Op 8 februari 1550 lieten Domingo de Rossano, een maistre engiennier natif de Cecillen (Sicilië), Michael de Paulo en Michael Angeli Francisque, beiden afkomstig uit Lucca, een vennootschapscontract door een Antwerpse notaris verlijden. Uit de akte kan worden afgeleid dat ze bij de centrale regering al een verzoekschrift tot het verwerven van een bepaald privilege of octrooi hadden ingediend. Hun doel was om voor de duur van tien jaar een voorrecht te bemachtigen ten aanzien van de constructie van openbare werken, zoals havens en fortificaties, in het gebied dat viel onder de jurisdictie van de majeste imperiale. Ten tijde van de oprichting van de vennootschap waren ze nog in hoopvolle afwachting op een antwoord (ilz esperent de obtenir de ladicte imperiale majeste). Alle drie de partners zouden een gelijk aandeel hebben in de winsten en kosten. Voor het doen slagen van de vennootschap was de kennis en ervaring van Domingo onmisbaar. Het privilege beschermde de vennootschap niet alleen tegen concurrentie, het zorgde er ook voor dat ze de specifieke kennis niet met derden hoefden te delen en zo geheim konden houden.
Dit voorbeeld maakt duidelijk dat vennootschappen zich nadrukkelijk niet beperkten tot handel, dat wil zeggen het im- en/of exporten van goederen die vervolgens weer werden doorverkocht. Integendeel, een vennootschap was bij uitstek een geschikt middel voor het accumuleren van kapitaal waarmee dan vervolgens en winkel, een manufactuur of een andere onderneming kon worden opgestart. In dit verband was het hebben van een privilege in de vorm van een octrooi een handig juridisch instrument om ongewenste verspreiding van waardevolle kennis tegen te gaan. Een ondernemer wilde immers voorkomen dat anderen met zijn ideeën aan de haal zouden gaan. Echter, het aanvragen van een octrooi was zeker niet de enige optie die men tot zijn beschikking had. Verschillende clausules in een vennootschapscontract konden namelijk een soortgelijk doel dienen. Dit artikel gaat vanuit vennootschapsrechtelijk perspectief dieper in op de strategieën die ondernemers hanteerden ten aanzien van kennis en geheimhouding.