Pauwelviering
In gesprek met Michel Matthijs
Auteur: Histories
In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
Op 13 mei was de opluchting bij de werkgroep erfgoedzorg rond de Pauwelviering groot: na meer dan een jaar voorbereidend werk was de aanvraag om de traditie op te nemen in de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed een feit! Sinds maart 2015 dacht een werkgroep van mensen die op verschillende manieren betrokken zijn bij het feest, na over hoe de Pauwelviering een duurzame toekomst kan krijgen. Ook Histories schoof telkens mee aan om het hele proces te begeleiden. In afwachting van de beslissing over het aanvraagdossier blikken we met Michel Matthijs van het Pauwelcomité nog eens terug op het traject dat tot nu toe afgelegd werd.
De Pauwelviering is een jaarlijks feest dat op de dag van Sint-Paulus’ Bekering (25 januari) indien een zondag of zoniet de eerste zondag daarna georganiseerd wordt. Alles draait dan om de Pauwel, zoals wij Sint-Paulus hier noemen. Deze figuur wordt ieder jaar door een andere jongeman uitgebeeld. De Pauwel heeft ook een team van helpers om zich heen. Samen vormen zij de Pauwelbende.
Op de dag van de viering gaan de Pauwel en zijn Apostelen eerst samen naar de mis in de Sint-Pauluskapel. Na het middagmaal trekken ze in stoet naar de Pauwelhoeve waar de aloude gebruiken plaatsvinden. Daarna strooit de Pauwel dan vanop een wit paard kleine roggebroodjes naar de vele toeschouwers. Nadien trekt de Pauwelbende naar de Pauwelbron en zakt daarna af naar de Sint-Pauluskapel om er de felbegeerde Pauwelbroodjes te zaaien. Die broodjes beschermen mens, dier en vruchten tegen de vele mogelijke ziekten. En ’s avonds is er feest op het gehucht, voor iedereen. De overwinning op de Zwarte Dood moet gevierd worden want de pest was in 1382 oorzaak van alle ellende!
Eigenlijk gaat alles al van start begin december. Op het feest van Sint-Elooi (1 december) indien een zondag of de eerstvolgende zondag van december kiest de Sint-Paulusgilde welke kandidaat-bende het best in aanmerking komt om de Pauwellegende van 1382 uit te beelden en het feest te organiseren. Voor iedere editie kunnen er zich namelijk meerdere Pauwelbendes kandidaat stellen. Dat heet dan ‘de Pauwel weggeven’. Het is meteen ook de eerste van een hele reeks geritualiseerde handelingen die in de aanloop naar het feest plaatshebben. En die handelingen, die staan hier in Galmaarden als de ‘geplogenheden’ bekend. Deze rituelen zijn gekoppeld aan vaste momenten in de voorbereiding. Zo moet de Pauwelbende, Pauwel en Apostels, bijvoorbeeld meel laten malen, waarmee daarna dan Pauwelbroodjes gerold en gebakken worden. Maar het belangrijkste onderdeel in de voorbereiding is het ploojken, zoals het op bedeltocht gaan in ons plaatselijk dialect wordt genoemd. De Pauwel en zijn bende gaan dan van deur tot deur om het feest aan te kondigen. Als de deur geopend wordt, roepen de Apostels ‘Ploojk’ en vragen ze om een kleine financiële bijdrage voor de organisatie van het feest. En Pauwel nodigt iedereen vanop zijn paard uit om zeker naar het feest te komen. Ook de scholen worden steevast bezocht. Na de dag van de viering volgt er trouwens ook nog zo’n ritueel: eigenlijk is alles pas echt achter de rug na de Dag van de Rekeninge, als de Pauwel en zijn bende in de lokale cafés zijn langs geweest om hun openstaande schulden te vereffenen. En voor het eerst is er dan een Palinne en zijn er dan Apostelinnen toegelaten. De dames zijn dus aanwezig bij het afrekenen en het betalen van de gemaakte schulden…
Als heemkundige heb ik daar intussen zelf al veel onderzoek naar gedaan. En ook vóór mij waren er al mensen die op zoek zijn gegaan naar de wortels van het feest. Eigenlijk zijn er drie volkse verklaringen terug te vinden. Eén daarvan is historisch onjuist. Volgens de versie die het meest aanneembaar is en die ook het vaakst te horen is, zou het feest teruggaan tot 1382. In die periode woedde er een strijd in het naburige Geraardsbergen en toen die afliep werd het hele gebied rond de stad geteisterd door besmettelijke ziekten, vooral door de pest. Op 25 januari, het feest van Sint-Paulus’ Bekering, zou dan een ruiter in witte kleren, Sint-Paulus in hoogsteigen persoon, in Galmaarden verschenen zijn. Vanop zijn witte paard deelde hij kleine roggebroodjes aan de inwoners van Galmaarden uit. Wie van die broodjes at, genas. Uit dankbaarheid wordt dit tafereel sindsdien ieder jaar opnieuw herhaald.
