Het ene dier is het andere niet. Ongewenste dieren op het boerenerf

‘Geheel onze landstreek, bijzonder daar waar vele weiden liggen, is geteisterd door de veldmuizen die in zoo groote hoeveelheden bij ons verkeren dat gansche weiden die in 1918 niet gemaaid geweest zijn, totaal omgewoeld zijn. […] De velden […] zijn ook niet vrij gebleven, gansche stukken van den staanden oogst worden totaal afgevreten door deze knagers. […] Zijn daar geene middelen tegen en welke?’

‘Boerengezin voor rechter nadat zoon “ten einde raad” haas doodschiet […] Ze deden alles om de hazen van hun veld te houden […] Het gezin verloor zo al 10.000 euro door vraatschade. “Ze eten hele plekken van ons veld kaal. […] We hebben een luchtkanon gezet en extra schrikdraden, maar ze blijven eronder kruipen’, zei E.S.’

De brief van een landbouwer uit Nieuwmunster (Zuienkerke) uit 1919 en het artikel in Het Nieuwsblad uit 2022 hebben – hoewel er meer dan één eeuw tussen hun redactie ligt – hetzelfde onderwerp, namelijk de strijd van landbouwers tegen zogenaamde plaagdieren. Muizen, hazen, konijnen, ratten of vossen komen vaak voor in landelijke gebieden. Door de schade die ze soms aanrichten aan teelten of aan andere dieren (bijvoorbeeld pluimvee), worden ze door de boer als ongewenst beschouwd.

Dergelijke plaagdieren zijn duidelijk situatie-afhankelijk. Voor velen is een konijn een aangenaam en prettig huisdier, terwijl het voor tuinbouwers een ware plaag kan zijn. Plaagdieren worden negatief beschouwd ook wel ‘ongedierte’ genoemd. Ze zijn er altijd geweest, maar door een verandering in hun milieu (bijvoorbeeld door het verdwijnen van een natuurlijke vijand) ontwikkelen ze zich tot een plaag. In grote hoeveelheden kunnen ze gewassen kaal vreten. Of ze ondergraven dijken waardoor hele stukken akker- of weiland onder water komen te staan. Vandaar dat landbouwers én overheid zich genoodzaakt voelden en voelen om maatregelen te nemen.

In dit artikel belichten we enkele verschillende facetten over de omgang met plaagdieren in de landbouwsector in de twintigste eeuw in Vlaanderen. We determineren eerst het probleem: over welke dieren gaat het en welke schade richten ze aan? Welke bestrijdingsmethodes hanteren de landbouwers? En wat is de regelgeving vanuit het ministerie van Landbouw? Welke maatregelen suggereren landbouworganisaties zoals Boerenbond? En is er een verandering van opvattingen doorheen de tijd?

Download pdf