Joodse geboorterituelen

Naamgeving, besnijdenis en Bechor

Joodse geboorterituelen

Auteur: Histories

 

Levenslooprituelen markeren de belangrijke momenten in iemands leven. Binnen elke levensbeschouwing bestaan er dan ook tal van gewoonten en gebruiken die een geboorte, de overgang naar volwassenheid, een huwelijk of een overlijden begeleiden. In deze tekst vind je meer info over hoe binnen het joodse geloof met de komst van nieuw leven wordt omgegaan.

Voortplanting als religieuze verplichting

Van ieder joods koppel wordt verwacht dat ze kinderen zullen krijgen. Het is zelfs een religieuze verplichting. In de Bijbel staat: 'Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en breng haar onder je gezag'. Geboortebeperking is met andere woorden in principe verboden. Te meer omdat iedere vrouw misschien de toekomstige Messias kan verwachten. Traditioneel dient ieder koppel minstens twee kinderen te krijgen, waaronder bij voorkeur een jongen en een meisje.

Amulet ter bescherming van de baby tegen Lilith

De zwangerschap

Tijdens de zwangerschap wordt er bijzonder veel belang gehecht aan de kracht van omgevingsinvloeden. Onder andere het naleven van de Thora, het verrichten van goede daden en het bidden zouden een positieve invloed op het ongeboren kind hebben. De toekomstige moeder en het ongeboren kind worden dan ook met de grootste zorg omringd.

In sommige kringen wordt de zwangerschap zo laat mogelijk bekend gemaakt. Er worden bovendien zeer weinig openbare voorbereidingen op voorhand getroffen om het geluk niet te tarten. Enkele joodse vrouwen dragen zelfs een amulet dat hen zou moeten beschermen tegen de demon Lilith die het gemunt zou hebben op zowel zwangere vrouwen als pasgeboren kinderen. Dit is evenwel een restant uit het joods volksgeloof.

Na de bevalling

Wanneer de vrouw voor het eerst na de bevalling de synagoge bezoekt, wordt haar man opgeroepen bij de Thora en luistert ze mee naar het gebed van Kedusha. Dit is een gebed als dank voor de goede bevalling.

Het is een jongen!

Een joods jongetje dient de achtste dag na de geboorte en bij voorkeur ‘s ochtends het verbond van de besnijdenis aan te gaan, tenzij zijn gezondheid dat niet toelaat. De besnijdenis zorgt er onder andere voor dat het jongetje innige verbondenheid met God kan ervaren. God heeft Abraham namelijk gevraagd om zichzelf en zijn mannelijke nakomelingen te laten besnijden. Hoewel het besnijden een zeer belangrijk onderdeel is van het opnemen van het kindje in de joodse gemeenschap, wil dat niet zeggen dat iemands joods-zijn er altijd van afhangt. Mocht iemand om een goede reden niet besneden zijn, dan tast dat het jood-zijn niet aan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden joodse baby’s die tijdens de onderduik geboren waren bijvoorbeeld niet altijd besneden worden.

In orthodoxe kring is de besnijdenis het moment waarop de naam van de jongen mag worden bekendgemaakt. Soms draagt het kindje ook een besnijdenisjurk, die je kunt vergelijken met een doopjurk in christelijke traditie. De gevatterin brengt de besneden jongen na de ceremonie terug naar zijn moeder. Daarop volgt er een receptie waar familie en vrienden bijeen komen en geschenken overhandigen aan de trotse ouders.

Het is een meisje!

Vrouwen genieten veel aanzien binnen de joodse gemeenschap. Het zijn namelijk de vrouwen die zorgen voor het nageslacht, zij schenken leven en waarborgen het voortbestaan van het joodse volk. Bovendien staan de vrouwen in voor de opvoeding van de kinderen, dus van de toekomstige joodse gemeenschap en ze zetten zich op tal van manieren in voor de gemeenschap. De geboorte van een meisje wordt dan ook als een grote zegen beschouwd. Dit wordt nogmaals benadrukt door het feit dat iemands joods-zijn wordt bepaald door de moeder en niet door de vader.

Het belangrijkste spirituele moment dat volgt op de geboorte van een meisje is de naamgeving van het meisje. Dit gebeurt gewoonlijk tijdens de sabbatdienst wanneer er gelezen wordt uit de Thora. De vader wordt dan opgeroepen bij de Thora en er volgt een zegeningsgebed, waarbij luid de naam van het meisje wordt uitgeroepen. Er wordt enerzijds gebeden voor de gezondheid van de moeder en anderzijds voor de toekomst van het meisje. Na de naamgeving komen familie en vrienden bijeen om te genieten van een lekkere maaltijd.

