Nijlense reuzen in het nieuw
In gesprek met Bieke Balus en Lieve Cambré

In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
De Nijlense reuzenfamilie telt vier reuzen. Na jaren stof vergaren, waagt een groep enthousiastelingen zich aan het opwaarderen van deze grote vrienden. Met de steun van de gemeente Nijlen gaan ze aan de slag en zetten ze in op de restauratie van de reuzen. Daarnaast organiseren ze een groots publieksevenement om de Nijlense reuzen weer in hun glorie te herstellen en ze terug te herintroduceren in de lokale gemeenschap. Bieke Balus en Lieve Cambré lichten toe hoe ze dat hebben aangepakt.
Bieke: Ik ben Bieke en ik werk voor de gemeente Nijlen, waar ik vooral culturele initiatieven opvolg. Ik maak zelf geen deel uit van een reuzenvereniging maar ik sta wel heel dicht bij de vrijwilligers die wel met reuzen bezig zijn.
Lieve (valt in): In Nijlen is het de gewoonte om binnen de cultuurraad projecten op te zetten die gedragen worden door vrijwilligers. De cultuurraad en de mensen die in het verenigingsleven zitten, trekken dat project. Bieke coördineert dan het project en zorgt voor de link tussen de cultuurraad, de betrokken vrijwilligers en de gemeente.
Bieke (beaamt): Klopt, een link met reuzen specifiek had ik voor het project nog niet. Ondertussen heb ik die band wel. We hebben intens rond het project gewerkt en dat doet wel heel veel.
Lieve: Eigenlijk niet, ik ben lid van het bestuur van de cultuurraad, in de afdeling beeldende kunsten. Intussen heb ik me ook ruimer geëngageerd om aan lokale (erfgoed)projecten mee te werken. Ik zit intussen in die projecten-flow. Als ze me vragen voor iets nieuws zeg ik altijd ‘ja’, want het is toch altijd weer boeiend!
Van die reuzen wisten we wel dat ze bestonden, maar zonder veel meer. Ze stonden ergens stof te vangen en verkeerden intussen in slechte staat. Er ontstond de zin om iets met die reuzen te doen en daar is dan een project uit gekomen. Dat bestond enerzijds uit het restaureren van de vier Nijlense reuzen en anderzijds het opnieuw kenbaar maken in Nijlen en omstreken via een publieksevenement. Dat project was er niet vanaf de eerste dag. Het is stilaan gegroeid en ineens zit je op een trein waar je niet meer af kunt. (lacht)
Lieve: We werken altijd volgens dezelfde manier. Er is een kerngroep en iedereen heeft daarin zijn eigen specialiteiten en talenten. Sonja trekt het naaiteam bij elk project , Eddy is de man van de techniek… verder wordt ook gezocht naar nog meer helpende handen. Dat werkt echt heel goed, zeker omdat we ook inspelen op wat er nodig is. Hier zijn we gestart met de restauratie van de reuzen en dan bleek het zoeken wat er precies moest gebeuren. Er is gewerkt aan de anatomie van de reuzen, de hoofden, het haar en de handen. Ook de kleding werd aangepakt. We hebben er veel werk in gestoken. Ik trok wat harder aan de kar omdat ik als gepensioneerde meer tijd had. Maar het was een fijne wisselwerking tussen iedereen die is komen helpen!
Lieve: Ik had een persoonlijke voorkeur om me met de handen van de reuzen bezig te houden, want het trok op niets hoe ze erbij hingen voor de restauratie. Door mijn achtergrond en ervaring in de academie (tekenen, schilderen, beeldhouwen…) kon ik daar wel iets mee en ben ik aan de slag gegaan om de handen te restaureren. Specifiek leren hoe je reuzenhanden moest maken doe je niet in de academie, maar je leert wel technieken en zoeken naar materialen. Het is net dat dat me heel erg boeit en dat heb ik dus ook goed kunnen toepassen in het restauratieproject.
