoals de Popp-kaart, maar je kan ook zelf nieuwe kaartlagen tekenen, zoals een polygonenlaag.
  • Je kan ook bestaande lagen gebruiken, zoals lagen die je in een eerder project al aangemaakt had.

Het paneel met lagen in QGIS is nog leeg

Er zijn twee mogelijkheden om bestaande kaartlagen toe te voegen.

  1. Zoek via het ‘Browser’-paneel de lagen die je wil gebruiken en versleep ze naar het ‘Lagen’-paneel.
  2. Open een bestaand project waarvan je de lagen wil gebruiken. De lagen staan dan al klaar in het ‘Lagen’-paneel.

Hier wordt bij beide voorbeelden met dezelfde lagen gewerkt, maar worden ze op een andere manier toegevoegd.

Optie 1: Bestaande kaarten opladen via het Browserpaneel

Optie 2: Bestaande kaarten opladen door een bestaand project te openen

Als de juiste lagen klaar staan, laad je die gegevens op in QGIS Cloud.

  1. Ga in het QGIS Cloud-paneel naar het tabblad ‘Gegevens uploaden’. Klik rechts onder op ‘Verfrissende lagen’ om de zichtbare gegevens te vernieuwen.
  2. De Shapefile-lagen verschijnen nu in het overzicht. Selecteer alle lagen die je wil opladen door ze aan te klikken (dan worden ze blauw). Om meerdere lagen te selecteren houd je de ctrl-toets ingedrukt terwijl je lagen aanklikt.
  3. Wanneer je de juiste selectie hebt gemaakt, klik je op ‘Gegevens uploaden’.

    Stap 1-3

  4. Kies een naam voor het project en een opslaglocatie op je computer. Klik op ‘Opslaan’.

    Stap 4

Voor je verder kan, kijk je best de instellingen van je kaartlagen na.

  1. Namen van kaartlagen mogen geen speciale tekens bevatten, zoals bijvoorbeeld komma’s. Haal dus alle speciale tekens weg uit de laagnamen.
  • Klik daarvoor met je rechtermuisknop op de kaartlaag in het lagenpaneel.
  • Ga naar ‘Eigenschappen’ en kies voor ‘Bron’ in het grijze menu aan de linkerkant.
  • In het veld ‘Laagnaam’ pas je de naam aan.
  • Klik rechtsonder op ‘OK’.
  • Als er toch nog speciale tekens in de laagnaam staan, krijg je een melding dat je die moet aanpassen.

    Laagnaam aanpassen

  1. Elke laag moet in het juiste (en liefst hetzelfde) CRS staan, hier Belgian Lambert 72. Zet het CRS dus voor elke kaartlaag juist.
  • Klik daarvoor met je rechtermuisknop op de kaartlaag in het lagenpaneel.
  • Ga naar ‘Eigenschappen’ en kies voor ‘Bron’ in het grijze menu aan de linkerkant.
  • Kies het juiste CRS en klik rechtsonder op ‘OK’.

    Het CRS juist zetten

DE KAART TOEVOEGEN AAN JE QGIS CLOUD-ACCOUNT

Wanneer de kaartlagen juist ingesteld zijn en toegevoegd aan QGIS Cloud, klik je op ‘Kaart publiceren’. Zo voeg je het project toe aan het account van je vereniging.

Een kaart toevoegen aan je QGIS Cloud-account

Een overzicht van je gepubliceerde kaarten vind je terug in je QGIS Cloud-account.

  1. Ga naar je webbrowser en log daar in op QGIS Cloud.
  2. Onder het tabblad ‘Maps’ vind je een overzicht van je gepubliceerde kaarten.

    Stap 1-2

Per kaart heb je enkele opties:

  • Via de knop met het wereldbolletje kan je een project downloaden.
  • Via de knop met het potloodje kan je de instellingen van een project wijzigen. Omdat we werken met een gratis account, zijn die opties echter beperkt.
  • Via ‘Show’ kan je je kaart bekijken in de webbrowser. Ook anderen kunnen met de juiste link jouw kaart online bekijken, zonder dat ze een account nodig hebben op QGIS Cloud.

Opties voor gepubliceerde kaarten

NIEUW PROJECT OPENEN

Als je je project volledig voorbereid hebt, kan je je kaart verder bewerken met QGIS Cloud.

  1. Open een nieuw project in de QGIS Desktop app.
  2. Meld je aan in QGIS Cloud via het paneel in de QGIS-omgeving.
  3. Kies in het tabblad ‘Kaarten’ voor het juiste project.

    Stap 3

  4. Klik ‘Open project’.

    Stap 4

  5. De kaart verschijnt nu met alle lagen in QGIS. Werk verder in je project zoals je gewend bent. Teken bijvoorbeeld extra polygonen.

Let op: QGIS Cloud voegt automatisch een nieuwe, bijkomende id toe als je objecten tekent. Dit is de ‘qc_id’. Je zal dit veld ook terugvinden in je attributentabel. QGIS Cloud gebruikt namelijk een automatische formule om een unieke id toe te kennen aan elk object. Bij het tekenen van nieuwe polygonen laat je die formule gewoon staan.

QGIS maakt automatisch een qc_id aan

  1. Sla je wijzigingen altijd op in QGIS.
  2. Als je klaar bent, klik je in het tabblad ‘Kaarten’ van het QGIS Cloud-paneel op ‘Kaart publiceren’. De wijzigingen worden zo ook opgeslagen in het project dat in de cloud is opgeslagen.

Samenwerken in QGIS Cloud

Met QGIS Cloud kan je met meerdere mensen samenwerken aan dezelfde kaart, omdat je QGIS-project opgeslagen is in de cloud en niet op een lokale schijf. Gebruik dus steeds het gedeelde account van je vereniging op je eigen computer.

Opgelet: Je kan niet gelijktijdig aan hetzelfde project werken. Maak duidelijke afspraken: wie kan wanneer de login van de vereniging gebruiken om aan het project te werken? Zo voorkom je dat je elkaars werk overschrijft.

TIPS EN EXTRA INFORMATIE

Let op: QGIS heeft regelmatig updates, waardoor sommige functies er anders uitzien. De praktijktip vertrekt vanuit versie Pritzen 3.34.4. Enkele video’s in de links hieronder zijn van toepassing op vroegere versies van het programma, maar geven wel een beeld van de stappen. 

Hier kan je terecht voor meer hulp:

Hou je softwarekosten onder controle met SOCIALware

Hou je softwarekosten onder controle met SOCIALware

Bladwijzer 15: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2015 • 15

Aan software valt in deze door technologie gedomineerde samenleving amper te ontsnappen. Jammer genoeg kosten commerciële software-pakketten vaak een bom geld en hebben non-profitorganisaties dikwijls niet het budget om deze aan te schaffen.

Om je ICT-budget onder controle te houden kan je op zoek gaan naar gratis alternatieven zoals open-sourcesoftware, freeware of freemium-software. Over het kiezen van dit type software vind je een inleiding op onze website. 1 Hoewel deze alternatieven vaak een oplossing bieden, heeft commerciële software ook voordelen. De gebruiksvriendelijkheid is doorgaans iets groter, je hebt als consument recht op garantie en je kan met problemen aankloppen bij het bedrijf dat de software produceerde. Bovendien zal je minder last hebben van advertenties en spyware die ongevraagd op je computer opduiken.

Wegens deze voordelen op tegenover de prijs die je voor commerciële software moet betalen? Dat is een vraag waarop geen eenduidig antwoord bestaat en waarvoor je geval per geval de afweging zal moeten maken. Maar als in jouw analyse om een softwarepakket al dan niet aan te kopen de prijs de enige hinderpaal is, dan kan je als vzw terecht bij SOCIALware.

SOCIALware is de Belgische partner in een wereldwijd netwerk (TechSoup Global) die softwarelicenties aanbiedt aan vzw’s voor ongeveer vier procent van de werkelijke productwaarde. Een aanzienlijke besparing dus!

 

MEDEA als ‘crowdsourcing’ registratieplatform voor metaaldetectievondsten in Vlaanderen

Digitaal erfgoed van bodem tot cloud. De ontwikkeling van MEDEA als 'crowdsourcing' registratieplatform voor metaaldetectievondsten in Vlaanderen

Bladwijzer 18: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2016 • 18

In de bodem bevinden zich heel wat restanten uit het verleden. Met een metaaldetector kan eigenlijk iedereen deze archeologische nalatenschap opsporen. Sinds kort is dat ook wettelijk toegelaten. Het MEDEA-platform wil de vele detectievondsten online beschikbaar maken voor onderzoekers en het brede publiek. Zo wordt de hobby niet alleen een fijn tijdverdrijf, maar krijgt ze ook een wetenschappelijke meerwaarde. MEDEA is een driejarig project van de vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR) en de onderzoeksgroep Sociale Media en Informatietechnologie (SMIT) aan de Vrije Universiteit Brussel en PACKED vzw.

Nieuws van de Groote Oorlog voor heemkundigen

Nieuws van de Groote Oorlog voor heemkundigen

Bladwijzer 15: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2015 • 15

Geïnteresseerd in de Groote Oorlog? Via de website www.archief.be, met als titel Nieuws van de Groote Oorlog, krijg je toegang tot meer dan 360.000 pagina’s Belgisch persmateriaal uit de Eerste Wereldoorlog. Zeventien organisaties uit Vlaanderen werkten twee jaar lang aan het inventariseren, digitaliseren en online brengen van honderdduizenden krantenpagina’s uit 1914-1918. Het project stelt de informatie uit deze kwetsbare nieuwsbladen veilig voor toekomstige generaties en zet het digitale erfgoed van de Eerste Wereldoorlog internationaal op de kaart. De uitwisseling van begin 2016 met het project Belgian War Press zal bovendien dit unieke persmateriaal voor het eerst in zijn totaliteit samenbrengen. Nieuws van de Groote Oorlog realiseert op die manier een van de grootste databanken ter wereld met persmateriaal uit 1914-1918, dat dankzij een projectsubsidie van de Vlaamse overheid ook doorzoekbaar is in het Engels, Frans en Duits.

Op zoek naar digitale bronnen

Op zoek naar digitale bronnen

Bladwijzer 7: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen april 2013 • 07

In februari 2013 maakten het Algemeen Rijksarchief en de Rijksarchieven in de Provinciën miljoenen akten en parochieregisters online raadpleegbaar. Het titanenwerk is nog niet volledig afgerond, maar op termijn worden meer dan vijftien miljoen pagina’s genealogische bronnen gratis toegankelijk en dat na slechts een handvol klikken met de muis. Het online plaatsen van deze registers, akten en tafels is het laatste voorbeeld van een voorlopig nog zeer klein, maar steeds groeiend aandeel bronnen dat elke lokale historicus op zijn/haar computerscherm kan toveren. Het is echter moeilijk om de bomen door het digitale bos te zien. Deze bijdrage wil in vogelvlucht enkele belangrijke digitaliseringsprojecten die ook relevant zijn voor lokale historici overschouwen.

SketchUp en erfgoed

SketchUp en erfgoed

Bladwijzer 8: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2013 • 08

Op enthousiast initiatief van Carlo Jengember van de Koninklijke Vereniging voor Natuur- en Stedeschoon en Heemkunde Vlaanderen werd in 2012 in Wieze een initiatie rond SketchUp op touw gezet. Achteraf vond deze initiatiecursus plaats in Izegem, Landen, Genk en Lier. Lesgever van dienst was Rik Vermeir van de heemkring van Wieze. Hij kon steeds rekenen op een enthousiast en leergierig publiek. Wat volgt, is een bondige uiteenzetting van het 3D-ontwerpprogramma SketchUp en hoe je het kan toepassen op erfgoed.

Sociale media: een inleiding voor heemkringen

Sociale media: een inleiding voor heemkringen

Bladwijzer 2: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2011 • 02

Vandaag kan je geen krant of tijdschrift meer openslaan of er wordt over ‘sociale media’ geschreven. Blogs, Facebook en Twitter maken of kraken het nieuws. Sommigen beweren dat een nieuwe vorm van communicatie onze richting uitkomt. Een enkeling vergelijkt Facebook-baas Mark Zuckerberg al met Gutenberg.

Maar wat kunnen sociale media betekenen voor heemkringen? Op welke manier kan je het draagvlak voor heemkunde in jouw gemeente, stad of dorp vergroten? Wat kan je met Facebook en wat niet? Is een blog een goed idee en hoe kan je dat dan het beste aanpakken? Hoe schrijf je over heemkunde in 140 Twitter-karakters?

Op 7 juni 2011 organiseerde Heemkunde Vlaanderen in Lier een workshop over sociale media voor heemkringen. Docent Jan Seurinck* wijdde er een twintigtal geïnteresseerde heemkundigen in in de geheimen van de sociale media. Dit artikel is gebaseerd op de uiteenzetting van deze workshop.

Veilig omgaan met wachtwoorden

Veilig omgaan met wachtwoorden

Bladwijzer 23: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen september 2018 • 23

Zowel in je privé- als beroepsleven heb je voor de computersystemen en websites die je gebruikt vaak een wachtwoord nodig. Al die verschillende wachtwoorden zijn moeilijk te onthouden. Het bijhouden van al die wachtwoorden creëert nieuwe veiligheidsrisico’s. Ze bewaren op een blad of in een document is geen goed idee. Dit artikel maakt je wegwijs in hoe je sterke en veilige wachtwoorden kunt aanmaken, hoe je kunt controleren of je wachtwoord veilig en sterk is, wat een password manager is en hoe je die kunt gebruiken. Met een voorbeeld in zijn offline- en on-linevariant tonen we hoe je die ook kunt inschakelen in je eigen situatie.

Tekening over ingewikkeldheid

Verenigingsloket: de voordelen voor jouw erfgoedvereniging

Verenigingsloket: de voordelen voor jouw erfgoedvereniging

​​Het is voor erfgoedverenigingen een uitdaging om overzicht te bewaren over de toepasselijke wetgeving, beschikbare diensten en lopende dossiers. Het Verenigingsloket ondersteunt jou hierbij. In deze praktijktip ontdek je wat het Verenigingsloket voor jou kan betekenen en hoe je ermee aan de slag gaat.

Wat is het Verenigingsloket?