Ritueel van het besnijden

Vroeger werd de besnijdenis van een jongetje thuis uitgevoerd, maar tegenwoordig kan die ook in de synagoge of in een ziekenhuis gebeuren. De besnijdenis noemt brith mila, die woorden betekenen verbond (brith) en besnijdenis (mila). De brith mila wordt uitgevoerd door een besnijder of mohel. Zowel de mohel als de vader van de jongen dragen hun gebedsmantel of talliet. De brith mila is nog steeds een openbare gebeurtenis. Het is de gewoonte dat iedereen rechtop staat. Verschillende personen hebben tijdens de ceremonie een specifieke functie. Bij voorkeur moet een brith mila plaatshebben in de aanwezigheid van de minjan, een groep van tien joden.1}"> 

De gevatter of peter en de gevatterin of meter dienen eveneens aanwezig te zijn. De gevatter en de gevatterin zijn steeds een echtpaar, een moeder en haar zoon of een vader en zijn dochter. De gevatterin haalt de jongen bij zijn moeder op en overhandigt hem aan de gevatter. De gevatter overhandigt de jongen op zijn beurt aan de enige persoon die mag neerzitten gedurende de ceremonie, namelijk de sandik. De sandik neemt plaats op een speciale bank of stoel: de besnijdenisbank. Op die bank is ook plaats voor de profeet Elia, die symbolisch en in de gedachten van de aanwezigen erbij is om het kind te beschermen. De sandik legt een besnijdeniskussen op schoot, en daarop wordt het jongetje gezet. De moeder blijft soms in het kraambed en is dan afwezig tijdens de besnijdenis van haar zoon. De ceremonie wordt afgesloten met een heilsdronk door de mohel, op een mooie toekomst voor het kind.

Het kindje wordt voor de besnijdenis binnengebracht op een kussen

Pidyon Haben, het kind wordt vrijgekocht

De eerstgeborene of Bechor

Wanneer een eerstgeborene of Bechor ter wereld komt, vindt er thuis, in de synagoge of in een zaaltje een extra ritueel plaats, namelijk de lossing of de Pidyon Haben. Met de Bechor wordt steeds een jongen bedoeld. Een vrouw die eerst een meisje baart, kan nooit een Bechor hebben. De 31ste dag na de geboorte dient de jongen te worden losgekocht.

Dit zit zo: In het verhaal over de uittocht uit Egypte wordt beschreven dat God met tien plagen het Egyptische volk strafte omdat zij de Joden (die als slaaf moesten werken) niet wilden laten gaan. De laatste en heftigste plaag hield in dat alle eerstgeboren zonen van het Egyptische volk zouden sterven. De joodse eerstgeboren zonen waren voor die plaag beschermd, maar joden herinneren zich eraan dat iedere eerstgeboren zoon eigenlijk wel God toebehoort. Die eerstgeborene was ook in die tijd nog verplicht om het priesterschap op te nemen.

Later nemen de nakomelingen van Aharon – de Levieten – de functie van priester, kohen genaamd, over. Eerstgeborenen hoeven dus niet langer als priester te dienen, maar zij hebben nog altijd een verplichting naar God toe. Daarom moeten hun ouders hen ‘vrijkopen’ van die verplichting. Dat wordt met de lossing of de Pidyon Haben gedaan. Hoewel het misschien heel serieus klinkt, is het een groot feest.

Tijdens de ceremonie wordt de jongen binnengedragen op een zilveren schaal. Traditioneel liggen er op de schaal ook klontjes suiker en stukjes look waarvan iedereen een stukje krijgt. De vader overhandigt zijn zoon aan de kohen. De kohen laat de vader kiezen tussen zijn zoon opgeven voor het priesterschap of het betalen van een bepaalde som geld. Wanneer de vader de kohen betaalt, krijgt hij zijn zoon terug. De jongen wordt gezegend door de kohen en erna wordt er een maaltijd genuttigd.

Meer informatie en verantwoording

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. (bannerafbeelding) Baby. Luma Pimentel, 29-11-2017, via: https://unsplash.com/photos/1vnB2l7j3bY
  2. Amulet ter bescherming van de baby tegen Lilith. The Magnes Collection of Jewish Art and Life, 11-09-2013, via: https://flic.kr/p/ph1uGh
  3. Brith mila. Avital Pinnick, 07-06-2010, via: https://flic.kr/p/88nggX
  4. Pidyon HaBen. Deror avi, Attribution, via Wikimedia Commons

Artikelen en boeken

  • Abicht, L. (2018). De joden van Antwerpen. Vrijdag Uitgevers. 
  • Broeckaert, B., Hove, I. Vanden, Branden, S. van den e.a. (2005). Grote rituelen in de wereldgodsdiensten, Davidsfonds Uitgeverij, Leuven. 
  • Kosofsky, S.M. (2004). The Book of Costums: A Complete Handbook for the Jewish Year, Harper, San Francisco. 
  • Molen, H. van der (1987). Met de joden op weg: van de wieg tot het graf, van feest tot feest, van eeuw tot eeuw, Edu'Actief, Meppel. 

Webpagina's

Meer weten?