Nee, het is niet zo dat iemand uit Antwerpen of Gent Pauwel kan zijn. Voor het aanstellen van de Pauwel is er een reglement, met daarin een aantal voorwaarden. Zo moet een kandidaat-Pauwel in Galmaarden geboren zijn en gedoopt zijn. Pauwel en Apostels moeten minstens 15 jaar oud zijn. Tot nu toe is het geen probleem om kandidaten te vinden die aan die voorwaarden beantwoorden. Als het op een gegeven moment moeilijk zou worden om nog kandidaten te vinden, dan zou daar een oplossing voor gezocht worden. In de loop der jaren is het reglement sowieso al meerdere keren aangepast. Maar voorlopig loopt alles dus goed. En wat ook ten zeerste helpt, is dat in 1982 de Kinderpauwelbende terug in het leven geroepen werd. Die bende wordt op dezelfde manier gevormd als de Pauwelbende, maar dan met kinderen tussen 6 en 14 jaar waarbij de Kinderpauwel minstens 8 jaar moet zijn. Door kinderen al vroeg bij het feest te betrekken, wordt hun interesse in de traditie gestimuleerd. Intussen zijn we al aan de 19de Kinderpauwelbende toe.
Ja, enorm! Ons feest heeft natuurlijk midden in de winter plaats, dus het weer kan ons nogal parten spelen. Maar op de verschillende onderdelen en het feest zelf zijn alles samen toch ieder jaar 700 à 1000 mensen aanwezig. Als je bedenkt dat de deelgemeente Galmaarden rond de 3000 inwoners telt, dan wil dat eigenlijk zeggen dat 1 op 3 mensen meeviert. Dan kun je niet anders dan concluderen dat de Galmaardenaren de Pauwelviering belangrijk vinden.
In 2016 waren we aan de 634ste editie van het feest toe. Op dit moment loopt alles goed. We hebben het geluk dat er jaar na jaar veel mensen zijn die zich met veel goesting willen inzetten voor het feest. Toch beseffen we dat dat niet automatisch betekent dat in de toekomst alles even vlot zal verlopen. Daar wilden we nu al op inspelen. Daar komt nog bij dat Galmaarden dus naast Geraardsbergen ligt, waar al lang een erfgoedzorgtraject rond het feest van Krakelingen en Tonnekenbrand loopt. Vorig jaar hebben ze daar ook acties rond de Processie van Plaisance ondernomen. Beide tradities zijn opgenomen in de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. Door te zien dat erfgoedzorg daar werkt, waren we ervan overtuigd dat we ook in Galmaarden aan de slag konden gaan.
Wel, we zijn in maart 2015 van start gegaan. In de werkgroep zitten een heleboel mensen samen. De Sint-Paulusgilde en het Sint-Pauluscomité zijn uiteraard vertegenwoordigd, maar ook oud-Pauwels, mensen van de gemeente en de parochie denken mee. En aan erfgoedzijde zijn LECA, Erfgoedcel Pajottenland Zennevallei en de lokale erfgoedvereniging Ergoed Galmaarden de groep komen versterken. In de eerste plaats hebben we ons ingewerkt in het beleid rond immaterieel erfgoed. Dat hielp ons om een aantal dingen in onze werking duidelijk te benoemen. Toen we eenmaal zicht hadden op de sterke en zwakkere aspecten daarin, werd het ook makkelijk om te bepalen waarrond we actie wilden ondernemen. Maar we hebben vooral heel veel tijd en moeite gestoken in het informeren van mensen: we wilden dat heel Galmaarden wist dat we de aanvraag gingen indienen en hebben hen gevraagd om daar hun steun voor uit te drukken. En ook de administratieve kant vroeg natuurlijk onze aandacht.
Wij hopen dat de we duidelijk gemaakt hebben dat de Pauwelviering onlosmakelijk bij Galmaarden hoort. Het belangrijkste voor mij is dat ieder jaar zoveel mensen enthousiast gemaakt worden door de Pauwelviering. En op dat spoor willen we verder: door er nu voor te zorgen dat we alles goed op orde hebben, willen we ervoor zorgen dat mensen later alles hebben wat ze nodig hebben om verder te kunnen doen. Daarom hebben we nu onder meer alle geplogenheden en oude tradities voor de toekomst in een scenario vastgelegd.
Dankjewel voor het gesprek!
Dit interview werd afgenomen in mei 2016 door LECA (Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag). De werking van LECA maakt sinds 1 januari 2019 onderdeel uit van Histories. |