Bieke: Dat was voor ons een makkelijke keuze. De optie om nieuwe reuzen bouwen hebben we maar vluchtig onderzocht, vooral dan voor de hoofden. Al snel kwamen we tot de conclusie dat iets nieuw ook heel veel geld kost. Geld dat niet voorhanden was voor dit project. Daarnaast wilden we sowieso ook wel het verhaal van de reuzen en hun link met Nijlen die teruggaat tot de jaren ‘70 bewaren. Dat was voor de gemeente een belangrijk aspect om mee dit project te ondersteunen. ‘Wie zijn nu die reuzen van Nijlen?’ Die vraag leefde wel bij de inwoners van Nijlen en daar wilden we op inspelen. We hebben het originele verhaal, de reuzen die symbool staan voor de fusie van drie gemeenten tot Nijlen, opgesmukt door een huwelijk te organiseren tussen reus Nillus en reuzin Kessela. Het reuzenfeest en de restauratie van de reuzen is voor ons een manier om dat verhaal te vertellen en daar dan op verder te bouwen. Nieuwe reuzen hebben dus eigenlijk nooit echt concreet op tafel gelegen.
Lieve (vult aan): Het is dankzij die oude reuzen dat we in een reuzenproject gestapt zijn. Zonder die reuzen zou niemand nu op het idee zijn gekomen om een reus te maken. De geschiedenis van die reuzen is bovendien ook belangrijk om een verbindend project rond te maken voor de lokale gemeenschap. Voor ons was het project nooit alleen maar gericht op de reuzen zelf. Dat zijn objecten die restauratie nodig hadden, maar daar bleef het voor ons niet bij. We hebben echt de focus gelegd op het verhaal van de reuzen en dat werkt echt heel goed. Het leeft intussen echt in Nijlen!
Een kleine anekdote: er kwam een meisje de kerk binnen tijdens de restauratie omdat ze haar kleedje moest passen dat ze ging dragen in de stoet. Haar enthousiasme was enorm en ze wees de reuzen aan en noemde ze bij naam. ‘Dat is Hoeberke, en dat is Kessela… want we hebben daar toets over gehad!’ Dat toont dat ze er echt rond gewerkt hadden op school en dat was eigenlijk onze ultieme droom. Kinderen aan de slag zien gaan met onze educatieve bundel was wat we echt hoopten dat er zou gebeuren. De kleurplaten die ze kregen sieren nu de vitrine in het stadhuis, dat is echt zalig om te zien! Vooral omdat er ook echt mensen naar komen kijken. Voor ons is dat ook de bevestiging van ons doel. We wilden de reuzen niet restaureren om ze dan teug te stockeren. Ze moesten echt weer onder de mensen komen.
Lieve: Nee, absoluut niet. We spreken intussen wel over ‘onze’ reuzen, zoals onze Nillus en ons Kessela bijvoorbeeld (beide lachen). Je zit in een familie en die horen daarbij, maar ik vind mezelf geen reuzenbouwer. Intussen zijn er stappen gezet om een reuzengilde op te richten en moesten die nu ooit zeggen dat ze nog een reus willen maken, dan wil ik daar wel aan meehelpen. Maar een echte reuzenmaker vind ik mezelf niet. Ik vind niet dat het reuzenvakmanschap bestaat, er zijn geen handleidingen of duidelijke richtlijnen. Het komt er dus op aan om te gaan uitzoeken wat er werkt en wat niet.
Ook in onze groep reuzen zijn er verschillende reuzen. Hoeberke, de jongste, is gemaakt uit aluminium en de drie andere reuzen zijn uit bamboe gemaakt. In Lier, tijdens de Groote Zondag, maakten we kennis met rugzakreusjes, die kan je eenvoudigweg mee op je rug nemen. Ze zijn dan natuurlijk niet zo groot, maar wel praktischer. Door dat te zien, begint het nadenken. Je doet inspiratie op en vraagt je af of wij ook niet die richting uit zouden kunnen gaan als we nog een reus zouden maken. Gewoon omdat het technisch handiger en gemakkelijker is om uit te voeren. Het is daarnaast ook leuk om de historische reus Goliath te zien en hoe die gemaakt is. Impressionant, maar ook loodzwaar om mee rond te lopen.
We zagen de verschillen in maakproces ook goed bij de reuzen die tijdens ons evenement op bezoek waren. Niemand zegt hoe je een reus precies moet maken en dat is net het boeiende eraan.
