Dragcultuur

Dragcultuur in Vlaanderen

Meer dan make-up en pruiken

Auteur: Histories

 

Wellicht heb je er zelf al live gezien: al dansend in de straten tijdens een Prideparade of al lipsyncend in een club. Of misschien ben je al zappend terechtgekomen op het VTM-programma “Make Up Your Mind”, waarin de flamboyante dragqueen Cindy Envy werd ontmaskerd als Sammy Mahdi. Hoe dan ook: vandaag is dragcultuur populairder dan ooit. Drag artiesten zijn aan een opmars bezig. Hoewel het een vrij recent fenomeen lijkt, is het een rijke traditie die al lang bestaat. De traditie verenigt tot op vandaag de hele LGBTQIA+-gemeenschap om samen feest te vieren.

In de rubriek 'over-dragers' spreken we met en over dragers van rituelen, tradities of gebruiken. Zo spraken we met Sandy Potier, beter bekend als de Gentse dragqueen Haas. Haas geeft workshops over drag en geeft zo het gebruik door aan iedereen die hun innerlijke dragperformer wil ontdekken. We hebben een aantal vragen gesteld. De antwoorden lees je op de gesprekspagina.

Drag: what’s in a name?

Voordat we in de kleurrijke wereld van drag kunnen duiken, moeten we eerst stilstaan bij de betekenis van het woord ‘drag’. Zoals de naam suggereert, is het een woord dat zijn oorsprong vindt in de Engelstalige wereld. Meer specifiek in het Victoriaanse theaterlandschap, waarin het acteursduo van Ernest Boulton en Frederick Park hoge ogen opwierp. De twee homoseksuele mannen speelden vaak vrouwelijke rollen en verkleedden zich ook als vrouwen. Boulton sprak als eerste over ‘putting on his drags’: zo refereerde hij naar zijn gebruik om zich te verkleden in iets dat verschilde van zijn eigen gender. Waarom hij voor dat woord koos, is onduidelijk. Wellicht was hij geïnspireerd door zijn lange onderrokken die over het podium sleepten (Engels: to drag). 

Doorheen de tijd verknoopte de term  zich meer en meer met de homoseksuele gemeenschap. Omdat homoseksuele handelingen streng bestraft werden in het Engeland van de tweede helft van de negentiende eeuw, moesten mannen in het geheim afspreken. Ze ontwikkelden een eigen codetaal waarin veel woorden werden ontleend aan de theaterwereld. Zo nodigden ze elkaar bijvoorbeeld ‘in drag’ uit in de befaamde mollyhouses. Deze ‘lolhuizen’ waren (achterkamers van) herbergen of woningen waarin homoseksuele mannen elkaar ontmoetten voor plezier en gezelligheid. Ook de pathologisering van homoseksualiteit doorheen de negentiende en twintigste eeuw zorgde ervoor dat ‘drag’ sterk werd gelinkt aan de homoseksuele gemeenschap.  In een psychiatrische handleiding uit 1927 wordt drag zowel omschreven als ‘an outfit of female dress worn by a homosexual’, alsook als ‘a social gathering of homosexuals at which some are in female dress.’ 

Het woord evolueerde verder binnen homoseksuele kringen in Amerikaanse grootsteden. Tegen de jaren ’50 was het woord gekoppeld aan de feminiene homoseksuele mannen, die zich door hun vrouwelijke kledij onderscheidden van de masculiene homoseksuele mannen. In die periode ontstonden ook de moderne gay bars, waar dragqueens optraden. Het is in deze context dat drag zich ook als een kunstvorm ontwikkelde. Naast deze artistieke invulling was drag ook een middel om anti-homowetten in het nachtleven te omzeilen. Zo was het bijvoorbeeld verboden voor mensen van hetzelfde geslacht om met elkaar te dansen. Door zich als vrouw te verkleden, glipten sommige mannen door de mazen van het juridische net. Tegelijkertijd mochten ze zich niet té vrouwelijk kleden, omdat een andere wet hen verplichtte een aantal stukken kleding te dragen die overeenstemde met hun gender. 

Waar drag voordien door de hypermasculiene homoseksuele gemeenschap eerder werd afgekeurd, onderging het een ware renaissance in de jaren ’80 via de drag balls in New York. Daar werden er verschillende competities gehouden om er zo vrouwelijk mogelijk uit te zien. Deze traditie en cultuur, die voornamelijk door de zwarte en latinogemeenschap werd gedragen, is uitgebreid in beeld gebracht in de documentaire Paris is Burning (1990).  