Het Verenigingsloket is er voor feitelijke verenigingen zonder winstoogmerk, vzw’s en stichtingen. Het is een online platform dat verenigingen met lokale, provinciale, Vlaamse en federale overheidsdiensten verbindt. Je vindt er financiële voordelen, de nodige toelatingen en antwoorden op juridische en administratieve vragen. Maar je legt er ook gemakkelijk contact met andere verenigingen in heel Vlaanderen.

Na registratie worden de contactgegevens van de vereniging gedeeld met andere overheden. Het Verenigingsloket onthoudt de informatie waardoor toekomstige aanvragen sneller en eenvoudiger verlopen.

Je vindt zo ook alle informatie over je vereniging op één plek. Je ziet in één oogopslag wie de contactpersonen zijn, welke aanvragen zijn ingediend en welke subsidies, vergunningen, toelatingen en attesten al zijn toegekend.

Het Verenigingsloket breidt zijn aanbod voortdurend uit. Nog niet alle overheden zijn aangesloten en daardoor zijn nog niet alle toepassingen beschikbaar. Het is een groeiverhaal, dus moedig je gemeente zeker aan om zich aan te sluiten.

Waarom moet jouw vereniging aansluiten bij het Verenigingsloket?

VIND DE JUISTE DIENSTVERLENING

Het Verenigingsloket brengt jou naar de gepaste dienstverlening. Dit is voor iedereen vrij toegankelijk. Als je iets interessant hebt gevonden, krijg je meer informatie met een link naar de juiste dienstverlener.

Voorbeeld

Ellen zit in een kring die bezig is met metaaldetectie en archeologie. Ze wil een project starten met lokale scholen om de archeologische kennis over de gemeente over te brengen naar de kinderen. Ze wil weten welke subsidies ze hiervoor kan krijgen. Het Verenigingsloket leidt haar naar de meest toepasselijke subsidie.

SPAAR TIJD DOOR GEGEVENS VAN EEN VORIGE AANVRAAG TE HERGEBRUIKEN

Het Verenigingsregister is de databron van het Verenigingsloket. Door je vereniging te registreren op het Verenigingsloket worden al jullie gegevens uit het register automatisch ingevuld bij jouw aanvraag. Hierdoor moet je nauwelijks nog iets aanvullen bij een volgende aanvraag.

Voorbeeld

Werner wil de ‘gratis verzekering voor vrijwilligers’ van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk aanvragen. Er staat al heel wat ingevuld voor hem. Enkel de ontbrekende gegevens moeten hij nog aanvullen.

BEKIJK JOUW LOPENDE EN AFGERONDE DOSSIERS MET EEN KLIK OP DE KNOP

Op het Verenigingsloket bekijk je al je lopende en afgeronde dossiers bij overheden die aangesloten zijn op het platform.

Voorbeeld

Rita is lid van Reuzengilde vzw en is onlangs bestuurslid geworden. Hierbij heeft ze enkele taken overgenomen rond het aanvragen van subsidies en verzekeringen. Haar voorganger was niet de meest ordelijke persoon en daarom is het vaak zoeken in de papieren naar wat al aangevraagd werd en wat niet. In het logboek op het Verenigingsloket ontdekt ze de historiek van vorige aanvragen en de stand van zaken.

RAADPLEEG BETROUWBARE INFORMATIE

Het Verenigingsloket verzamelt verschillende artikels die je verder helpen op vlak van financiën, administratie, het organiseren van evenementen of het dagelijkse bestuur.

Voorbeeld

Bart heeft vragen over de kostenvergoedingen voor de vrijwilligers binnen zijn vereniging. Via het Verenigingsloket vindt hij een artikel met meer informatie over dit thema. Na het lezen van dit artikel weet hij welke soorten kostenvergoedingen er zijn en wordt hij verder geleid naar steunpunten en overheidsinstanties die zich hiermee bezighouden. Zo krijgt hij enkel betrouwbare informatie.

MAAK JOUW VERENIGING ZICHTBAARDER VOOR NIEUWE LEDEN, POTENTIELE VRIJWILLIGERS EN HET BREDE PUBLIEK

Het zoeken naar verenigingen is op het Verenigingsloket een fluitje van een cent. Iedereen kan de openbare contactgegevens van verenigingen terugvinden.

Voorbeeld

Peter is net verhuisd naar een nieuwe gemeente. Hij is geïnteresseerd in geschiedenis en een natuurliefhebber. Hij wil zich graag inzetten voor een lokale vereniging, om zo te connecteren met zijn nieuwe buurt. Hij klikt op een erfgoedvereniging die er interessant uitziet. Via de beschrijving leest hij wat de vereniging doet, wanneer ze samen komen en ontdekt hij dat er een ontmoetingsdag is. Peter zal er zijn! Zo is de vereniging weer een lid rijker.

Registreer je vereniging in het Verenigingsregister om gebruik te maken van het Verenigingsloket

BEN JE EEN VZW, IVZW OF STICHTING?

  • Zorg dat één van de wettelijke vertegenwoordigers aanwezig is die zich met zijn of haar ID-kaart en kaartlezer of de ITSME-app kan aanmelden.
  • Hou het KBO-nummer van je vereniging bij de hand, want het Verengingsloket trekt daar basisgegevens uit. Gegevens uit het KBO kan je in het Verenigingsregister niet aanpassen.

BEN JE EEN FEITELIJKE VERENIGING?

  • Doe de registratie met minstens twee vertegenwoordigers. Vergeet de ID-Kaart en kaartlezer of de ITSME-app niet.
  • Hou je basisgegevens bij de hand zoals verenigingsnaam, activiteitendomein en correspondentieadres.
  • Tijdens het registreren kan je andere personen in kopie zetten. Deze personen worden dan via een mail op de hoogte gebracht van de geregistreerde verantwoordelijken.

Ben je in meerdere verenigingen actief? Schakel via de balk bovenaan de website makkelijk tussen je verschillende verenigingen via de knop “aanmelden” (naast de zoekbalk).

Zoek de juiste dienstverlening onder aanbod

  1. Klik op het aanbod en krijg een overzicht van de beschikbare dienstverlening.
  2. Filter op overheid, type van ondersteuning en thema. Erfgoed valt onder het thema ‘cultuur, sport en vrijetijd’.
  3. Gevonden wat je zocht? Dan kan je de voorwaarden, de procedures en de financiële voordelen bekijken.

Benader andere verenigingen en toon jezelf aan een nieuw publiek

  1. De verenigingen die op dit moment al aangesloten zijn, vind je hier terug.
  2. Zoek aan de hand van zoekfilter en activiteitendomeinen naar de gewenste vereniging(en).
  3. Elke vereniging heeft een profiel waar je een beschrijving, een adres, contactpersoon en een website kan vinden.

Vind antwoorden op juridische, financiële en administratieve vragen

  1. Bij info en advies kan je op thema zoeken naar informatie die antwoord biedt op jouw vragen. Enkele thema’s waaruit je kan kiezen zijn ‘administratie’, ‘evenement’, ‘fiscaliteit’ en ‘verzekering’.
  2. Vanuit het Verenigingsloket kan je doorklikken naar de websites van de betrokken overheden, waar je nog meer uitleg kan vinden of diensten kan aanvragen.

Voor de zeer geïnteresseerden

  • Bekijk dit webinar om je verder te verdiepen in het verenigingsloket.

Heb je nog vragen? Neem dan contact op met Els Vervaet via els.vervaet@histories.be.

 

Deze praktijktip werd in samenwerking met het Verenigingsloket opgesteld.

Een gids gaat in interactie met het publiek

Virtual en augmented reality in het aanbod van erfgoedverenigingen

Virtual en augmented reality in het aanbod van erfgoedverenigingen

Virtual en augmented reality zijn technologieën die de afgelopen jaren hun opgang maakten en nu steeds meer hun ingang vinden in allerlei domeinen, waaronder ook het erfgoedveld. Voor de reeks Spraakmakers zochten we uit wat virtual en augmented reality-technologieën kunnen betekenen voor erfgoedvrijwilligers.

Hoe kunnen virtual en augmented reality het werk van erfgoedvrijwilligers in de toekomst veranderen? Welke uitdagingen en mogelijkheden brengen deze technologieën met zich mee? En hoe kunnen erfgoedverenigingen de technologieën inzetten om hun aanbod te verrijken?

In enkele artikels ontdek je wat er al bestaat en vind je inspirerende voorbeelden om er ook zelf als erfgoedvrijwilliger mee aan de slag te gaan.

SPRAAKMAKENDE VOORBEELDEN IN HET ERFGOEDVELD

Om deze vragen te verkennen gingen we in gesprek met vier mensen: Paul Van de Velde (Heemkring de Semse), Bram Wiercx (Faro), Iason Jongepier (Universiteit Antwerpen) en Dani¨el Pletinckx (Visual Dimension). Ze bieden elk een ander perspectief vanuit hun eigen achtergrond: Van de Velde als erfgoedvrijwilliger, Wiercx vanuit de gesubsidieerde erfgoedsector, Jongepier als academisch onderzoeker en Pletinckx vanuit de private sector. Allemaal waren of zijn ze betrokken bij VR/AR-projecten in de erfgoedsector.

een man met grijs haar en een zwr-arte trui kijkt naar de camera en typt op een laptop

Paul Van de Velde

Van de Velde vertelde ons over de virtuele tour met 360°-fotografie van Zemst en omliggende dorpen. Daarnaast biedt de kring ook wandelingen aan met de ErfgoedApp, waarbij je via je smartphone meer te weten komt over het Zemstse erfgoed. Bram Wiercx gaf meer toelichting bij hoe die app ontstaan is en wat je ermee kan doen. Jongepier vroegen we naar Virtuafort, een project waarbij je met VR kan rondwandelen in het zeventiende-eeuwse fort Lillo. Tot slot interviewden we Pletinckx over de virtuele 3D-reconstructie van site Raversyde in 1915 en 1917.

Allemaal keerden ze zich tot VR en AR omdat ze hun aanbod ermee kunnen uitbreiden én verrijken. Daarvoor gingen ze op zoek naar historisch materiaal in hun eigen collectie of verrichten ze nieuw onderzoek, om op basis daarvan digitale toepassingen uit te werken (meer hierover lees je in dit artikel). In dit artikel gaan we dieper in op de plaats die het resultaat krijgt in het erfgoedaanbod.

 

In een notendop

  • Virtual en augmented reality bieden erfgoedverenigingen de mogelijkheid om hun aanbod niet alleen uit te breiden, maar ook te verrijken. Deze technologieën maken het mogelijk om erfgoed op een nieuwe, interactieve manier te presenteren, wat kan leiden tot een bredere betrokkenheid van het publiek.
  • VR en AR worden in verschillende erfgoedcontexten toegepast, zoals virtuele tours, erfgoedwandelingen, reconstructies van historische sites en interactieve museumervaringen.
  • Deze technologieën bieden niet alleen de mogelijkheid om verhalen op maat van verschillende doelgroepen te vertellen, maar ook om erfgoedverhalen te brengen op locatie en het verleden opnieuw zichtbaar te maken.

 

Een rood, blauwe infographic rond virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers als project van Histories voor de reeks Spraakmakers van Digitaal Werken voor Erfgoedvrijwilligers

De vier ervaringsdeskundigen

PLAATS IN DE WERKING VAN JE AANBOD

Een virtual of augmented reality-tool wordt niet zomaar ontwikkeld omdat het kan. Het dient een bepaald doel. Of het nu gaat om een nieuwe manier van erfgoed ontsluiten of om een grotere betrokkenheid met dat erfgoed mogelijk te maken, de VR- en AR-tools krijgen een plaats in de werking van erfgoedverenigingen en -instellingen.

Op welke manier verrijken die tools de dienstverlening? De vier ervaringsdeskundigen die we voor Spraakmakers interviewden, zien elk hun eigen voordelen in het gebruik van virtual en/of augmented reality.

‘Dat is heel belangrijk als je een virtual reality applicatie maakt, in welke vorm dan ook, dat je altijd kijkt naar welke toegevoegde waarde dat heeft voor je publiek, voor de gids, voor degene die het gebruikt, educatief of toeristisch of wat dan ook.’ – Daniël Pletinckx

Infographic met geel, rood en groen, over virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers

Een VR- of AR-project in vijf stappen

DE SEMSE TREKT DE DIGITALE KAART

Een digitaal aanbod pal op de homepage

Zemst: prachtig virtueel heeft een prominente plaats in het aanbod van Heemkring de Semse. Op de thuispagina van hun website kan je er niet naast kijken. Met een paar kliks ontdek je verschillende erfgoedgebouwen in Zemst en nabijgelegen dorpen. De Semse vindt het belangrijk dat mensen makkelijk, ‘vanuit hun luie zetel’, de virtuele tour kunnen volgen. Het erfgoed van Zemst is met andere woorden steeds binnen handbereik.

Zemst: prachtig virtueel gaat altijd op de homepage blijven.’ – Paul Van de Velde

Een kasteel in het groen met blauwe lucht, in vogelvlucht

Een beeld uit de virtuele tour van de Semse

Ook de tochten met de ErfgoedApp vind je makkelijk terug op hun website. Met de app kan de Semse nu eenvoudig haar historische kennis delen buiten het museum. Als je luistert naar een erfgoedverhaal op de plek waar het zich afspeelde, heeft dat vaak meer kracht dan als je erover leest op een plaatje in een museum.

Een museumzaal met een vitrine gevuld met fossielen

De Bos van Aa-zaal in het museum van de Semse

Binnen het aanbod van de Semse zorgen de wandelingen en fietstochten met de ErfgoedApp ervoor dat mensen erop uit trekken om het Zemstse verleden te ontdekken. Daarnaast zorgt het gebruik van de ErfgoedApp in het museum zelf er ook voor dat bezoekers op hun eigen tempo de vaste tentoonstelling met gidsing kunnen ontdekken, zonder dat de Semse daarvoor twee mensen moet optrommelen.

‘De virtuele webomgeving is een technologie voor een bezoek vanuit je luie stoel. De ErfgoedApp neem je mee op je smartphone en bekijk je onderweg.’ – Paul Van de Velde

De voordelen van een digitaal aanbod

Belangrijk bij de tochten is dat verschillende media gecombineerd worden. In tegenstelling tot een papieren gidsboekje, maakt de app gebruik van audio, beeld en film. Bovendien heeft de keuze voor een digitale drager voor de Semse heel wat andere voordelen. Zo hoef je bij elke aanpassing van je gids-informatie niet steeds opnieuw een nieuwe versie laten drukken, wat geld kost.

