In 1822 presenteerde de Franse dokter Louis Auzoux (1797–1878) voor de Académie de Médecine zijn werk dat voor een doorbraak in de anatomie moest zorgen: een anatomisch model van papier-maché. De anatomie die sinds mensenheugenis fascineerde, kampte namelijk met een probleem: om hun studieobject te bestuderen moesten ze het lichaam opensnijden. Het uitvoeren van een dissectie stond echter lijnrecht tegenover de integriteit van het lichaam. Wettelijke en morele beperkingen maakten dat de dissectietafel van de anatoom dunbevolkt was. Het onvermijdelijke ontbindingsproces maakte het bovendien moeilijk een lijk lang te bewaren. De zoektocht naar anatomische kennis ging dus sinds de oudheid gepaard met een zoektocht naar manieren om die anatomische kennis te capteren en te delen.
Terwijl sommigen heil zochten in een methode om het lichaam zelf te preserveren, streefden anderen naar een volwaardige vervanger. Was bleek een uitstekend materiaal om realistische anatomische modellen te vervaardigen. In de achttiende eeuw oogstten wassen anatomische modellen uit Frankrijk en Italië in heel Europa lof voor hun nauwkeurigheid en schoonheid, bij zowel leken als medische experts. De modellen vormden de ultieme kruising tussen kunst en wetenschap en waren een gegeerde toevoeging aan anatomische én kunstcollecties. In de negentiende eeuw kwam er echter meer nadruk op geneeskunde als een objectieve, empirische discipline. Critici twijfelden aan het wetenschappelijke nut van de wasmodellen, die bovendien erg fragiel en duur waren. De ‘Heilige graal van het anatomische model’ was dus nog niet gevonden.
Met zijn papieren modellen meende Auzoux de oplossing in handen te hebben. Auzoux wist al snel een breed publiek te overtuigen van zijn product en een succesvol bedrijf uit de grond te stampen dat naam maakte in binnen- en buitenland. Hoe slaagde hij daarin en welke rol speelde zijn keuze voor papier-maché daarin? Dit artikel probeert het succesverhaal van Auzouxs modellen te reconstrueren. Daarbij focust het op de bijzondere impact van het materiaal en de ontwerpkeuzes op het gebruik van de modellen en de perceptie van hun wetenschappelijke waarde tegenover modellen in was.
Ook vandaag kunnen we Auzouxs werk in verschillende universitaire erfgoedcollecties bewonderen. Het Gentse universiteitsmuseum (GUM) probeert dit erfgoed bijvoorbeeld terug op de kaart te zetten. Via conservatie en restauratie willen ze erkenning genereren voor dit bijzondere luik uit de geschiedenis van de anatomie en onderwijs over anatomie.