Reuzenbouw meets carnavalstechniek: koppensnijden
In gesprek met Gert Schatteman
In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
In Aalst kan je sinds 2014 cursussen volgen aan de Carnavalsacademie. Histories sprak met Gert Schatteman. Hij is gespecialiseerd in het snijden van koppen voor figuren die verschijnen in carnavalsstoeten en andere feestelijkheden. Waarom hij dat doet en hoe dat precies in zijn werk gaat, kan je hieronder lezen.>
Ontdek de Carnavalsacademie via hun site.
Ik ben Gert Schatteman en ik woon en werk in Aalst. Ik werk aan de Academie voor Podiumkunsten in Aalst. Na mijn uren ben ik als sculpteur actief aan de Carnavalsacademie van de stad. Daar geef ik workshops koppensnijden in piepschuim voor beginners en gevorderden.
Dat is gegroeid uit de jeugdbeweging waarin ik vroeger zat. In 1987 hadden we voor de eerste keer met een groepje vrienden meegelopen in de carnavalsstoet van Aalst. Dat vonden we wel leuk, dus het jaar erna hadden we officieel deelgenomen. We zijn toen halsoverkop beginnen snijden in een blok piepschuim om een hoofd te maken. We wisten niet echt hoe dat moest en het was een uitdaging om kennis te vinden over hoe je dat moest doen. Uiteindelijk zijn we er toch in geslaagd. Tot op vandaag ben ik verder blijven snijden.
Ik vond al lang dat de technische kennis van het snijden verloren aan het gaan was. Ik besefte dat in 1987 al, omdat ik niemand vond die mij uitleg kon geven. Daarom was ik in 2014 blij om te horen dat er een initiatief kwam om die kennis door te geven. Aan de Carnavalsacademie leer je nu snijden, patronen tekenen, creëren. Het zijn technieken die niet alleen handig zijn voor carnavalsgroepen, maar ook voor andere soorten verenigingen.
Je leert niet alleen een praktijk, je krijgt ook het zelfvertrouwen om die uit te voeren. Ik krijg jong en oud te zien in mijn atelier. Velen hadden schrik om eraan te beginnen, omdat ze bang waren om fouten te maken. Ik hoop hen vooral aan te leren dat je fouten moet maken, anders leer je nooit iets bij.
Mijn voorkeur gaat uit naar dat materiaal omdat het heel licht, sterk en vormelijk is. Het is uitstekend om gezichten mee te maken. Ik werk dat dan af met papier-maché, dus aan de buitenkant zie je niet dat het uit piepschuim gemaakt is. Daarna kan je ervoor kiezen om het hoofd nog te versterken met hout of ijzer. Eigenlijk zijn de koppen een mengelmoes aan materialen. Vaak associeert men piepschuim met carnavaleske, karikaturale koppen. Eigenlijk is dat voor veel meer bruikbaar. Het is een veelzijdig materiaal dat overal, ook in de reuzenwereld, ingezet kan worden.
Vroeger, voordat de ‘piepschuimkop’ bekend was bij carnavalsverenigingen, maakte men koppen uit kippengaas. Die werden dan in verschillende lagen bedekt met papier-maché. Daarnaast kan je het hoofd ook in polyester maken. Dat kost dan wel meer en je hebt er ook meer tijd voor nodig. Het is ook een mogelijkheid om je piepschuim te gaan bestrijken met polyester, maar dan loop je het risico dat de details van het gezicht wat verdwijnen.
Ik denk dat we nu op een punt zitten waar er nog weinig moeilijkheden zijn om een kop te maken. De grootste uitdaging is nog steeds zorgen dat je kop lijkt op wie het moet voorstellen. Het overzetten van een 2D tekening naar een 3D model is wel iets waar velen over vallen. Maar oefening baart kunst, natuurlijk. Koppen snijden is zoals fietsen. Iedereen kan leren fietsen, maar om de Mont Ventoux op te fietsen, moet je trainen. Zo kan ik iedereen de techniek wel aanleren, maar je moet blijven oefenen om het onder de knie te krijgen.
Leer zoveel mogelijk, zodat je in de toekomst zelfredzaam bent. Ik geef mijn cursussen om de technieken door te geven, zodat verenigingen makkelijker kunnen overleven op zichzelf. Neem initiatief en schrijf je in voor cursussen, spreek mensen aan en blijf niet bij de pakken zitten.
Dankjewel voor het gesprek!
De afbeeldingen van de reuzenhoofden zijn van Gert.
Dit interview werd afgenomen in kader van het project ‘Focus Vakmanschap’.