Een papieren boekje moet je als wandelaar ook extra meenemen, terwijl je smartphone sowieso al in je broekzak zit. Omdat de app steunt op GPS-systemen is het bovendien veel moeilijker om verkeerd te lopen in de route, terwijl een papieren gidsboekje je niet terug op het juiste spoor kan zetten.

‘Het is een medium dat vandaag ook aanspreekt.’ – Paul Van de Velde

Anders dan in het traditionele aanbod, brengen de virtuele tour en de tochten met de ErfgoedApp het erfgoed op een andere manier aan. Er zijn nu ook simpelweg meer opties voor mensen die de geschiedenis en het erfgoed van Zemst willen ontdekken.

Voor de kring zit er vooral een grote meerwaarde in het digitale aspect van de gebruikte technologieën, zo blijkt uit het gesprek met Van de Velde. Beide toepassingen lijken aanlokkelijker voor het publiek dan het originele aanbod. De kring ziet dat aan de verjonging van haar publiek. Bij hun 600-tal volgers op Facebook hebben er 60 procent een leeftijd onder de vijftig jaar.

Een kleine twee maanden na haar lancering telde de virtuele tour al een 400 à 500 bezoekers en tijdens de coronaperiode namen zo’n 1000 mensen deel aan een tocht in de ErfgoedApp. Voor de Semse is het duidelijk dat VR en AR niet alleen haar aanbod verrijken, maar ook haar publiek.

De voornaamste kracht ligt voor de Semse in het feit dat haar historische kennis buiten de muren van het museum treedt en zo mensen aanspreekt die normaal gezien niet naar het museum komen. Mensen stappen enkel het museum binnen als er iets groots of spectaculairs te zien valt, maar zulke tentoonstellingen passeren niet elke dag.

Omdat de virtuele tour en de tochten met de ErfgoedApp op een andere, ‘modernere’ manier prikkelen, vindt een breder publiek toch haar weg naar de kring. Dat wil niet per se zeggen dat de bezoekersaantallen stijgen, maar wel dat wanneer er toch een grootsere tentoonstelling doorgaat, deze groep meer geneigd zal zijn om ook naar het fysieke museum te trekken.

‘Het is een nieuwe manier om heemkunde in de kijker te brengen. Ook naar een jonger publiek toe, die dan misschien niet onmiddellijk naar hier komen, maar die dan toch de heemkring leren kennen. Ze weten dat we bestaan. En als we dan iets bijzonders tonen, zullen ze ook makkelijker de weg naar onze kring vinden.’ – Paul Van de Velde

Voor de Semse zijn de virtuele tour en de ErfgoedApp manieren om de kring op een andere manier in de kijker te zetten en zo het oubollige imago van een heemkring van zich af te schudden.

Binnenzicht in de trappenhal van een kasteel

Beeld uit de virtuele tour van de Semse

MET DE ERFGOEDAPP IN DE HAND

Interactieve verhalen

Bram Wiercx komt vaak in contact met erfgoedverenigingen die met de ErfgoedApp aan de slag gaan. Hij ziet voor deze vrijwilligers tal van mogelijkheden om met de app hun dienstverlening te verrijken. Net zoals Heemkring de Semse kunnen erfgoedverenigingen  met de app multimediale verhalen brengen in hun museum of bij een wandeltocht.

Je kan daar ook heel wat interactieve features aan toevoegen, zoals bijvoorbeeld ‘scratch’. Daarmee kan je een afbeelding wegkrassen, ‘een beetje zoals een kraslot’. Ook kunnen erfgoedvrijwilligers hun verhaal vormgeven via een gamification module in de app of kunnen ze bezoekers opdrachten geven, zodat ze het erfgoed op een actievere manier leren kennen. Met de app kan je de verhalen die je vertelt dus een extra, interactieve laag bezorgen.

‘De gebruiker die de tentoonstelling bezoekt, wandelt door het museum, komt in een ruimte en krijgt eigenlijk automatisch een selectie van al die informatie die er beschikbaar is: audio of video of wat dan ook.’ – Bram Wiercx

Tentoonstellingen precies op jou afgestemd

In een museumcontext zijn er nog enkele mogelijkheden waarmee je het potentieel van de app kan benutten. In een vitrine is het soms moeilijk om elk klein voorwerp apart te scannen. Daarom kan je werken met nummertjes, waarbij elk nummertje verbonden is aan zowel één voorwerp als de bijhorende informatie.

De app biedt ook een audiosync-optie. Wanneer in een museum (of elders) een video in een loop getoond wordt, kan je op eender welk moment het beeld van dat filmpje even scannen. Dan zal je automatisch de bijhorende audio krijgen. Die functie is meertalig, wat wil zeggen dat verschillende mensen het filmpje tegelijkertijd in verschillende talen kunnen bekijken.

‘Zo kan je eigenlijk met meerdere bezoekers samen naar een video luisteren zonder dat je de film moet herstarten of een bepaalde taalkeuze moet maken.’ – Bram Wiercx

Iemand houdt met zijn handen een smartphone vast waarop een doventolk te zien is

De ErfgoedApp biedt ondersteuning met een doventolk

Omdat de verhalen in de app niet ‘standaard’ zichtbaar zijn, maar wel opgeroepen kunnen worden, zorgt dat ervoor dat je met de app de toegankelijkheid van een tentoonstelling kan verhogen. Een tentoonstelling en de bijhorende scenografie worden eenmalig vastgelegd en daarna niet meer aangepast.

Door te werken met de ErfgoedApp kan je verschillende lagen binnen de tentoonstelling creëren. Zo kan je je tentoonstelling laten ondersteunen door een filmpje met Vlaamse Gebarentaal of kan je een verhaal brengen specifiek op maat van kinderen.

De app laat je toe om het bestaande, vaste parcours te diversifiëren en om één groot, monotoon verhaal te vermijden. Bovendien voorkom je met de app zwaarbeladen tentoonstellingszalen, want je hoeft niet overal tekstbordjes, filmpjes of audioguide-punten te voorzien.

Erfgoed actief ontdekken

De grootste troef van de app, zegt Wiercx, is dat hij ervoor zorgt dat ‘mensen iets doen’. Het draait niet om een virtuele beleving waarbij de gebruiker enkel en alleen in de app-omgeving blijft. De app zorgt er net voor dat je wel verbonden blijft met je fysieke omgeving. Door het toevoegen van een digitale laag aan de werkelijkheid creëert de app interactie en toegankelijkheid en stijgt de betrokkenheid met het erfgoed.

‘Het is hier geen virtuele beleving, het is een echte beleving. (…) De inhoud van de app speelt zich niet alleen af binnen de app, maar is juist verbonden met de omgeving. Dat is denk ik het mooie. Het is niet enkel een beleving op je smartphone. Het helpt net om erfgoed beter te begrijpen, om de interactie aan te gaan en om het allemaal bij elkaar te brengen.’ – Bram Wiercx

Daarnaast ziet Wiercx ook veel belang in de mogelijkheid om het onzichtbare zichtbaar te maken. Er zijn heel wat historische gebeurtenissen/objecten/landschappen die je vandaag niet meer kan ‘zien’. Omdat de app steeds een digitale laag toevoegt aan de werkelijkheid, kan je die onzichtbaarheden terug oproepen.

‘Het is een duurzame manier om die content levend te houden.’ – Bram Wiercx

Wanneer de tour geactiveerd is, stopt het verhaal voor het maakproces voor de erfgoedvrijwilligers nog niet. Mensen moeten immers de tour in de app kunnen vinden; ze moeten weten dat die bestaat. Daarom is het belangrijk dat makers hun tour communiceren en promoten, liefst met een lanceringsmoment.

Bram Wiercx geeft aan dat het voor vrijwilligers zinvol kan zijn om daarbij te kijken naar de gemeente, omdat die samenwerking er meestal al is. Ook werkt het vaak om een persbericht uit te sturen. Ter plekke kan je ook erfgoedbordjes laten plaatsen, waardoor passanten zien dat ze er de ErfgoedApp kunnen gebruiken.

Wiercx hamert daarom op een dubbele weg van communicatie: ter plekke een bordje voor toevallige passanten en via verschillende communicatiekanalen om je eigen publiek er bewust naartoe te leiden.

GEGIDST DOOR HET VERLEDEN

Virtueel reizen in de tijd

Zowel in Fort Lillo als op de site van Raversyde gebruiken (vrijwillige) gidsen de ontwikkelde virtual reality-omgevingen als ondersteuning voor de uitleg die ze geven. Het resultaat van het project Virtuafort heeft vandaag de functie van een toeristische tool.

Mensen kunnen er enerzijds een blik werpen in de toekomst, wat deel uitmaakt van het project Recapture the Fortress Cities. Anderzijds kunnen ze virtueel reizen naar het verleden, waarvoor Iason Jongepier en zijn collega’s historisch onderzoek voerden in het kader van het Antwerp Time Machine-project.

Voor Jongepier heeft dit niet alleen zin als visualisering van het verhaal dat de gidsen vertellen, maar kan het interessant zijn om de ontwikkelingsfase van de tool als uitgangspunt voor de uitleg te nemen. Het kan boeiend zijn om te vertellen hoe tot bepaalde reconstructies gekomen wordt. Zo leert de bezoeker de site kennen vanuit een andere invalshoek.

mensen kijken naar een animatie van munitie die wordt voorbereid

Een gids projecteert de virtuele omgeving op een muur

In het Atlantikwall-museum in Raversijde gebruiken gidsen van de Oostendse gidsenvereniging De Lange Nelle de VR-omgeving om groepen rond te leiden op de site. In een bunker projecteren ze de omgeving op een van de muren. Met een game controller kunnen ze dan naar believen rondwandelen in de virtuele wereld en enkele animaties afspelen (zoals het klaarmaken van munitie).

Vervolgens trekken ze met de groep de site in en maken ze dezelfde tour als die ze net in VR zagen. Zo kan de gids makkelijk terugverwijzen naar wat er vandaag niet meer is, maar wat de bezoekers wel hebben kunnen zien in de virtuele reconstructie.

Individuele bezoekers zien de virtuele omgeving op een tablet

Individuele bezoekers zien de virtuele omgeving op een tablet

Ook individuele bezoekers kunnen gebruik maken van de VR-toepassing, maar op een andere manier. Zij kunnen een tablet van het museum gebruiken waarbij de VR gebruikt wordt als AR. Op bepaalde locaties kunnen ze dan op de tablet zien hoe het er daar uitzag een eeuw geleden en krijgen ze daar extra uitleg bij.

‘De gidsen gebruiken het als een soort interactieve prentenboek. Ze gebruiken die uiteindelijk naar eigen zin en naar eigen vermogen.’ – Daniël Pletinckx

De troeven van een VR-omgeving

Voor de gidsen heeft de tool een heel aantal voordelen. In de eerste plaats vormt een virtuele omgeving geen lineair verhaal. Het is niet ‘voorgekauwd’, zoals Pletinckx het verwoordt. Daardoor heeft de gids erg veel vrijheid in het verhaal dat die vertelt en is het ook makkelijk om in te spelen op het publiek dat voor je zit.

Een klas, een groep senioren, een groep WOI-experten, een vriendengroep… Ze hebben allemaal een andere aanpak nodig. Met de VR-omgeving heeft de gids alle mogelijkheden en kan die zelf kiezen hoe kort of lang die de tour maakt en waar die wel of geen (extra) uitleg geeft.

De tool laat ook toe om bezoekers bepaalde plaatsen te tonen die fysiek niet toegankelijk zijn of om te demonstreren hoe munitie werd voorbereid, iets dat fysiek helemaal niet mogelijk is. Hier kan je heel makkelijk terug naar verwijzen tijdens de fysieke tocht op de site.

‘Dat is ook het voordeel ook aan virtual reality: er zit dan niks voor je voorgekauwd in.’ – Daniël Pletinckx

Voor de bezoeker ligt de kracht van de VR-omgeving vooral in de visuele component ervan. Pletinckx legt uit dat een menselijk geheugen namelijk erg visueel ingesteld is. Mensen zullen iets veel beter in het verleden kunnen plaatsen als ze dat visueel doen dan als ze zouden moeten zeggen waar iets zich ergens op een tijdlijn bevindt.

Door met virtual reality de site in Raversyde aanschouwelijk te maken zoals ze vroeger was, zorgen Daniël Pletinckx en zijn collega’s ervoor dat de historische context de bezoeker veel meer bijblijft dan wanneer ze gewoon op de site zelf zou rondwandelen. Bovendien creëert het interactieve karakter van de VR voor de bezoeker een grote(re) betrokkenheid met het erfgoed zelf.

‘Je ziet nog de aanzet van het kanon, je ziet nog de vijzen uit de grond zitten. Maar het kanon is er natuurlijk niet meer.’ – Daniël Pletinckx

Virtual reality zonder VR-bril

Opvallend ten opzichte van andere VR-projecten is dat hier geen VR-bril gebruikt wordt, maar een projectie op de muur. Dat was een bewuste keuze. Enerzijds draagt dit een veel lagere kost met zich mee. Voor deze VR is enkel een projector, een computer en een game controller nodig.

Een gids gaat in interactie met het publiek

Een gids gaat in interactie met het publiek

Bij VR-brillen zou de prijs al heel snel hoog oplopen omdat niet alleen de brillen aangeschaft moeten worden, maar ook de nodige besturingssystemen. Dat vraagt ook bijkomend personeel om de VR-brillen te kuisen na elk gebruik.

Een VR-projectie leent zich bovendien tot sociale interactie. Wanneer je een VR-bril op hebt, beleef je de virtuele omgeving op een individuele manier. Hoewel dat qua ruimtelijke ervaring zeker meer kwaliteit biedt, verlies je het aspect van een museumbezoek als groepsgebeuren.

Omdat de gidsen werken met een projectie, krijgt de menselijke factor veel meer ruimte. De gids kan hun toehoorders zien en daardoor ook aanvoelen of ze kunnen volgen. De dynamiek binnen een groep met gids blijft aanwezig, wat niet het geval is met een VR-bril.