Lieve: Goh, we hebben veel geëxperimenteerd maar iets dat absoluut niet werkt, kan ik niet meteen bedenken. Over de handen kan ik wel opmerken dat ze vrij fragiel zijn. Er was recent al een duim afgebroken bijvoorbeeld. Niet verwonderlijk, want die vingers zijn makkelijk om de handen aan vast te nemen. We hebben dus geleerd dat dat eigenlijk niet mag. Ook bij het dansen, waarbij de armen in het rond vliegen, is het opletten geblazen. Die handen zwieren immers in het rond en durven al eens schade op te lopen als ze ergens tegen botsen.
Daar is op zich een oplossing voor, door ze bijvoorbeeld in polyester te maken. Dat is duurzamer, maar dat is ook vies en vuil om mee te werken. Ik heb het afgezworen omdat het zo ongezond is. Maar het zou wel de oplossing kunnen zijn om ze robuuster te maken. Wat ook zou helpen, is om ze vast te maken aan het lijf. Zo zwieren ze minder, maar dat heeft dan als gevolg dat er andere kledij moet worden gemaakt. Het is dus rekening houden met de verschillende stappen die bij het maken van een reus komen kijken. Nu, al bij al, zijn de handen goed meegevallen, maar er zal goed zorg voor gedragen moeten worden.
Lieve: Ja, toch wel. Ik wilde vooral niet dat de handen te steriel waren. Het mochten geen poppenhanden worden. Als je ze van dichtbij ziet, zie je ook de bulten en oneffenheden. Dat leeft veel meer dan dat je een stijf afgietsel van een hand zou maken. Zo’n gladde handen zouden ook niet gepast hebben bij de stijl van de reuzen, zeker omdat hun gezichten ook niet zo fijn afgewerkt zijn.
Lieve: Goh, we hebben online gezocht naar informatie, maar dat viel tegen. Gelukkig zijn we een creatieve groep. We hebben vooral zelf veel geëxperimenteerd. Om het project voor te bereiden, hebben we wel contact gehad met de Gezellen in Lier. Van hen mochten we een oefenreus lenen. Op die manier konden we de draagstructuren van de reuzen zien, heel leerrijk! We hebben dan zo’n gelijkaardig systeem ook in onze reuzen geïnstalleerd. Praktisch zien hoe een reus in elkaar zat, bleek een meerwaarde. Veel meer dan een tekening in een boek.
Bieke: Doordat we deel uitmaken van het grotere filmproject, werden we ook uitgenodigd op de lerende netwerkmomenten. We vonden het fijn om die uitnodigen te krijgen. Het project, zeker in combinatie met de voorbereiding van het publieksmoment, vroeg echter zoveel van ons; waardoor we niet echt de ruimte hadden om daar ook op aan te sluiten. Daarnaast is het ook niet te onderschatten hoeveel engagement zo’n project vraagt. Dat combineren met een gezin of een job, is geen eenvoudige puzzel. Intussen zien we wel een duurzaam vervolg van het project in de vorm van een reuzengilde. Die is nu nog in de opstartfase, maar het behoort zeker tot de mogelijkheden om lid te worden van Reuzen in Vlaanderen en de contacten met andere reuzenverenigingen verder uit te bouwen.
Bieke: we hadden dat vooral wel gehoopt, maar we wisten niet zeker of de bevolking de reuzen weer in hun armen zou sluiten. Het was een beetje een sprong in het diepe, maar het was een echt succes, zeker het publieksmoment. Heel wat factoren speelden in ons voordeel. Het was mooi weer en we hadden ook gastreuzen van andere gemeenten uitgenodigd. Dat zorgde wel voor toeschouwers van buiten Nijlen ook. Verder was er een tv-spotje dat de week vooraf op RTV is uitgezonden … dat zorgde ervoor dat we alles bij elkaar op piekmomenten toch wel 4500 bezoekers hadden!
Het doel van het evenement was om het verhaal van de reuzen naar buiten te brengen en Nijlen terug op de kaart te zetten. In dat opzet zijn we wel geslaagd. Het is ook de start om er verder mee te gaan. Ik denk wel dat de lokale bevolking geprikkeld is om nu ook naar andere reuzenevenementen te komen. We hebben er alleszins alles aan gedaan om ze te bereiken en te enthousiasmeren. We zijn alleszins ook gemotiveerd om het reuzenverhaal hier in onze gemeente niet los te laten en er verder mee aan de slag te gaan!