Sindsdien is drag meer en meer geïntegreerd geraakt in popcultuur. De grootste mijlpaal daarin is het gerenommeerde programma RuPaul’s Drag Race, dat sinds enkele jaren ook een Belgische editie heeft. Bovendien is de definitie van drag vandaag veel breder dan een man die zich verkleedt als vrouw. Drag is een gebruik waar iedereen, ongeacht hun genderidentiteit, aan kan deelnemen met het doel met gender te spelen. Of je jezelf nu verkleedt en experimenteert met make-up in je slaapkamer of je in je persona een nummer playbackt op een open stage: all drag is valid and all drag is fun. 

Een rebelse traditie met theaterroots

Je verkleden als iets dat verschilt van je eigen gender is een gebruik dat in veel werelddelen en op verschillende momenten doorheen de geschiedenis terugkomt. Historici verwijzen onder andere naar het theater in het Griekenland en Rome van de Klassieke Oudheid, waar mannen vrouwelijke rollen speelden. Andere onderzoekers halen ook het voorbeeld van het Japanse kabuki-theater uit de zeventiende eeuw aan, waar mannelijke acteurs zich als vrouw uitdosten. Ook Shakespeare was een fan van drag: in zijn romantische komedie Driekoningennacht was de transformatie van het vrouwelijke personage Viola naar de mannelijke Cesario een belangrijk verhaalelement.

Doorheen de twintigste eeuw begon drag zich meer en meer los te maken van klassiek theater. Het begon zich te manifesteren in cabaret- en travestieshows. Zo werd travestie ook in 1970 beoefend in verschillende cafés in het Antwerpse Schipperskwartier. Een sleutelfiguur in de Gentse travestiewereld was René de Schepper, beter bekend als Dille. In 1975 trad ze met haar travestiegezelschap Paris Folies op in verschillende Gentse cafés en dancings. Tegen de jaren 80 was travestie een bekend fenomeen in het Gentse cultuurleven, en was het bijvoorbeeld te zien op de Gentse Feesten.

Drag werd ook zichtbaarder in het straatbeeld. Omdat dragqueens in de minderheid waren, ook binnen hun eigen gemeenschap, engageerden ze zich voor sociale kwesties. Het waren dragqueens die in 1969 als eersten op de barricades gingen om te protesteren tegen politiegeweld ten opzichte van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen. Het protest duurde vijf dagen en staat beter bekend als de Stonewall-protesten, genoemd naar de homobar in New York waar de acties begonnen. De protesten waren bovendien de fundamenten van de eerste Pride-optocht.

Het rebelse karakter van drag vertaalde zich ook binnen de ontluikende homobeweging in Vlaanderen. De socialistische homovereniging de Rooie Vlinder organiseerde in de jaren ’70 gelijkaardige demonstraties in Gent. Homoseksuele mannen droegen tijdens de acties vaak vrouwenkleding en make-up. Op die manier daagden ze het dominante beeld van mannelijkheid in de samenleving uit.

Kruispunt van entertainment en activisme

Drag blijft zich nog steeds toeleggen op zowel entertainment als activisme. Vandaag organiseren groepen van drag artiesten feestjes die gericht zijn op het vieren van ieders queerness. Denk bijvoorbeeld aan de dragqueens van het Gentse House of Lux, die al enkele edities van hun event Fetch op touw hebben gezet. De Antwerpse Veronika Deneuve nodigt ook enkele keren per jaar allerlei drag artiesten uit om op te treden op Send in The Clowns. Op deze feestjes wordt er wild gedanst en gezongen en brengen de vele drag artiesten tot in de vroege uurtjes hun beste lipsyncvaardigheden naar boven. Ook travestieshows en -schoonheidswedstrijden blijven plaatsvinden in Vlaanderen.

Drag heeft de kracht om mensen samen te brengen en hen te versterken in hun gemeenschappelijke identiteit. In tijden waar de LGBTQIA+ op (inter)nationaal vlak wordt bedreigd, is het essentieel om momenten te creëren waarop queer personen in een veilige omgeving samen kunnen komen.

Een dragqueen op Pride is dus meer dan een geweldige entertainer. Terwijl ze lipsynct op The Weather Girls’ It’s Raining Men, deelt ze de rijke traditie van rebelse genderbending met haar publiek. En terwijl ze de songtekst onuitgesproken nabootst, zegt ze tegelijkertijd een andere onuitgesproken, maar heel krachtige boodschap: we’re here and we’re queer.

Meer informatie en verantwoording

Boeken en artikelen

  • Chauncey G., Gay New York: Gender, urban culture, and the making of the gay male world 1890-1940, NY: Basic Books, New York, 1994. 
  • Doonan S., Drag: The Complete Story, Laurence King Publishing, London, 2019. 
  • Dupont W., Hofman E. en Roelens J., Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België, Uitgeverij Vrijdag, Antwerpen, 2017. 

Nieuwsberichten en webpagina's

Afbeeldingen © Maxime Vansant