‘Als ik een gids ben en iets vertel, dan wil ik mijn toehoorders zien, want ik kan aan hun ogen zien of ze mij begrepen hebben. (…) Ik moet op zijn minst kijken: landt mijn verhaal? Verstaan ze wat ik vertel? Als je dan iedereen zou opsluiten in een VR bubbel met een VR headset, dan kan je dat niet.’ – Daniël Pletinckx

‘Hoe werkt dit?’

Pletinckx benadrukt dat de meerwaarde van de virtual reality-omgeving zich zeker niet beperkt tot enkel het gebruik, maar ook in de ontwikkelingsfase te vinden is. De 3D-reconstructie maakt de site zoals ze was in 1915 en 1917 terug aanschouwelijk.

Die reconstructie vergde heel wat historisch onderzoek, dus alleen al door het maken van VR/AR, leer je nieuwe dingen bij over je historisch materiaal. Je bestudeert immers je bronnen opnieuw en soms op een andere manier dan voordien.

‘Er was materiaal om dat te reconstrueren, maar veel van die dingen waren toch nog niet echt gekend. Bijvoorbeeld heel praktisch: Hoe zit dat in elkaar? Hoe werkt dat?’ – Daniël Pletinckx

Infographic in groen, rood en geel rond virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers met de toegevoegde waarde

De toegevoegde waarde van een VR- of AR-project

TOEGEVOEGDE WAARDE ALS RESULTAAT

Er is niet “één meerwaarde”: iedereen heeft een ander aanbod, dus het is niet verwonderlijk dat virtual en augmented reality op andere manieren gebruikt worden. Voor Paul Van de Velde is het een manier om met zijn heemkring een breder, ander en jonger publiek te bereiken, terwijl Iason Jongepier dan weer op een innovatieve manier historische data wil weergeven.

Alle vier de ervaringsdeskundigen doken in de wereld van VR en AR met hun eigen doel voor ogen. Die toegevoegde waarde is namelijk de belangrijkste reden om een VR- of AR-project te beginnen.

Benieuwd hoe de vier ervaringsdeskundigen de toekomstige relevantie van VR en AR voor erfgoedvrijwilligers inschatten? Je leest er meer over in dit artikel.

MEER LEZEN?

Ontdek ook de andere artikels die we in de reeks Spraakmakers schreven rond virtual en augmented reality:

MEER INFORMATIE

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. © Paul Van de Velde, Paul van de Velde van Heemkring de Semse.
  2. © Histories, Infographic met de vier ervaringsdeskundigen.
  3. © Histories, Infographic voor een VR/AR-project voor erfgoedvrijwilligers in vijf stappen.
  4. © Herman Desmet Photography, Zicht op het Rubenskasteel in Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  5. © Paul Van de Velde, De zaal rond het Bos van Aa in het museum van Heemkring de Semse.
  6. © Herman Desmet Photography, Zicht binnen in het Rubenskasteel in Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  7. © Faro, Ondersteuning met Vlaamse Gebarentaal via de ErfgoedApp, via https://faro.be/blogs/bram-wiercx/maak-uw-erfgoedinstelling-toegankelijk-voor-doven-en-slechthorenden.
  8. © Visual Dimension, Een projectie van de VR-omgeving maakt duidelijk hoe munitie voorbereid werd, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  9. © Visual Dimension, Een tablet de VR-omgeving van site Raversyde voor individuele bezoekers, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  10. © Visual Dimension, Een gids gaat bij de VR-demonstratie in interactie met zijn publiek, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  11. © Histories, Infographic met de voordelen van VR en AR voor erfgoedvrijwilligers.

Websites

Zicht op het interieur van een kerk met een altaar en stoelen in de zijbeuk

Virtual en augmented reality in het erfgoedveld: van historische inhoud tot technologische toepassing

Virtual en augmented reality in het erfgoedveld: van historische inhoud tot technologische toepassing

Virtual en augmented reality zijn technologieën die de afgelopen jaren hun opgang maakten en nu steeds meer hun ingang vinden in allerlei domeinen, waaronder ook het erfgoedveld. Voor de reeks Spraakmakers zochten we uit wat virtual en augmented reality-technologieën kunnen betekenen voor erfgoedvrijwilligers.

Hoe kunnen virtual en augmented reality het werk van erfgoedvrijwilligers in de toekomst veranderen? Welke uitdagingen en mogelijkheden brengen deze technologieën met zich mee? En hoe kunnen erfgoedverenigingen de technologieën inzetten om hun aanbod te verrijken?

In enkele artikels ontdek je wat er al bestaat en vind je inspirerende voorbeelden om er ook zelf als erfgoedvrijwilliger mee aan de slag te gaan.

SPRAAKMAKENDE VOORBEELDEN UIT HET ERFGOEDVELD

Om deze vragen te verkennen gingen we in gesprek met vier mensen: Paul Van de Velde (Heemkring de Semse), Bram Wiercx (Faro), Iason Jongepier (Universiteit Antwerpen) en Daniël Pletinckx (Visual Dimension). Ze bieden elk een ander perspectief vanuit hun eigen achtergrond: Van de Velde als erfgoedvrijwilliger, Wiercx vanuit de gesubsidieerde erfgoedsector, Jongepier als academisch onderzoeker en Pletinckx vanuit de private sector. Allemaal waren of zijn ze betrokken bij VR/AR-projecten in de erfgoedsector.

een man met grijs haar en een zwr-arte trui kijkt naar de camera en typt op een laptop

Paul Van de Velde

Van de Velde vertelde ons over de virtuele tour met 360°-fotografie van Zemst en omliggende dorpen. Daarnaast biedt de kring ook wandelingen aan met de ErfgoedApp, waarbij je via je smartphone meer te weten komt over het Zemstse erfgoed. Bram Wiercx gaf meer toelichting bij hoe die app ontstaan is en wat je ermee kan doen. Jongepier vroegen we naar Virtuafort, een project waarbij je met VR kan rondwandelen in het zeventiende-eeuwse fort Lillo. Tot slot interviewden we Pletinckx over de virtuele 3D-reconstructie van site Raversyde in 1915 en 1917.

Allemaal keerden ze zich tot VR en AR omdat ze hun aanbod ermee kunnen uitbreiden én verrijken. Het resultaat van een VR- of AR-ontwikkeling krijgt namelijk een plaats in het erfgoedaanbod (meer daarover lees je in dit artikel). In dit artikel gaan we dieper in op hoe dat resultaat er gekomen is: het historische bronnenmateriaal en de vertaling ervan naar een technologische toepassing.

 

In een notendop

  • Augmented reality-projecten in het erfgoedveld vertrekken voornamelijk uit bestaande historische kennis. Erfgoedspelers vinden hiervoor historisch materiaal in hun eigen bibliotheek, archief of documentatie. Historische verhalen vormen vaak het vertrekpunt van hun project.
  • Virtual reality-projecten in het erfgoedveld vertrekken voornamelijk uit nieuw historisch onderzoek. Dat is nodig om een virtuele reconstructie tot in detail uit te werken. Historische omgevingen vormen vaak het vertrekpunt van hun project.
  • Omdat elk project anders is, verloopt ook de vertaling van historische inhoud tot technologische toepassing op verschillende manieren. Daarom is bij sommige projecten geen technische voorkennis nodig en bij andere wel en heeft niet elk project hetzelfde kostenplaatje.

 

Een rood, blauwe infographic rond virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers als project van Histories voor de reeks Spraakmakers van Digitaal Werken voor Erfgoedvrijwilligers

De vier ervaringsdeskundigen

ONTSLUITING VAN HISTORISCHE GEGEVENS

De vier projecten brengen allemaal historische gegevens in een virtuele omgeving of een augmented reality-toepassing. Hoewel die in elk project steeds het resultaat zijn van historisch onderzoek, verschillen ze inhoudelijk.

We waren nieuwsgierig naar het historische materiaal achter de toepassingen. Met wat voor soort historische inhoud gingen de vier projecten aan de slag? En hoe verwerkten ze historische informatie met het oog op de uiteindelijke digitale toepassingen?

BESTAANDE HISTORISCHE KENNIS

Eigen collectie…

Heemkring de Semse vertrekt voor haar virtuele tour en wandelingen door Zemst vanuit de eigen collectie, archief en bibliotheek. Voor de tochten met de ErfgoedApp gaat de kring in eerste instantie op zoek naar interessante plekken in Zemst en stippelt vervolgens wandellussen uit die die punten verbinden. Ze kunnen terugvallen op hun eigen documentatiemateriaal om elk van deze punten te voorzien van uitleg.

‘Dan moet je die punten gaan beschrijven en op basis van documentatie daar een verhaal van maken dat kort genoeg is, want je bent aan het wandelen, maar toch de informatie doorgeeft die je wil doorgeven.’ – Paul Van de Velde

De Semse zoekt allerlei gepast materiaal bij elkaar om hun verhaal bij elke plaats uit te werken, zoals foto’s en verschillende historische feiten. Zo verrijken ze hun stadswandelingen met de historische kennis uit de kring.

… in een nieuw format

Met de ErfgoedApp zorgt Faro ervoor dat erfgoedinstellingen en -verenigingen hun collectie en historische kennis op een nieuwe manier tot bij hun publiek kunnen brengen. Zeker het gebruik van de ErfgoedApp in het museum van de Semse is daar een goed voorbeeld van.

Een museumzaal met een vitrine gevuld met fossielen

De Bos van Aa-zaal in het museum van de Semse

‘Als je dit wil bezoeken, dan is het goed dat er iemand bij is die uitleg kan geven, een gids (…). Vandaag kan je in de app de gids zien die toelichting geeft, zoals hij zijn normale toelichting zou geven.’ – Paul Van de Velde

De gidsbeurten in de app verschillen inhoudelijk niet van de fysieke gidsbeurten, maar brengen ze in een nieuw format. De uitleg van de gids wordt met de ErfgoedApp een extra digitale laag bij de tentoongestelde stukken.

Net als bij de wandeltochten met de ErfgoedApp, snuistert de Semse ook bij Zemst: prachtig virtueel in hun eigen documentatie om verschillende erfgoedgebouwen in de virtuele omgeving van een extra laag historische informatie te voorzien. Hoewel een professionele fotograaf de 360°-foto’s verzorgt, kleedt de heemkring die verder aan met eigen beeldmateriaal. Bezoekers van de website kunnen zo glasramen, open haarden, beelden… in detail bekijken en krijgen hier en daar meer uitleg over wat ze zien.

afbeeldingen van een kerk begeleid door tekst in een virtuele tour

Detailinformatie in de virtuele tour van de Semse

NIEUW HISTORISCH ONDERZOEK

De virtual reality-ontwikkeling voor Virtuafort en Raversyde viel niet alleen terug op bestaande historische kennis, maar steunde vooral op nieuw historisch onderzoek dat speciaal voor de projecten gevoerd werd.

Een landschapsanalyse voor Virtuafort

Virtuafort was voor de universiteit van Antwerpen een interessante testcase om historische data met virtual reality-technologie in beeld te brengen. Daarvoor zetten ze nieuw onderzoek naar het fort op poten, om zo de nodige historische gegevens te verzamelen voor de virtuele reconstructie.

Historische kaart van fort Lillo

Stuk van het Primitief Kadaster uit 1818 met Fort Lillo

De onderzoekers voerden een retrogressieve landschapsanalyse uit, ondersteund door geografische informatiesystemen (GIS). Vertrekkend uit de hedendaagse situatie, zochten onderzoekers historische kaarten die steeds verder in de tijd gingen, om zo steeds beter de historische structuren van het landschap en het fort in kaart te brengen.

De belangrijkste historische kaarten vonden de onderzoekers allemaal in archieven of bibliotheken. Zo gebruikten ze bijvoorbeeld het Primitief Kadaster (1818) uit het Algemeen Rijksarchief in Brussel en een kaart door Bonaventura Petri (1638) uit de Universitaire Bibliotheken Leiden (Bodel Nijenhuis Collectie).

‘Wij zijn met het Centrum voor Stadsgeschiedenis gestart met een retrogressieve landschapsanalyse: een GIS-analyse vertrekkende van de huidige situatie, dan historische kaarten ter hand nemen, daaroverheen leggen, verder terug in de tijd raken, de structuur van het fort in het verleden in kaart brengen en daar fragmentarische of minder fragmentarische gegevens aan koppelen.’ – Iason Jongepier

De onderzoekers van Universiteit Antwerpen volgden voor dit onderzoek naar Fort Lillo hun normale manier van werken, maar koppelden wel terug met de ICT-ontwikkelaar om ervoor te zorgen dat hun analysevorm aansloot bij wat nodig was voor de VR-ontwikkeling. Omdat het bedrijf makkelijk GIS-bestanden kan verwerken, had de technologische kant van het verhaal niet al te veel impact op de manier waarop de onderzoekers hun landschapsanalyse voerden. Op basis van dat onderzoek ontwikkelden de historici een 2D-plan van het fort in het verleden, waarin ze dan historische informatie ruimtelijk verankerden.

‘Er is absoluut een relatie tussen ons gebruik van GIS en de latere VR-output.’ – Iason Jongepier

Bronnen opnieuw bekeken voor site Raversyde

Voor het project in Raversyde volgden Daniël Pletinckx en zijn collega’s een gelijkaardig traject. Hij legt ons uit dat, net als bij Virtuafort, nieuw historisch en archeologisch onderzoek nodig was om de militaire batterij om te zetten in een virtual reality-omgeving. In eerste instantie wilde het team het leven in de batterij reconstrueren.

Mensen gebruikten die bunkers, bewogen zich door de site, transporteerden munitie, enzovoort. Daarvoor wendde de ontwikkelaar zich samen met historici en archeologen tot een breed scala aan historisch bronnenmateriaal.

Zwart-wit foto met houten, militaire barakken in Raversyde

Een foto die gebruikt werkt in de virtuele reconstructie van site Raversyde

Foto’s waren een belangrijke bron. Tijdens de oorlog maakte het Duitse leger er werk van om heel wat op beeld vast te leggen. Daardoor is er veel fotomateriaal bewaard dat de site toont. Bovendien kunnen onderzoekers vandaag terugvallen op militaire luchtfotografie. Enkele jaren voor 1914 vloog het eerste vliegtuig en al tijdens het conflict maakten legers hiervan gebruik door vanuit de cabine een foto te nemen van het terrein voor strategische doeleinden.