Lieve: Mensen die nu nog niet weten dat Nijlen reuzen heeft, die mogen onder hun steen blijven zitten. (lacht)
Bieke: Voor het goed beheer van de reuzen zelf is er momenteel een reuzengilde in de maak, ontstaan uit het enthousiasme van een aantal mensen rond het publieksevenement. Er is nu al een opstartende vergadering geweest voor het uitwerken van een gilde met jaarlijkse steun van de gemeente om zich over de reuzen te ontfermen. Zo voorkomen we dat ze opnieuw onder het stof terecht komen. De onderhoudskosten kunnen hiermee gedekt worden, evenals vervoer om de reuzen de mogelijkheid te geven om naar buiten te komen. De vereniging zal een vzw worden en dus los werken van de gemeente. Op die manier kunnen ze erkend worden als de cultuurraad en zo subsidies aanvragen. De gilde broedt al voorzichtig op plannen om weer wat groots te doen rond de reuzen in de toekomst. Verdere contacten met andere reuzenfamilies behoren tot de mogelijkheden. Na ons evenement, waarop ook andere reuzen uitgenodigd waren, zijn we uitgenodigd om bij andere stoeten aanwezig te zijn. Aanbiedingen die we absoluut overwegen! We hebben de smaak te pakken.
Sowieso zijn we er ook in geslaagd om de scholen mee te nemen in ons project en zo het reuzenerfgoed in de klas te brengen door middel van onze educatieve bundel. Het succes daarvan werkt bovendien inspirerend en we overwegen om dit voor andere erfgoedthema’s uit de streek, zoals diamant, ook te doen.
Lieve: Ik vond het interessant dat men dat interessant vindt (lacht). Het was voor ons ook zoeken in ons maakproces. Dat er dan erkenning komt voor hoe wij dat hebben aangepakt door het in beeld te brengen, is fijn. Ik heb het filmen nooit storend gevonden. Ik vind het ook een fijn idee dat mensen die zelf zoekende zijn hoe ze zo’n handen kunnen maken, misschien geholpen zijn met mijn werk, dat nu breed gedeeld wordt.
Het is ook boeiend dat het zichtbaar wordt hoe mensen bepaalde dingen hebben aangepakt. Ik weet bijvoorbeeld niet hoe ik een reuzenhoofd zou moeten maken. Ik heb mijn eigen achtergrond en zou dat wel kunnen doen zoals ik ook de handen van de Nijlense reuzen heb gemaakt. Toch is het interessant om te zien hoe anderen, meer ervaren bouwers dat aanpakken. Niet noodzakelijk om het te kopiëren, want elke reus is anders, maar je kan ideeën opdoen. Uiteindelijk werk je op je eigen manier en met de middelen die je zelf ter beschikking hebt.
Lieve: Geen schrik hebben, gewoon proberen. Trial and error. Doordat er zoveel manieren zijn, kan je gewoon proberen en dan leer je vanzelf wel wat werkt en wat niet.
Bieke: Om de angst weg te nemen rond budgetten, bij ons blijkt duidelijk dat de restauratie van reuzen niet duur hoeft te zijn. Het bedrag dat we hebben aangesproken om de restauratie uit te voeren was 1650 euro. Met de kosten van het naaiatelier erbij zitten we aan net geen 3000 euro. We hebben wel het geluk gehad dat we konden werken met materiaal dat mensen thuis nog hadden liggen. Dan nog valt dat bedrag heel goed mee, zeker omdat het over 4 reuzen gaat. Het is echt mogelijk om met een kleiner budget aan de slag te gaan, zeker als je de juiste mensen kan mobiliseren die zich willen engageren en ook creatief zijn. Zo kan je echt veel met weinig!
En wat ik ook graag meegeef, is dat het loont om participatief te werken. Bij het uitzoeken van het wat en hoe zijn we in onze kleine kerngroep gebleven, maar daarnaast zijn we ook echt naar buiten gekomen met verschillende initiatieven. Voorbeelden daarvan zijn de educatieve bundel, reuzen op bezoek bij evenementen, reuzen die gaan logeren in het woonzorgcentrum…Hierdoor hebben we echt wel het merendeel van de lokale bevolking meegekregen in ons reuzenverhaal. Het is heel mooi om te zien hoe die reuzen intussen leven binnen Nijlen en dat geeft veel voldoening aan de betrokkenen bij het project.
Dankjewel voor het gesprek!
Afbeelding banner © Histories
Dit interview werd afgenomen in kader van het project ‘Focus Vakmanschap’.