Tot voor kort schoven toeristen aan om over de arm van de zieltogende Brusselaar Everard T’Serclaes te wrijven. Bezoekers van de homepage van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden in 2011 verwelkomd met een foto van datzelfde T’Serclaesbeeld onder het huis de Ster, aan de rand van de Grote Markt.2 Een paar honderd meter verderop bevindt zich de groezelige T’Serclaesstraat, een smalle steeg die toegang geeft tot enkele ondergrondse parkings. In dezelfde buurt, op de Warmoesberg, lopen dagelijks duizenden studenten en medewerkers van de Hogeschool-Universiteit Brussel in en uit het T’Serclaesgebouw.
Deze voorbeelden maken duidelijk dat middeleeuwer Everard T’Serclaes nog steeds aanwezig is in hartje Brussel. Hij is de bekendste urban hero van onze huidige hoofdstad. Een stadsheld word je echter niet zomaar, zeker niet als je in de veertiende eeuw leefde. Twee elementen speelden (en spelen) daarbij een beslissende rol: een aantal gebeurtenissen uit T’Serclaes’ leven enerzijds en de gefaseerde en gediversifieerde herinneringspraktijk na zijn dood anderzijds. In de historische, folkloristische en toeristische literatuur over T’Serclaes zijn die aspecten met elkaar verweven. Feiten en fictie zijn moeilijk te onderscheiden; mens en mythe zijn versmolten.
In dit artikel willen we proberen om de gefaseerde constructie van T’Serclaes’ heldendom in kaart te brengen. We doen dat in verschillende stappen. In de eerste paragraaf zullen we nagaan welke historische ‘zekerheden’ over Everard T’Serclaes bekend zijn. Zonder een gedetailleerd levensverhaal te willen schrijven, overlopen we kort de belangrijkste ‘harde’ biografische feiten. Het gaat om gegevens en gebeurtenissen die tijdens zijn leven werden opgetekend in niet-literaire teksten (oorkonden, schepenbrieven, administratieve stukken, enzovoort). We hebben deze documenten niet zelf onderzocht, maar kunnen gelukkig een beroep doen op de degelijke licentiaatsverhandeling over de Brusselse familie T’Serclaes. Hier en daar vullen we aan met informatie uit andere studies.
In de daarop volgende paragrafen besteden we aandacht aan de herinneringspraktijken en beeldvorming rond T’Serclaes. We trachten in kaart te brengen hoe zijn levensverhaal werd gerecupereerd en zijn heldendom gestalte kreeg. Uit ons overzicht zal blijken dat dit op diverse momenten gebeurde en diverse vormen aannam: in geschiedschrijving, in fictieliteratuur, in toponymie, in orale tradities en in plastische kunsten. Bij het overlopen van deze recuperatievormen zullen we nagaan welke harde biografische elementen werden benut en hoe ze werden omgevormd of aangedikt.
In de laatste paragraaf schenken we aandacht aan de plekken die hecht verbonden zijn met T’Serclaes’ heldendom. Everard T’Serclaes is immers niet alleen een papieren held gebleven. In de stad Brussel kwam en komt men hem in diverse gedaanten tegen. Zijn heldendom werd op diverse plekken omgezet in ‘plaatsen van herinnering’ of lieux de mémoire. Dat concept werd eind jaren 1970 gelanceerd door de Franse historicus Pierre Nora voor (reële of imaginaire) plaatsen die fungeren als aanhechtingspunt van de verbeelding van het verleden. De casus van stadsheld Everard T’Serclaes is natuurlijk niet uniek. We hopen dan ook dat dit artikel kan fungeren als inspiratiebron en vergelijkings- basis voor het parcours dat andere historische stadshelden hebben afgelegd (denken we bijvoorbeeld aan de Tongerse Ambiorix, de Gentse Jacob van Artevelde of de Brugse Jan Breydel).