Daarnaast werkte het team ook met tekeningen, zoals bijvoorbeeld productietekeningen van kanonnen. Dat was niet simpel, want het Duitse leger heeft heel wat archiefmateriaal vernietigd na de oorlog. De munitie stelde Pletinckx en zijn collega’s bijvoorbeeld voor een groot raadsel, omdat er heel wat ontbrak in de archieven. Daarom moesten ze op zoek naar specialisten van de Eerste Wereldoorlog.

Omdat een virtual reality-omgeving geen blinde vlekken kan hebben – wat bijna per definitie wel zo is in historisch onderzoek – moet elk detail geweten zijn. Net dat is vaak een uitdaging in het historische voortraject.

Naast visuele bronnen was het voor Daniël Pletinckx ook belangrijk om geschreven bronnen te gebruiken. Daarom bekeek het team ook documenten zoals dagboeken van soldaten en rapporten opgesteld door Engelse verkenners. Op een foto kan je bijvoorbeeld niet zien hoe een bom precies vervoerd werd, terwijl dat proces wél aan bod komt in geschreven bronnen. Dergelijke documenten zijn dus essentieel om een VR-omgeving op poten te kunnen zetten.

VERTALING NAAR TECHNOLOGIE

Eens al het nodige historische materiaal verzameld is, moet die historische informatie uiteraard nog omgezet worden in de juiste technologie. We vroegen ons af hoe de vier projecten die vertaalslag maakten. Hoe kom je van je materiaal tot een AR- of VR-toepassing?

ZEMST IN 360°

Zemst: prachtig virtueel is het resultaat van een toevallige ontmoeting, zo blijkt uit ons gesprek met Paul Van de Velde. Bij de heemkring speelde al even het idee om de geschiedenis en het erfgoed van Zemst in een mooi format tot bij de mensen thuis te brengen. Pas toen de kring toevallig een fotograaf ontmoette die ook werkte met 360°-fotografie, rijpte het idee om daarvoor een virtuele tour in elkaar te steken.

Zo’n virtuele tour ontwikkelen vergt niet alleen technische kennis, maar ook middelen. Daarom ging de Semse een samenwerking met de gemeente aan. Ze sloten een subsidieregeling, waarbij de gemeente 75 procent van het project bekostigt. Dat was en is absoluut nodig als je weet dat de tour op dit moment ‘enkele duizenden euro’s’ gekost heeft.

‘Het is een project van enkele duizenden euro’s, maar ik denk wel dat het een belangrijke bijdrage is voor de Zemstse gemeenschap.’ – Paul Van de Velde

Voor Zemst: prachtig virtueel keerde de Semse zich tot de (religieuze) erfgoedgebouwen in het dorp. In eerste instantie speelden praktische overwegingen daarin een rol. Omdat de kerken gemeentebezit zijn en het Rubenskasteel eigendom van Toerisme Vlaanderen, waren deze erfgoedgebouwen ‘laaghangend fruit’. Er zouden geen (of amper) extra moeilijkheden bij komen kijken wanneer de kring met deze gebouwen van start ging.

Eens de beslissing over de selectie van de gebouwen gemaakt werd, kon de fotograaf binnen 360°-foto’s nemen. Daarnaast verzorgde die ook dronebeelden van waaruit je kan doorklikken op de gekozen gebouwen. De kring zelf verrijkt de indoorbeelden met detailfoto’s en historische kennis die binnen de vereniging aanwezig zijn. Zo enten ze historische informatie op bijvoorbeeld schilderijen of glasramen die in de tour te zien zijn.

Zicht op het interieur van een kerk met een altaar en stoelen in de zijbeuk

Beeld uit de virtuele tour van Zemst

Om deze tour te kunnen tonen aan bezoekers, moest de kring uiteraard ook een webomgeving aanmaken. De keuze van een website baseerde zich vooral op de mogelijkheden ervan. Die keuze was niet altijd even evident, omdat elke website een zeker prijskaartje heeft naargelang de mogelijkheden.

Het was moeilijk om de gemeente te overtuigen de kost niet zo laag mogelijk te houden, maar net te investeren in een iets duurdere website. Desondanks heeft de gemeente de kring hierin toch gevolgd. Daardoor kan de tour in vogelvlucht nu aangevuld worden met bijkomende tours binnen in de erfgoedgebouwen die je kan aanklikken, iets wat anders niet gelukt zou zijn.

DE ERFGOEDAPP

Een extra digitale laag voor erfgoed

We spraken in twee interviews over de ErfgoedApp: met Faro als ontwikkelaar en met Heemkring de Semse als gebruiker. De app zorgt ervoor dat je via je eigen smartphone een extra laag kan toevoegen aan wat je ziet: een schilderij, een kapel, een archeologische vondst, een landschapszicht, en veel meer. De app levert een vorm van augmented reality, want de werkelijkheid die jij ervaart, wordt digitaal verrijkt. Met audio, tekst, beeld- en videomateriaal krijg je meer toelichting bij het erfgoed dat je tegenkomt.

Het sterke aan de ErfgoedApp is dat iedereen ermee aan de slag kan. Zowel voor makers als gebruikers is de tool ‘gratis en makkelijk in gebruik’, vertelt Bram Wiercx. Faro maakt op die manier kwalitatieve technologieën toegankelijk voor al wie een erfgoedverhaal wil brengen op een prikkelende, digitale manier.

‘Onze filosofie is dat als je content wil creëren voor de ErfgoedApp, je geen voorkennis of technische kennis of wat dan ook moet hebben. Je kan volgens je eigen manier van werken en kennen en kunnen content creëren. Wij ondersteunen je, als een soort van helpdesk.’ – Bram Wiercx

Erfgoedverhalen op locatie

Het uitganspunt van de ErfgoedApp is dat de app bepaalde informatie toont op basis van je locatie. De app maakt daarom gebruik van verschillende technologieën om erfgoedverhalen op de juiste plek te activeren. Daarvoor zijn er drie soorten triggers: beacons, de scan-functie en GPS-punten. Bram Wiercx licht ze voor ons toe.

De beacon-technologie vormde het startpunt van de app. Een beacon is een klein apparaatje dat je ergens kan plaatsen bij het stuk erfgoed dat je wil toelichten. Je kan in een museumzaal bijvoorbeeld een beacon plaatsen op een vitrine of bevestigen aan het plafond. Wanneer een bezoeker met de ErfgoedApp dicht genoeg bij de beacon wandelt, zal de informatie die eraan verbonden is in de app verschijnen.

De scan-functie genereert informatie op een andere manier. Daarbij krijg je de informatie niet via bluetooth toegestuurd, maar door het erfgoedstuk in kwestie te scannen met de app. Zowel de beacons als de scan-functie zijn bedoeld voor binnengebruik. In theorie functioneren ze ook in openlucht, maar dat is minder evident. De batterijen in de beacons kunnen namelijk verkeerd reageren op bepaalde weersomstandigheden en de lichtinval buiten kan de scan-functie verstoren.

Faro heeft daarom een optie toegevoegd waarmee informatie getriggerd wordt door geolocatie. Dat gebeurt aan de hand van GPS-punten. Een belangrijk verschil tussen werken met beacons en GPS-punten binnen is de hoogte waarop je je bevindt. Via GPS weet de app misschien wel in welk gebouw je je bevindt, maar niet op welke verdieping. Buiten is dat echter geen probleem.

Erfgoedvrijwilligers gaan voornamelijk aan de slag met deze GPS-punten omdat ze de app erg vaak inzetten om wandelingen te maken, blijkt uit ons gesprek met Wiercx. Zo kan je met de app een gebruiker rondgidsen, buiten, maar ook in een museum. Naast deze drie standaardopties voorziet Faro ook de mogelijkheid om informatie te triggeren met QR-codes.

‘Met de ErfgoedApp hebben wij de gewoonte om heel dicht bij onze makers te blijven. Zij gaven ons rechtstreeks feedback. Een van de vragen was dat ze ook graag tours buiten wilden. Dus we hebben dan de mogelijkheid toegevoegd om met geolocatie te werken voor wandelingen en fietstochten..’ – Bram Wiercx

Kaart met wandelroute in de ErfgoedApp te Zemst

Een wandeling van de Semse met de ErfgoedApp

Zelf aan de slag met de ErfgoedApp

Wiercx benadrukt dat het allesbehalve moeilijk hoeft te zijn om als erfgoedvrijwilliger met de app aan de slag te gaan. Faro biedt namelijk een aantal tools en platformen om makers te ondersteunen.

In de eerste plaats organiseert Faro terugkerende workshops. Verenigingen die van plan zijn om met de app te werken, krijgen er uitgebreide uitleg over de ErfgoedApp. De bedoeling is dat ze na deze dag volledig zelfstandig verder kunnen om content in de app te plaatsen.

Erfgoedvrijwilligers die niet naar zo’n workshop (kunnen) komen, kunnen op de website van de ErfgoedApp nog steeds al het nodige terugvinden. Faro heeft namelijk een DIY-platform en verschillende tutorial-filmpjes online gezet.

‘Ben je nu vijftig of zestig of zeventig of tachtig jaar? Maakt niet uit.’ – Bram Wiercx

Om aan de slag te kunnen, heb je als erfgoedvereniging in de eerste plaats een login nodig. Die kan je krijgen op een workshop, maar je kan Faro ook gewoon contacteren om er eentje krijgen. Eens je een login hebt, kan je de verhalen die je wil brengen, afstellen op het format van de app.

Het PixLive-platform van de ErfgoedApp

Je kiest beeldmateriaal, video’s, audiofragmenten en korte tekstjes. Die kunnen uit je collectie komen, maar je kan ze ook zelf maken. Je kan bijvoorbeeld zowel een historische foto tonen als een hedendaagse die je speciaal voor de app genomen hebt. Met het materiaal dat je hebt, kan je in de ErfgoedApp-manager (de makerskant van de app) aan de slag op het PixLive storytellingplatform.

Voor dat platform heb je geen enkele technische (voor)kennis nodig; Wiercx verzekert ons dat intuïtie en de uitleg van de workshop of DIY-webpagina’s volstaan. Deze storytellingtool stelt je in staat om te experimenteren met het materiaal dat je hebt en zo tot een resultaat te komen dat je zelf leuk vindt. De tool is ‘heel flexibel’, dus erfgoedvrijwilligers kunnen hun verhaal volledig naar eigen wens vormgeven.

‘Je kan eigenlijk content maken voor een app zonder dat je moet kunnen programmeren.’ – Bram Wiercx

Lanceren maar!

Eens erfgoedvrijwilligers een tour hebben uitgewerkt, bezorgen ze die terug aan Faro. Faro kijkt deze content namelijk nog eens na. Wiercx verduidelijkt dat dat niet zozeer een inhoudelijke controle is. Faro kijkt na of de uiteindelijke vormgeving van een verhaal gebruiksvriendelijk is. Zo zou het kunnen dat een knopje best iets groter gemaakt wordt, dat een tekstje iets korter kan, er een link gelegd kan worden met de grotere ErfgoedApp-kaart, enzovoort.

Eens de verhalen volledig op punt staan, activeert Faro de tour. In dit geval geeft Faro na het maken van de tour feedback, maar erfgoedvrijwilligers kunnen ook al samen met Faro nadenken over het format vóór ze het effectieve verhaal uitwerken in de ErfgoedApp-manager.

Een erfgoedwandeling maken met de ErfgoedApp

Met de ErfgoedApp kan je ondertussen al zo’n 750 tours doen, waaronder die van Heemkring de Semse. Paul Van de Velde vertelde ons hoe de vereniging precies zo’n wandelingen in elkaar puzzelt. Net als bij de virtuele tour selecteert de kring interessante plaatsen (in het historische centrum), maar moet ze er hier rekening mee houden dat die locaties dicht genoeg bij elkaar liggen.

Eens de punten bepaald zijn, is het de bedoeling om een lus uit te tekenen met een realistische wandelafstand. Voor de Semse betekent dit een wandelafstand van ongeveer 6-7 km. Een langere wandeling proberen ze te vermijden.

Vervolgens voorziet de kring elk interessant punt op de wandeling van een verhaal. Daarbij zorgen ze er ook voor dat dit verhaal kort genoeg is; een wandelaar wil immers niet te lang blijven stilstaan. De Semse hanteerde hetzelfde principe bij de fietstocht die ze uitwerkten in samenwerking met Natuurpunt. Alleen de afstand die je met de tocht aflegt, is daar iets langer.

‘Je maakt eerst haalbare wandellussen, zo’n zes, zeven of acht kilometer, langs enkele interessante punten. Dan moet je die punten beschrijven op basis van documentatie en er een verhaal van maken.’ – Paul Van de Velde

De Semse brengt haar verhalen in eerste instantie via audio. Belangrijk voor de kring is dat de stem aangenaam is om naar te luisteren. Daarom testen ze met verschillende mensen uit wie het verhaal kan inspreken en maken dan zelf een geluidsopname.

Naast audio voorzien ze elk punt in de wandeling ook van beeld. Foto’s kunnen komen uit hun eigen collectie (zoals bijvoorbeeld postkaarten), terwijl filmpjes gewoon met een smartphone gemaakt zijn. Die gecombineerde inhoud uploaden ze via de ErfgoedApp-manager met het PixLive storytellingplatform in de ErfgoedApp.

Oorspronkelijk werkte de kring met beacons om content in de ErfgoedApp te activeren in het museum. Toch zijn ze nu overgeschakeld op het werken met GPS-punten, omdat die niet afhankelijk zijn van opgeladen batterijen. Het nadeel daarvan is wel dat die ‘niet zo accuraat’ zijn, zo zegt Van de Velde. In een (toekomstig) project met de ErfgoedApp zal de gebruiker bijvoorbeeld kennismaken met verschillende graven op kerkhoven, maar daar is het moeilijker om de locatie van één apart graf precies weer te geven.

VAN HISTORISCHE OMGEVING TOT VIRTUAL REALITY-OMGEVING

In de virtual reality-projecten rond Fort Lillo en Raversyde vormde nieuw historisch onderzoek het startpunt om de sites om te zetten in een virtuele omgeving. Om tot een 3D-reconstructie van de sites te komen is er heel wat computersoftware nodig. We vroegen hoe de verwerking van historische informatie met die software precies in zijn werk gaat.

