Sint-Maarten en Sinterklaas
In gesprek met Nele Buys
Auteur: Histories
In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
Nele Buys is geboren en getogen in Aalst en keek daar als kleine meid ieder jaar al lang voor 11 november uit naar de komst van Sint-Maarten. Jaren later stapte zij in het huwelijksbootje met Mike, die uit Denderleeuw komt. Anders dan Nele kreeg de kleine Mike jaar na jaar Sinterklaas op bezoek, en dat natuurlijk steevast op 6 december. Nele en Mike wonen tegenwoordig in Gent en hebben intussen 2 dochters van 4. Dat maakte LECA enorm benieuwd naar de geversheilige die vandaag aan hun deur klopt.
Sowieso aan Sint-Maarten. Omdat ik daar mee opgegroeid ben.
Sinterklaas. Omdat hij daar mee opgegroeid is.
Geen praktische… Maar leuk vind ik het niet. Voor mij is Sint-Maarten de ‘enige echte’, voor mijn man is dat Sinterklaas. Omdat ik als kind zelf nooit Sinterklaas gevierd heb, blijft hij voor mij een beetje een vreemde figuur waarmee ik mij niet verbonden voel. Hetzelfde geldt in de omgekeerde richting voor mijn man. Als je bedenkt dat ze er allebei hetzelfde uitzien, is dat wel een beetje gek – ook al weet ik natuurlijk dat het om twee verschillende tradities gaat. Waar ik nu woon, in Gent dus, speelt Sint-Maarten geen enkele rol. Dat knaagt toch wel een beetje, moet ik toegeven. Hier wordt enkel Sinterklaas gevierd, en de combinatie van alles samen heeft ertoe geleid dat Sinterklaas de geversheilige is die ook bij ons thuis passeert.
Als het aan mij ligt, dan zou de Sint – en als ik Sint zeg, bedoel ik dus altijd Sint-Maarten – ieder jaar op 11 november mogen komen in plaats van op 6 december. Op school in Aalst hebben we ooit eens uitleg gekregen over wie Sint-Maarten was en wie Sinterklaas. Het staat me nog bij dat in onmiddellijk veel sympathie had voor Sint-Maarten. In de Sint-Martinuskerk in Aalst hangt ook een schilderij, waarop de heilige afgebeeld staat terwijl hij zijn mantel in 2 snijdt… Voor mij is dat echt het verhaal dat ik met die naam verbind.
Bij ons thuis dus niet, maar wel bij oma en opa in Aalst. Daar brengt hij speelgoed, chocolade, speculaas en mandarijntjes.
In de nacht van 5 op 6 december brengt Sinterklaas thuis speelgoed, maar ook dezelfde soort zoetigheden als Sint-Maarten. Chocolade centjes en nic-nac’jes horen daar dan bij, en verder ook van die gekleurde gommetjes… Hoe heten die nu ook weer? In Aalst noemen we die alleszins ‘zjizjipkes’. De avond van tevoren zetten de kinderen uiteraard ook hun schoentje en leggen ze daar een wortel en suikerklontjes in. En ’s nachts worden die schoentjes dan gevuld, en liggen de snoepjes zelfs tot aan hun slaapkamer! (lacht)
Eigenlijk zijn ze nu nog te jong om hier al echt bij stil te staan. Ze stellen er momenteel ook niet zoveel vragen over. Voorlopig zijn ze gewoon blij dat ze speelgoed krijgen. Ze zijn nu natuurlijk nog maar 4 jaar, waardoor hun tijdsbesef nog helemaal anders is. Als er in Gent op straat een Sinterklaas voorbij komt, dan vinden ze het niet vreemd dat ze eerder al bij oma Sint-Maarten gevierd hebben. Ik kan me wel inbeelden dat die vragen er later zullen komen. Ik denk dat het dan zal lopen zoals in mijn kindertijd.