‘Het research gedeelte in zo’n projecten is meestal veel groter dan de virtual reality-ontwikkeling, soms wel 80 procent. Het 3D gedeelte is dan maar 20 procent.’ – Daniël Pletinckx

In de weer met computersoftware

Pletinckx gaf ons meer uitleg bij de software die hij met zijn collega’s gebruikte in het project van Raversyde. De eerste stap is het maken van een 3D-model van de erfgoedsite. Daarvoor maakte het bedrijf met geografische informatiesystemen (GIS) een profiel van de site en maten ze de site tot op de centimeter op. Op basis daarvan maakten ze vervolgens een 3D-model in Blender.

Om dat model te maken hadden ze ‘geluk met de luchtfoto’s’, vertelt Pletinckx, omdat eenzelfde gebied tweemaal gefotografeerd was, maar dan uit een andere hoek. Waarschijnlijk had de fotograaf een foto genomen waarmee hij niet tevreden was, maakte het vliegtuig daarom rechtsomkeer, en nam hij een nieuwe foto uit een andere hoek. Daardoor kon het team nu, in samenwerking met enkele mensen aan de universiteit van Uppsala, hiervan een stereofoto maken.

Wanneer je twee luchtfoto’s hebt uit een ander perspectief (maar van hetzelfde terrein) kan je daarmee een 3D-omgeving reconstrueren. De foto’s uit Raversyde zijn de oudste waarmee ooit een stereofoto gemaakt werd.

‘Het principe van een stereofoto is dat je twee foto’s neemt, dat je dus vanuit twee verschillende standpunten iets ziet, en dan daarvan een soort van driedimensionale foto kan maken.’ – Daniël Pletinckx

Met game-software als Unreal Engine of Unity vormt Visual Dimension dat 3D-model om in een game-like omgeving. Vervolgens geven ze die omgeving textuur. Zo namen ze verschillende foto’s van het beton van de bunkers, van het zand, het gras op de duinen… om die digitaal op het model te kleven. Voor sommige materialen, zoals het brons van de munitie, was bijkomende software nodig om ze realistisch en correct genoeg te renderen.

Een bunker in het wuivende duingras met zicht op de zee

Beeld uit de virtuele omgeving van site Raversyde

De programma’s waarmee Daniël Pletinckx en zijn collega’s aan de slag gaan, zijn bijna allemaal gratis en/of open-source. Dat is belangrijk met het oog op een duurzame levensduur van de virtual reality-omgeving.

Software waarvoor je licenties moet betalen om ze te gebruiken, komen vaak met nieuwere versies van hun programma. Als je niet steeds een nieuwe licentie koopt, dan worden je oude projecten in die software onleesbaar. Omdat dat bij open-source en/of gratis programma’s niet het geval is, kan je je virtuele omgeving nog jaren aan een stuk hergebruiken.

‘Het zijn gratis programma’s, maar ook programma’s die zeer goede ondersteuning bieden op lange termijn. En dat is voor erfgoed heel belangrijk. We hebben af en toe wel eens projecten die vijftien jaar oud zijn en die we uit de kast moeten halen. (…) Het is dus niet irrelevant om de vraag te stellen hoe je die VR-omgevingen na zoveel jaar kan hergebruiken.’ – Daniël Pletinckx

Historisch correct en toegankelijk

De centrale vraag in dit hele proces is bijna altijd: hoe werkt dit? Het is een cruciale insteek om een VR-omgeving in elkaar te kunnen zetten. Daarom moeten resultaten steeds opnieuw beoordeeld worden. Wanneer iets gerenderd of geanimeerd is in VR, is het aan historici, archeologen, specialisten… om feedback te geven en waar nodig bij te sturen.

Het team van ontwikkelaars hecht immers veel belang aan de historische en wetenschappelijke correctheid van alles dat je te zien krijgt, zo blijkt uit ons gesprek met Pletinckx. Net daarom is samenwerking tussen VR-makers en historici zo belangrijk.

‘En dat is juist ook het grote voordeel van 3D en virtual reality: dat je die onderzoeksresultaten visueler kan voorstellen en dat je op die manier ook meer de juiste vragen kan stellen. Bijvoorbeeld transport van die bom, hoe doe je dat praktisch?’ – Daniël Pletinckx

In Raversyde moesten Daniël Pletinckx en zijn collega’s ook rekening houden met de manier waarop je in de historische VR kan rondwandelen. Dit moet namelijk ook mogelijk zijn in de hedendaagse site. Het terrein is niet overal op dezelfde manier vandaag toegankelijk als in 1915/1917. Omdat de VR ingezet wordt als tool voor gidsen, was het dus wel belangrijk dat een virtuele en fysieke tour op elkaar kunnen aansluiten.

‘Wij kijken soms wel eens helemaal anders [naar een erfgoedsite] dan sommige historici.’ – Daniël Pletinckx.

Een (virtuele) wandeling op site Raversyde

Wat met blinde vlekken in onze historische kennis?

Pletinckx en zijn collega’s verzorgden niet alleen de VR-ontwikkeling bij de site van Raversyde, maar ook in het project rond Fort Lillo, waar het Centrum voor Stadsgeschiedenis (Universiteit Antwerpen) verantwoordelijk was voor de historische voorstudie. Waar Daniël Pletinckx deze technologische vertaling aanvat als burgerlijk ingenieur, kijkt Iason Jongepier hiernaar als historicus. Net in de vertaalslag tussen de historische informatie en het uitzicht van de VR-omgeving lag voor Jongepier de voornaamste uitdaging.

In een VR-omgeving moet je elk detail visueel invullen, maar van heel wat elementen kan je niet weten of en hoe historisch correct ze zijn. Waar in historisch onderzoek altijd blinde vlekken zijn, komt die ‘onwetendheid’ veel minder prominent naar voren in een VR-omgeving. In dat geval worden er beredeneerde keuzes gemaakt.

Zo was bijvoorbeeld niet geweten hoe een schip er in het verleden uitzag. Om dit tegemoet te komen baseerde het team van ontwikkelaars zich op een schip uit een andere stad vijftig jaar later, waarvan het uitzicht wel gekend was. Daarnaast geeft Jongepier aan dat er ook heel wat historische data zijn die je niet kan omzetten in deze historisch gesimuleerde omgeving. Persoonsgegevens zijn daarvan een voorbeeld.

‘Van het moment dat je virtuele omgeving ergens in een viewer zit, waarin je in dit geval een fort kunt doorwandelen, kan je niks weglaten. Dat wil zeggen dat er creatiever dan ik gewend ben met die historische situatie omgegaan wordt. Alles wordt weliswaar zo goed mogelijk beredeneerd, maar er worden sowieso aannames gemaakt.’ – Iason Jongepier

Infographic met geel, rood en groen, over virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers

Een stappenplan van een VR- of AR-project in vijf stappen

EEN VERTAALSLAG MET VELE VORMEN

In het ontwikkelen van virtual en augmented reality voor erfgoed ligt een constante: historische inhoud wordt vertaald naar een technologische toepassing. Toch kent dit proces ook verschillende vormen. Sommige projecten kunnen vertrekken van materiaal uit de eigen collectie, andere hebben bijkomend, nieuw historisch onderzoek nodig.

Ook verschilt de mate waarin technische kennis nodig is. Aan de slag gaan met de ErfgoedApp kan bijvoorbeeld zonder een expert te zijn in augmented reality, terwijl het opzetten van een hoogstaande virtual reality-omgeving heel andere koek is. Historische verhalen zijn echter altijd het noodzakelijke startpunt en die hebben erfgoedverenigingen troef.

Benieuwd hoe deze toepassingen het erfgoedaanbod verrijken? Je leest er alles over in dit artikel.

MEER LEZEN?

Ontdek ook de andere artikels die we in de reeks Spraakmakers schreven rond virtual en augmented reality:

MEER INFORMATIE

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. © Paul Van de Velde, Paul van de Velde van Heemkring de Semse.
  2. © Histories, Infographic met de vier ervaringsdeskundigen.
  3. © Paul Van de Velde, De zaal rond het Bos van Aa in het museum van Heemkring de Semse.
  4. © Heemkring de Semse, Extra informatie over de Sint-Pieterskerk in Zemst in de virtuele omgeving van Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  5. © Een deel van het Primitief Kadaster (1818) waarop Fort Lillo staat afgebeeld, via https://www.uantwerpen.be/en/projects/virtual-technology-for-resilient-fortification-heritage/historical-reconstruction/.
  6. De barakken in site Raversyde in 1915, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  7. © Herman Desmet Photography, Binnenzicht op de Sint-Pieterskerk in Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  8. © Heemkring de Semse, Wandelroute ‘Rubenspad’ met de ErfgoedApp, via https://desemse.be/wp-content/uploads/2021/05/erfgoedroute-rubenspad-plan.jpg.
  9. © Faro, De PixLive Editor van de ErfgoedApp, via https://faro.be/kennis/erfgoedapp-diy/werken-met-het-storytellingplatform-pixlive-editor-0.
  10. © Visual Dimension, Beeld uit de virtuele tour van site Raversyde, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  11. © Visual Dimension, Beeld van een virtuele wandeling in site Raversyde, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.
  12. © Histories, Infographic voor een VR/AR-project voor erfgoedvrijwilligers in vijf stappen.

Websites

Een kasteel in het groen met blauwe lucht, in vogelvlucht

Virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers: een blik op de toekomst

Virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers: een blik op de toekomst

Virtual en augmented reality zijn technologieën die de afgelopen jaren hun opgang maakten en nu steeds meer hun ingang vinden in allerlei domeinen, waaronder ook het erfgoedveld. Voor de reeks Spraakmakers zochten we uit wat virtual en augmented reality-technologieën kunnen betekenen voor erfgoedvrijwilligers.

Hoe kunnen virtual en augmented reality het werk van erfgoedvrijwilligers in de toekomst veranderen? Welke uitdagingen en mogelijkheden brengen deze technologieën met zich mee? En hoe kunnen erfgoedverenigingen de technologieën inzetten om hun aanbod te verrijken?

In enkele artikels ontdek je wat er al bestaat en vind je inspirerende voorbeelden om er ook zelf als erfgoedvrijwilliger mee aan de slag te gaan.

SPRAAKMAKENDE VOORBEELDEN IN HET ERFGOEDVELD

Om deze vragen te verkennen gingen we in gesprek met vier mensen: Paul Van de Velde (Heemkring de Semse), Bram Wiercx (Faro), Iason Jongepier (Universiteit Antwerpen) en Dani¨el Pletinckx (Visual Dimension). Ze bieden elk een ander perspectief vanuit hun eigen achtergrond: Van de Velde als erfgoedvrijwilliger, Wiercx vanuit de gesubsidieerde erfgoedsector, Jongepier als academisch onderzoeker en Pletinckx vanuit de private sector. Allemaal waren of zijn ze betrokken bij VR/AR-projecten in de erfgoedsector.

een man met grijs haar en een zwr-arte trui kijkt naar de camera en typt op een laptop

Paul Van de Velde

Van de Velde vertelde ons over de virtuele tour met 360°-fotografie van Zemst en omliggende dorpen. Daarnaast biedt de kring ook wandelingen aan met de ErfgoedApp, waarbij je via je smartphone meer te weten komt over het Zemstse erfgoed. Bram Wiercx gaf meer toelichting bij hoe die app ontstaan is en wat je ermee kan doen. Jongepier vroegen we naar Virtuafort, een project waarbij je met VR kan rondwandelen in het zeventiende-eeuwse fort Lillo. Tot slot interviewden we Pletinckx over de virtuele 3D-reconstructie van site Raversyde in 1915 en 1917.

Allemaal keerden ze zich tot VR en AR omdat ze hun aanbod ermee kunnen uitbreiden én verrijken. Daarvoor gingen ze op zoek naar historisch materiaal in hun eigen collectie of verrichten ze nieuw onderzoek, om op basis daarvan digitale toepassingen uit te werken. Het resultaat daarvan zorgt vandaag voor een meerwaarde in hun erfgoedaanbod. In dit artikel vragen we hen hoe zij de toekomstige relevantie van VR en AR voor erfgoedvrijwilligers inschatten.

 

In een notendop

  • In de toekomst kunnen virtual en augmented reality een hulpmiddel zijn voor erfgoedvrijwilligers om hun verhalen op een nieuwe, prikkelende manier tot bij hun publiek te brengen.
  • Hoewel de rol van erfgoedvrijwilligers in academische en private projecten vaak beperkt is tot het gebruik van het eindresultaat, zien ervaringsdeskundigen mogelijkheden om hen ook te betrekken in de fase van het historische vooronderzoek.
  • In een wereld die steeds meer digitaal wordt, kunnen technologieën als VR en AR erfgoedvrijwilligers helpen in het behouden van hun relevantie.

 

Een rood, blauwe infographic rond virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers als project van Histories voor de reeks Spraakmakers van Digitaal Werken voor Erfgoedvrijwilligers

De vier ervaringsdeskundigen

VISIE OP DE TOEKOMST

Paul Van de Velde, Bram Wiercx, Iason Jongepier en Daniël Pletinckx gingen allemaal aan de slag met virtual en augmented reality in de erfgoedsector. Die technologieën spreken tot de verbeelding en zullen dat waarschijnlijk ook blijven doen. Ze zullen in de toekomst vermoedelijk nóg meer ingezet worden.

We hoorden daarom graag van de ervaringsdeskundigen hoe zij naar de toekomst kijken. Hoe schatten ze de toekomstige relevantie van virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers in?

DE DIGITALE WEG OP

‘Ik denk dat daar de omslag [ligt] die wij als heemkring moeten maken. De digitale weg op.’ – Paul Van de Velde

Voor de Semse is de toekomstvisie op hun virtuele tour en aanbod met de ErfgoedApp duidelijk: het is er, het blijft er en het zal nog uitbreiden. Voor Zemst: prachtig virtueel is het de bedoeling om nog meer gebouwen toe te voegen. Het Rubenskasteel kan je er al virtueel bezichtigen, maar Paul Van de Velde zou het mooi vinden om ook de andere kastelen uit Zemst en omstreken te tonen. Ook voor andere erfgoedgebouwen houdt hij de ogen open.

Hoewel er nu wat meer aandacht uitgaat naar Zemst: prachtig virtueel dan de tochten in de ErfgoedApp, ziet Van de Velde er ook daar brood in om nog bijkomende wandelingen of fietstochten uit te werken. Voor Van de Velde zijn deze technologieën deel van de toekomst: een noodzakelijk aanbod om in de toekomst relevant te blijven.

‘De tijd van papier is voorbij. Je moet maximaal digitaliseren, foto’s nemen, van alles documenteren… Dat laat dan ook toe om het makkelijk terug te geven aan het publiek.’ – Paul Van de Velde

Een kasteel in het groen met blauwe lucht, in vogelvlucht

Een beeld uit de virtuele tour van de Semse

ERFGOED ALTIJD EN OVERAL BINNEN HANDBEREIK

‘Ik denk dat het altijd nodig gaat zijn om die verhalen op een publieksvriendelijke manier te brengen.’ – Bram Wiercx

Ook voor Bram Wiercx zal de ErfgoedApp haar relevantie behouden. Het zal namelijk altijd nodig blijven om verhalen op een publieksvriendelijke manier tot bij de mensen te brengen. De ErfgoedApp is daarvoor een goede tool. Een tentoonstelling is bijvoorbeeld gebonden aan openingsuren. Een heemkundig museum is in sommige gevallen misschien maar twee dagen per week open. Dat wil zeggen dat je de verhalen op de tentoonstelling ook enkel op die twee dagen zou kunnen ontdekken, hoewel een bepaalde interesse op eender welk moment bij je kan opkomen.

Daar komt de ErfgoedApp goed van pas, want omdat informatie louter verbonden is aan een locatie (op de scan-functie na), kan de gebruiker informatie oproepen wanneer die maar wil. Wanneer je buiten op iets botst, zal je op eender welk moment toegang hebben tot meer informatie over wat je ziet.

HISTORISCHE VERHALEN VOOR VR

Bij Virtuafort en Raversyde, projecten met een hoogstaande virtual reality-omgeving, spelen erfgoedvrijwilligers enkel een rol bij het eindproduct. Ze gebruiken de omgeving als een tool om hun verhalen mee te vertellen, maar waren niet betrokken in de ontwikkeling ervan. We vroegen Daniël Pletinckx en Iason Jongepier welke rol ze in de toekomst weggelegd zien voor erfgoedvrijwilligers die met VR aan de slag willen.

mensen kijken naar een animatie van munitie die wordt voorbereid

Een gids projecteert de virtuele omgeving op een muur

Pletinckx en zijn collega’s pakken hun VR-projecten aan in ruwweg volgende fases: een historisch voortraject, de ontwikkeling van de VR-omgeving met software en het gebruik van het eindproduct.

In Raversyde zetten vrijwillige erfgoedgidsen de VR-tool in bij hun rondleidingen. Voor Pletinckx blijft dat ook in de toekomst een belangrijke manier waarop erfgoedvrijwilligers met erfgoed aan de slag kunnen gaan. VR is voor hen namelijk in de eerste plaats een tool om een verhaal te vertellen. Het is geen vervanging voor de dienst die deze gidsen leveren, maar een verrijking.

‘VR is maar een tool, een middel om een goed verhaal te vertellen.’ – Daniël Pletinckx

Het ontwikkelen van de VR-omgeving zelf is andere koek, zo blijkt. Dat is en blijft specialistenwerk. Dat een privaat bedrijf deze taak op zich neemt, is niet zomaar. In theorie zou een technisch onderlegde vrijwilliger wel met dezelfde software als Daniël Pletinckx aan de slag kunnen.

De belangrijkste software die het bedrijf tijdens dit project gebruikte, is gratis en/of open-source. Toch meent Pletinckx dat het niet echt realistisch is om als vrijwilliger aan dezelfde kwaliteit een volledige VR-omgeving te ontwikkelen. Die kennis en knowhow is namelijk ‘een kunst’, zo klinkt het, en dat kan je niet bereiken door één keer in de week eraan te werken.

Hoewel mensen dus heel wat mooie dingen kunnen doen met 3D-modellering in hun vrije tijd, ziet Pletinckx voor erfgoedvrijwilligers vooral een rol in het inhoudelijke werk. Waar nu historici en archeologen bronnenmateriaal uit archieven hielpen interpreteren, kunnen ook erfgoedvrijwilligers hierin een bijdrage leveren.

‘Ik denk dat vrijwilligers vooral rond de inhoud kunnen werken. We hebben zoveel mooie inhoud waar nog zoveel mee gedaan kan worden. Als zij dat stuk doen en met een paar VR specialisten samenwerken, dan kan je heel mooie dingen doen samen.’ – Daniël Pletinckx

Ook Iason Jongepier ziet een mogelijke rol voor erfgoedvrijwilligers in het historische voortraject. Ze kunnen namelijk nog niet gekend iconografisch materiaal aanreiken, zoals oude postkaarten die gebouwen afbeelden. Bovendien kunnen erfgoedvrijwilligers ook een grote hulp zijn in de georeferentie van historische kaarten. ‘Dit is een cruciale maar tijdrovende klus die middels ‘crowdsourcing’, of beter gezegd ‘citizen science’ efficiënter kan gebeuren’, vertelt Jongepier.

MEER LEZEN?

Ontdek ook de andere artikels die we in de reeks Spraakmakers schreven rond virtual en augmented reality:

MEER INFORMATIE?

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. © Paul Van de Velde, Paul van de Velde van Heemkring de Semse.
  2. © Histories, Infographic met de vier ervaringsdeskundigen.
  3. © Herman Desmet Photography, Zicht op het Rubenskasteel in Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  4. © Visual Dimension, Een gids doet zijn uitleg met behulp van de VR-omgeving van site Raversyde, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.

Websites

Een smrtphone waaruit via augmented reality een kasteel komt

Virtual en augmented reality: spraakmakende voorbeelden uit het erfgoedveld

Virtual en augmented reality: spraakmakende voorbeelden uit het erfgoedveld

In het Brugse Historium kan je je ogen de kost geven aan de middeleeuwse stad “alsof je er zelf bij was”. In het museum van heemkring Zele komen portretten tot leven en vertellen de historische figuren je zelf wie ze waren. In Limburg zie je verschillende Romeinse villa’s, kastelen en megalieten in het landschap opduiken. Het zijn allemaal voorbeelden van virtual en augmented reality (VR en AR) in de erfgoedwereld.

VR en AR zijn technologieën die de afgelopen jaren hun opgang maakten en nu steeds meer hun ingang vinden in allerlei domeinen, waaronder ook het erfgoedveld. Voor de reeks Spraakmakers zochten we uit wat virtual en augmented reality-technologieën kunnen betekenen voor erfgoedvrijwilligers.

In enkele artikels ontdek je wat er al bestaat en vind je inspirerende voorbeelden om er ook zelf mee aan de slag te gaan.

 

IN EEN NOTENDOP

  • Virtual en augmented reality (VR en AR) zijn technologieën die de afgelopen jaren hun opgang maakten. Ook erfgoedspelers ontdekken volop het potentieel ervan.
  • Erfgoedspelers gaan niet zomaar aan de slag met deze technologieën. Ze hebben goed voor ogen wat ze willen bereiken en kiezen voor VR en AR omdat  die hen kunnen helpen dat doel te bereiken.
  • Ook erfgoedvrijwilligers gebruikten al VR en AR om hun erfgoed te ontsluiten. Ze stippelen wandelingen uit met de ErfgoedApp en laten je virtueel rondkijken in hun museum of dorp met 360°-fotografie.

 

WAT ZIJN VIRTUAL EN AUGMENTED REALITY?

Een smrtphone waaruit via augmented reality een kasteel komt

Augmented reality

Virtual en augmented reality-technologieën veranderen de werkelijkheid waarin we ons bevinden. Virtual reality (VR) neemt je mee naar een andere plek: een omgeving die gegenereerd is door een computer. Het is een gesimuleerde werkelijkheid waarin je kan rondkijken en rondlopen. Je kan er real-time mee interageren. Zo’n VR-omgeving heeft geen band met de werkelijke omgeving waarin je je bevindt. Vaak kan dit gevoel versterkt worden door het gebruik van een VR-bril, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn.

Waar virtual reality-toepassingen je meevoeren naar een virtuele wereld, voegt augmented reality (AR) – meestal via een app – een digitale laag toe aan onze fysieke omgeving. Die extra laag verrijkt jouw ervaring van de plek waar je bent. Je krijgt bijvoorbeeld meer uitleg bij het schilderij voor je of bij de beiaard die je hoort spelen.

VR EN AR IN HET ERFGOEDVELD

Het potentieel

Erfgoedspelers ontdekken volop het potentieel van virtual en augmented reality. Ze zetten deze technologieën in om (cultureel) erfgoed via digitale toepassingen op een andere manier tot hun doelpubliek te krijgen. De specifieke technologie (VR of AR) en de toepassing verschilt van geval tot geval, maar wel vallen er enkele grotere lijnen in te ontwaren.

Volledig en sterk uitgebouwde virtual reality-omgevingen met VR-bril zijn voornamelijk te situeren bij erfgoedspelers met een zeker financieel kapitaal. Private bedrijven zijn de voornaamste ontwikkelaar. Wel doen ze dit vaak in samenwerking met erfgoedprofessionals, zoals (universitaire) onderzoekers of een museumploeg. De inzet hiervan is om van “reizen in de tijd” een immersieve ervaring te maken.

Augmented reality wordt meer gebruikt dan deze (vaak hoogtechnologische) inzet van virtual reality. Dit gebeurt meestal met behulp van een app die de gebruiker op hun eigen toestel installeert. Musea zetten AR in om verschillende redenen.

Enerzijds zorgt het voor meer interactie met de stukken die in een museumzaal getoond worden. Anderzijds kan een AR-app ook tegemoetkomen aan ‘zwaarbeladen’ zalen waar tekstborden, videoschermen, informatiekaartjes… de bezoeker overstelpen. Via AR-technologieën bieden musea hun bezoekers dus meer vrijheid, interactie en ademruimte.

Ook erfgoedvrijwilligers werken soms mee aan de creatie van AR-content in musea. Bovendien gebruiken musea augmented reality (-apps) om ook buiten de eigen museummuren hun kennis te delen, met als troef dat ze zo vaak informatie over erfgoed ruimtelijk kunnen verankeren. Bezoekers kunnen daardoor wat besproken wordt binnen de museummuren ook beleven op de plek waarover het gaat.

Erfgoedwandelingen en virtuele musea

Ook erfgoedvrijwilligers verkennen deze technologieën. Het valt daarbij op dat twee toepassingen steeds terugkeren: erfgoedwandelingen en virtuele musea met 360°-fotografie. Heemkundige kringen stippelen wandelingen (of fietstochten) uit waarbij verschillende punten verbonden zijn aan audiofragmenten, video’s, beelden, tekstuitleg, enzovoort. Dat doen ze vaak met de ErfgoedApp van Faro.

Een tweede vaak voorkomende toepassing is het opzetten van een virtueel museum. Hoewel niet zo hoogtechnologisch als in projecten van spelers uit de private of professionele sector, gaan erfgoedverenigingen daarvoor aan de slag met virtual reality. Bezoekers kunnen deze virtuele musea bezoeken van thuis uit, omdat de 360°-fotografie toelaat om digitaal in het museum rond te wandelen en rond te kijken. Soms kan je doorklikken naar meer informatie over erfgoedstukken die te zien zijn in het virtueel museum.

Virtueel museum in Zemst met stukken uit de middeleeuwen in vitrines

Het museum van Heemkring de Semse in een virtuele omgeving

Los van toepassingen die al verwezenlijkt zijn, gebeurt er allerlei onderzoek naar het potentieel van VR en AR in de erfgoedsector. De academische sector speelt daarin een belangrijke rol en schenkt vooral aandacht aan mogelijke toepassingen in de gesubsidieerde erfgoedsector. In deze artikelenreeks ligt de focus daarentegen op de erfgoedvrijwilliger.

Hoe kunnen virtual en augmented reality het werk van erfgoedvrijwilligers in de toekomst veranderen? Welke uitdagingen en mogelijkheden brengen deze technologieën met zich mee? En hoe kunnen erfgoedverenigingen de technologieën inzetten om hun aanbod te verrijken?

IN GESPREK MET VIER ERVARINGSDESKUNDIGEN

Om deze vragen te verkennen gingen we in gesprek met vier mensen: Paul Van de Velde (Heemkring de Semse), Bram Wiercx (Faro), Iason Jongepier (Universiteit Antwerpen) en Daniël Pletinckx (Visual Dimension). Ze bieden elk een ander perspectief vanuit hun eigen achtergrond: Van de Velde als erfgoedvrijwilliger, Wiercx vanuit de gesubsidieerde erfgoedsector, Jongepier als academisch onderzoeker en Pletinckx vanuit de private sector. Allemaal waren of zijn ze betrokken bij VR/AR-projecten in de erfgoedsector. Die projecten wakkerden elk op hun eigen manier onze nieuwsgierigheid aan.

Niet alleen gebruiken erfgoedvrijwilligers de output van deze projecten, ook heeft elk project boeiende kenmerken. De heemkring uit Zemst werkt zowel met VR als AR en geeft die toepassingen een prominente plaats in haar aanbod. Faro maakt sterke AR-technologieën toegankelijk voor verschillende erfgoedspelers, ook erfgoedvrijwilligers.

Iason Jongepier experimenteerde voor het onderzoeksproject Virtuafort van het Centrum voor Stadsgeschiedenis (Universiteit Antwerpen) met de vertaling van historisch onderzoek naar een virtuele omgeving. Daniël Pletinckx voerde in opdracht van Provincie West-Vlaanderen een virtuele 3D-reconstructie van een erfgoedsite uit die je kan bekijken zonder VR-bril. We vroegen deze vier ervaringsdeskundigen waarom ze met virtual en augmented reality aan de slag gingen.

 

Een rood, blauwe infographic rond virtual en augmented reality voor erfgoedvrijwilligers als project van Histories voor de reeks Spraakmakers van Digitaal Werken voor Erfgoedvrijwilligers

De vier ervaringsdeskundigen

PAUL VAN DE VELDE: EEN VIRTUELE TOUR EN TOCHTEN MET DE ERFGOEDAPP

Een digitaal aanbod…

‘Daar ligt voor mij de toekomst.’ Aan het woord is Paul Van de Velde, voorzitter van Heemkring de Semse uit Zemst. Hij had het over de digitale ontsluiting van het Zemstse erfgoed. De vereniging laat je namelijk niet alleen kennis maken met de Zemstse geschiedenis in haar eigen museum, ze gidst je ook langs het erfgoed met vormen van virtual en augmented reality.