Toen ik klein was, was er eigenlijk ook al wel van alles te doen rond Sinterklaas: er waren speelgoedboekjes met hopen, hij kreeg aandacht op tv en hij was aanwezig op allerlei evenementen. Zelfs als Sint-Maarten al voorbij was, werd op tv nog gewoon gesproken over Sinterklaas. Ik vond dat toen helemaal niet raar. Wij spraken gewoon overSint-Maarten als dé Sint, en stonden er niet bij stil dat er een verschil was met Sinterklaas. En als iemand dat dan toch eens opmerkte, dan was daar ook altijd wel een uitleg voor: het waren broers van mekaar, of helpers… Voor mij voelde het dus ergens wel alsof dat één 1 en dezelfde figuur was, al kan ik dat niet zo goed verklaren. Het was gewoon zo: eerst was Sint-Maarten in het land, en als Sint-Maarten gepasseerd was, dan zagen wij ook nog wel eens de Sint op de tv. En dat was dan gewoon omdat de Sint nog niet rond was met zijn werk of zo… Het was zeker en vast geen ‘valse’. Ook een leuk gegeven: ik had 2 nichtjes in Gent en 2 in het Noorden van Frankrijk, maar ook voor hen kwam Sint-Maarten op 11 november, in het huis van onze oma. Sint-Maarten vierden wij altijd met een familiebijeenkomst, in het weekend voor of na 11 november. Tegen mijn Franse nichtjes spraken we trouwens over ‘Saint-Martin’. Geen idee eigenlijk hoe zij dat hebben opgevat. Waarschijnlijk waren ze net als ik gewoon blij met de cadeautjes…
Nee, daar zijn ze nog te jong voor. Ik denk ook niet dat ze ooit een voorkeur zullen ontwikkelen. Hoewel mijn man Sinterklaas de echte vindt, en ik Sint-Maarten, zou ik niet willen dat we onze kinderen zouden vertellen dat er maar 1 kan zijn. Ik ga hen zeggen dat in Aalst Sint-Maarten komt, en in Gent Sinterklaas, en dat ze toch wel geluk hebben dat oma en opa in Aalst wonen, want zo komen voor hen 2 sinten langs. Als mijn man hen zou proberen te vertellen dat Sint-Maarten ‘vals’ is, dan zou ik daar echt niet mee kunnen lachen (lacht). Ik zou hem trouwens verbieden om dat te zeggen. Was het nu zo geweest dat mijn man ook opgegroeid was met Sint-Maarten, dan denk ik dat ik wel zou voorgesteld hebben om die heilige te blijven vieren, zelfs al wonen we in Gent. Ik vraag me vaak af hoe andere ouders daarmee omgaan, als ze van Sint-Maarten- naar Sinterklaasgebied verhuizen. Ik neem aan dat Sint-Maarten zo wel kunnen uitzwermen, al zal de school uiteraard ook veel bepalen. Als je weet dat in de schoolomgeving de ene of de andere sint in de kijker wordt gezet, dan denk ik dat je je daar dan automatisch bij aansluit. Uiteindelijk is de school een omgeving waar je kinderen veel tijd doorbrengen en ze het voor het eerst zelf een sociaal netwerk opbouwen. Tradities spelen daarin een rol en geraken via dat geografisch gewortelde netwerk vervlochten met de nieuwe generaties.
Mijn ouders blijven Sint-Maarten vieren en die van mijn man Sinterklaas. Denderleeuw ligt vlak naast Aalst, maar Aalst is een stad en dat zorgt al gauw voor meer evenementen rond de sint. Mijn schoonouders zijn al eens samen met mijn dochters naar Aalst gekomen op 11 november om mee Sint-Maarten te vieren, zelfs al vieren zij zelf de andere Sint. In feite loopt het dus allemaal zo’n beetje door mekaar… Ik denk er ook nu pas aan dat er in alle liedjes sprake is van Sinterklaas, en dat ik daar als kind echt geen probleem in zag. Sinterklaas sloeg dan gewoon ook op Sint-Maarten. Als kind gebruikte ik die namen dus door elkaar, ook al zie ik ze nu duidelijk als 2 verschillende. Voor Sint-Nikolaas daarentegen gaat dat niet op. Dat is al helemaal een vreemde voor mij , iemand waar ik nog minder affiniteit mee heb! Sint-Niklaas kan echt nooit een aanduiding zijn voor Sint-Maarten. Maar dat is allicht gewoon een erg persoonlijke interpretatie… Ingewikkeld, hé! (lacht)
Dankjewel voor het gesprek!
Dit interview werd afgenomen in november 2013 door LECA (Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag). De werking van LECA maakt sinds 1 januari 2019 onderdeel uit van Histories. |