Via de webomgeving Zemst: prachtig virtueel kan je vanuit je luie zetel thuis in vogelvlucht Zemst en omliggende dorpen virtueel bezoeken. Je kijkt uit over de straten en de huizen, de bossen in de achtergrond, en als je wil kan je binnenstappen in verschillende erfgoedgebouwen. Binnen in het Rubenskasteel, in de kerken en in de toltoren aan de Zenne kom je meer te weten over glasramen, schoorsteenmantels, schilderijen en meer.

Zicht op Zemst in vogelvlucht, met blauwe lucht, vanuit een virtuele tour op het internet

De start van de virtuele tour, Zemst: virtueel prachtig

De Semse neemt je niet alleen virtueel mee doorheen Zemst, ze verrijkt ook je bezoek aan het historische centrum als je er zelf op uit trekt. Met de ErfgoedApp in de hand ontdek je via de wandeltours de geschiedenis van de plaatsen waar je komt. In het kader van het experimenteel herbestemmingsfestival Stories Unfold, werkte de Semse samen met Natuurpunt Zemst ook een fietstocht uit. Die voert je langs landschappen die Pieter Paul Rubens in de zeventiende eeuw op doek bracht.

Een bruin gele historische kaart van de Semse in Zemst met een QR-code voor de ErfgoedApp

Scan een QR-code bij de historische Villaretkaart van de Semse

De kring gebruikt de ErfgoedApp niet alleen in openlucht, maar ook in het heemkundig museum. Vanop je eigen scherm geeft een gids uitleg over de stukken die je er ziet en met een simpele scan van een QR-code leer je bij over de historische kaarten die er getoond worden.

… als bewuste keuze

De ‘digitale weg’ waarover Van de Velde spreekt, is met Zemst: prachtig virtueel en de tours in de ErfgoedApp duidelijk aanwezig in de werking van de kring. Dat was en is een bewuste keuze, waarbij de ErfgoedApp hun eerste digitale manier werd om mensen te prikkelen met het Zemstse erfgoed.

Hoewel gidsen museumbezoekers mee op sleeptouw namen langs de vitrines, waren er steeds twee mensen nodig om de bezoekers doorheen het museum te leiden en van uitleg te voorzien, zo vertelt Van de Velde. Op zoek naar een efficiëntere werking kwam de Semse bij de ErfgoedApp terecht.

een man met grijs haar en een zwr-arte trui kijkt naar de camera en typt op een laptop

Paul Van de Velde

De tochten die de Semse met de ErfgoedApp uitwerkt, vinden hun oorsprong tijdens de pandemie. Met de ErfgoedApp kon de heemkring toch nog mensen in contact brengen met de Zemstse geschiedenis. Bovendien vermijdt de keuze voor digitale varianten om met papieren media te werken, die de kring beschouwt als minder duurzaam. Papier is bijvoorbeeld moeilijker om te bewaren, neemt meer plaats in en brengt bij wijzigingen heel wat kosten met zich mee.

‘In de coronaperiode mocht je hier niet komen. Toen is het idee ontstaan om voor de verschillende deelgemeenten een historische wandeling uit te werken.’ – Paul Van de Velde

Een frisse en moderne uitstraling

Vandaag is een belangrijk doel van de kring om met deze tools een breder, ander en jonger publiek te bereiken. Naar het museum zelf komen niet bijster veel bezoekers, dus de Semse wilde inzetten op de omgekeerde beweging: als je de mensen niet tot bij de heemkring krijgt, dan breng je de heemkring tot bij de mensen.

Deze digitale tools zorgen ervoor dat mensen vlotter hun weg vinden naar de heemkring, maar het is ook gemakkelijker om het Zemstse erfgoed ‘terug te geven aan het publiek’, zo vertelt Van de Velde. Door daarvoor gebruik te maken van VR- en AR-technologieën wil de kring het oubollige imago van een heemkring van zich afschudden.

‘Je moet al echt wereldschokkende dingen kunnen tonen om ze uit hun stoel tot hier te krijgen. Daarom was het idee: laat ons die geschiedenis, die kennis die wij hebben, in een mooi format bij de mensen thuis brengen.’ – Paul Van de Velde

BRAM WIERCX: DE ERFGOEDAPP

De ErfgoedApp waarmee Heemkring de Semse aan de slag gaat, is ontwikkeld door Faro. Bram Wiercx, adviseur digitaal erfgoed bij Faro en projectmanager van de ErfgoedApp, vertelde ons hoe de app ontstond in 2015. De belangrijkste drijfveer bestond eruit informatie te kunnen voorzien op locatie, waarbij op een innovatieve, digitale manier omgesprongen wordt met erfgoed.

Een smartphone met een kaart n de ErfgoedApp

De ErfgoedApp

Omdat ongeveer gelijktijdig, in 2013, door Apple de iBeacon-technologie gelanceerd werd, besloot Faro om die technologie te gebruiken in het nieuwe project. De technologie was een alternatief voor traditionele audioguides. Beacons zorgen ervoor dat via Bluetooth bepaalde informatie beschikbaar wordt op je eigen smartphone zodra je er dichtbij genoeg bent. Door beacons te plaatsen bij verschillende kunstwerken, konden bezoekers steeds op de juiste plaats de juiste informatie toegestuurd krijgen op hun eigen toestel.

Faro pikte dit op en ging ermee aan de slag. In eerste instantie werd de app ontwikkeld voor gebruik in een museumzaal en/of tentoonstelling. Later breidde dit ook uit naar wandel- en fietstours. Vandaag ontdek je met de app in heel Vlaanderen en Brussel erfgoedverhalen, over kastelen, schilderijen, landschappen en veel meer. Met tekst, afbeeldingen, audio en video geven erfgoedinstellingen en -verenigingen je zo toelichting.

De ErfgoedApp is bovendien ‘laagdrempelig in gebruik’, zo vertelt Bram Wiercx. Voor Spraakmakers verkenden we op welke manieren de app het toevoegen van een digitale laag, aan de werkelijkheid die jij om je heen ziet, faciliteert.

‘Waarin wij ons onderscheiden van andere producten, zijn de informatie en verhalen bij erfgoed op locatie. Dat is de missie van de ErfgoedApp en dat was heel belangrijk voor ons in alle ontwikkelingen die we hebben gedaan.’ – Bram Wiercx

IASON JONGEPIER: VIRTUAFORT

Een virtuele reconstructie van Fort Lillo

Fort Lillo is een van de oudste forten in Antwerpen. Vandaag huisvest het een klein dorpje binnen de versterkte omwalling. Als je het bezoekt, zullen de gidsen je niet alleen meenemen door de hedendaagse straten, maar tonen ze je ook hoe het fort er uitzag in de zeventiende eeuw. De gidsen kunnen zelfs laten zien hoe het fort er in de toekomst zal uitzien.

Dat doen ze met een virtual reality-omgeving die tot stand kwam door een samenwerking tussen Regionaal Landschap de Voorkempen, Universiteit Antwerpen, het bedrijf Visual Dimension en de Stad Antwerpen. We gingen in gesprek met Iason Jongepier, historisch onderzoeker aan het Antwerpse Centrum voor Stadsgeschiedenis, die ons vertelde welke rol de universiteit van Antwerpen speelde in het historische voortraject.

‘De samenwerking met de andere partners was heel interessant. Ook heel fijn om een bredere groep om ons heen te hebben dan dat we in strikt academische projecten zouden hebben.’ – Iason Jongepier

Het virtual reality-project van Fort Lillo, Virtuafort, past binnen het bredere project ‘Recapture the fortress cities’. Dat initiatief heeft tot doel om militair erfgoed, zoals vestingssteden, stadswallen, forten… te herbestemmen om zo de ruimte in te zetten voor een positieve impact op het klimaat. Zo worden forten bijvoorbeeld vergroend, stadswallen omgetoverd tot wandelgebieden en de bouwwerken aangewend om de betonstop in de hand te werken.

Ook Fort Lillo zal in de nabije toekomst een hele transformatie ondergaan als onderdeel van dit project. Net in dat proces speelt de VR-omgeving een zinvolle rol, want hoewel de virtuele omgeving ingezet wordt als een toeristische tool, zorgt het er tegelijkertijd voor dat het inzicht in de site vergroot. Zowel verleden, heden als toekomst maken immers deel uit van de virtual reality-omgeving.

Een versterkt Fort Lillo omringd door water. Je ziet rode huisjes omgeven door groen en een stervormige omwalling

De start van de virtuele tour in Fort Lillo

Het historische vooronderzoek

Het Centrum voor Stadsgeschiedenis (Universiteit Antwerpen) was verantwoordelijk voor de historische kant van dit verhaal. Voor de onderzoekers was Virtuafort een interessant project, omdat er geëxperimenteerd kon worden met ‘innovatieve manieren om historische data in beeld te brengen’, aldus Iason Jongepier.

Virtuafort maakte namelijk ook deel uit van Antwerp Time Machine, een historisch onderzoeksproject dat aansluiting vindt bij het bredere European Time Machine. De doelstelling van die projecten is om naar het verleden te reizen door een innovatieve inzet van bronnenmateriaal. Het omzetten van historische data in een VR-omgeving was dus een interessante testcase.

‘Het reizen doorheen de tijd aan de hand van historisch bronnenmateriaal staat centraal in eigenlijk alles wat er gebeurt in Antwerp Time Machine. We doen dat liefst met nieuwe of innovatieve manieren om bronnen te ontsluiten. Zo maken we dat bronnenmateriaal voor zowel wetenschappelijk onderzoek als het brede publiek inzichtelijk.’ – Iason Jongepier

DANIËL PLETINCKX: SITE RAVERSYDE

Tot slot legden we ons oor te luisteren bij Daniël Pletinckx van het bedrijf Visual Dimension, dat zich onder meer toelegt op het ontwikkelen van virtual reality-omgevingen voor erfgoedsites. Dat deden ze ook voor de Antlantikwall-site in Raversijde, een militaire versterking uit de twintigste eeuw gelegen aan de Belgische kust. De site is er een met meerdere geschiedenissen.

Het Duitse leger gebruikte de verdedigingswal die bewaard bleef zowel tijdens de Eerste als Tweede Wereldoorlog. Dat wil ook zeggen dat beide periodes hun sporen hebben achtergelaten. Toen Duitse soldaten de bunkers, en zelfs de hele batterij, in de Tweede Wereldoorlog opnieuw bemanden, ging dat ook gepaard met allerlei aanpassingen.

Architecturaal veranderde de site van uitzicht en structuur. Dat zorgt er ook voor dat deze twee periodes vandaag in elkaar verweven zijn en de verschillende sporen soms moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Net daarom zetten Daniël Pletinckx en zijn collega’s, samen met de partners in dit project, een VR-ontwikkeling op poten. Het doel? Met een virtuele reconstructie van de site het zichtbare verduidelijken, het onzichtbare zichtbaar maken en ons begrip van het erfgoed bevorderen.

‘Om het verhaal te vertellen van de Eerste Wereldoorlog en van de Tweede Wereldoorlog, is het heel moeilijk om die twee dingen uit elkaar te houden. Daarom is er gekozen voor een gecombineerde aanpak, namelijk door ook met virtual reality te tonen hoe de site was in de Eerste Wereldoorlog.’ – Daniël Pletinckx

Zicht op het strnad en de militaire batterij van Raversyde in Oostende bij de Atlantikwall in de duinen

De virtuele omgeving van site Raversyde

TOEGEVOEGDE WAARDE ALS DRIJFVEER

Virtual en augmented reality zijn dus geen onbekenden meer in het erfgoedveld. Bovendien wordt de keuze voor VR- of AR-technologieën niet zomaar gemaakt, ook niet door de vier ervaringsdeskundigen die we interviewden voor Spraakmakers. Zowel Van de Velde, Wiercx, Jongepier als Pletinckx hadden goed voor ogen wat ze ermee wilden bereiken. Ze keerden zich tot VR en AR omdat het een toegevoegde waarde oplevert: ze kunnen het huidige erfgoedaanbod ermee uitbreiden én verrijken. Kortom, ze wilden het potentieel van VR en AR benutten om erfgoed op een andere, nieuwe manier in de kijker te zetten.

Benieuwd hoe ze historische inhoud verwerkten tot technologische toepassingen om die meerwaarde te bereiken? Je leest er alles over in dit artikel.

MEER LEZEN?

Ontdek ook de andere artikels die we in de reeks Spraakmakers schreven rond virtual en augmented reality:

MEER WETEN?

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. Mobiele smartphone met augmented reality, via Pixabay.
  2. © Herman Desmet Photography, Erfgoedhuis de Semse, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  3. © Histories, Infographic met de vier ervaringsdeskundigen.
  4. © Paul Van de Velde, Paul van de Velde van Heemkring de Semse.
  5. © Herman Desmet Photography, Start van Zemst: prachtig virtueel, via https://kuula.co/share/collection/7XbhQ?logo=1&info=0&fs=1&vr=1&sd=1&initload=0&thumbs=-1.
  6. © Paul Van de Velde, Villaretkaart met QR-code in het museum van Heemkring de Semse.
  7. © Faro, De ErfgoedApp, via https://erfgoed.app/.
  8. © Visual Dimension, Virtuafort: de VR-omgeving van Fort Lillo, via http://heritage.visualdimension.be/FortLillo/.
  9. © Visual Dimension, De VR-omgeving van site Raversyde, via https://thegreatwaratraversyde.wordpress.com/.

Artikels

  • Ramtohul, Arvind en Khedo, Kavi Khumar (2024). ‘Augmented reality systems in the cultural heritage domains: A systematic review’. In Digital Applications in Archaeology and Cultural Heritage, 32 (2024): https://doi.org/10.1016/j.daach.2024.e00317.
  • Boboc, Răzvan Gabriel e.a. (2022). ‘Augmented Reality in Cultural Heritage: An Overview of the Last Decade of Applications’. In Applied Sciences, 12 nr. 19 (2022): https://doi.org/10.3390/app12199859.

Websites