Vasten tijdens de Ramadan
In gesprek met Assia Azirar
Auteur: Histories
In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
Sinds 6 juni zijn wereldwijd miljoenen moslims aan het vasten. Dat doen ze een maand lang omdat het Ramadan is. Ook Assia Azirar neemt aan deze vastenperiode deel. Assia is onthaalouder en zelf moeder van twee kinderen. Ze is geboren en getogen in Antwerpen en heeft Marokkaanse roots. Sinds haar huwelijk woont ze al een paar jaar in Sint-Amandsberg bij Gent. Histories mocht bij Assia langs en had met haar een lange babbel over wat de Ramadan voor haar betekent.
Foto's, in volgorde: Assia Azirar en Ramadankalender © Rebecca Johr, Dadels en melk © Looi, gebedsdienst bij de moskee en familiemaaltijd tijdens Suikerfeest (Houthalen, 2010) © Nick Hannes (in: Volkskunde Vlaanderen, Tradities, Davidsfonds, 2011)
Interview: Rebecca Johr
De Ramadan, dat is de heilige maand. We verdiepen ons dan nog eens in het geloof en we bidden nog aandachtiger. Zelf lees ik nu heel veel in de boeken over de islam en de Koran. Wat de Ramadan extra mooi maakt, is dat het een maand van samenzijn is: de familie komt heel vaak bijeen. We proberen bijvoorbeeld zo veel mogelijk samen te eten, al kan dat op weekdagen soms wat moeilijk zijn wegens werk en school of omdat de kindjes vroeg gaan slapen. Tijdens de Ramadan is iedereen ook de hele dag vriendelijk en goedgezind; niemand loopt rond met een zuur gezicht. Zodra je ergens binnenkomt, voel je een bijzondere sfeer hangen. Bij grote gezinnen ruik je de soep bijvoorbeeld al aan de voordeur en staan er altijd dadels klaar. Dat vind ik echt tof.
We staan rond 3u op. Dan eten wij iets en bidden we. Daarna ga ik terug naar bed. Ik slaap dan meestal erg goed, dat is een heel fijn gevoel. En verder verloopt de dag grotendeels normaal. ’s Ochtens gaat mijn man naar zijn werk en breng ik de kinderen naar school en zo. Overdag wordt er wel gebeden. Rond 22u ’s avonds ‘breken’ we de vasten: dan mogen we weer eten en bidden we. Na het eten loop ik meestal nog een beetje rond: als ik meteen ga slapen, krijg ik last van mijn maag. En rond 3u staan wij dan we opnieuw op om te eten en te bidden.
In principe is de Ramadan voor alle gelovige volwassenen. Meevasten is pas verplicht als meisjes en jongens volwassen worden, daarvoor is het vrije keuze. De meeste kinderen eten dus hun warme maaltijd en tussendoortjes zoals anders. En ook bij de volwassenen zijn er uitzonderingen. Je moet eigenlijk naar je lichaam luisteren. Zo mogen ouderen, zieken en zwangere niet vasten. Iemand die bijvoorbeeld diabetes heeft, moet echt eten. Voor elke dag waarop ze gegeten hebben, geven deze mensen na de Ramadan een bedrag aan de moskee. Dat geld wordt dan gebruikt om armen te helpen of kosten aan de moskee te betalen. Ook vrouwen die hun menstruatie hebben, kunnen niet meedoen. Zij mogen niet bidden of vasten. Op de laatste dag van haar maandstonden moet een vrouw een ‘grote wassing’ doen. Dat wil zeggen dat je je ritueel proper maakt: bijv. eerst drie keer de ene arm, dan drie keer de andere, daarna de benen, achter je oren enzovoort. De dagen die een vrouw door haar maandstonden gemist heeft, moet ze na de Ramadan wel inhalen. Dat kan tot aan de volgende Ramadan. De inhaaldagen hoeven elkaar niet op te volgen: spreiden kan ook. Maar als je de gemiste dagen niet inhaalt, dan is de hele Ramadan eigenlijk voor niks geweest.
Nee, eigenlijk niet. Na een paar dagen went het. Je lichaam wordt het snel gewoon. Allé, het mijne toch hé. En dan is het een gewoonte. Het zijn soms wel vermoeiende dagen, dat wel. Want ja, onze routine is plots helemaal anders, of toch zeker wat eten betreft.
Nee, zo gaat het niet! We hebben daar een kalender voor. Die krijgen we van de moskee. Daarop staan alle uren van het gebed, en ook wanneer je dus mag eten. Toch wachten we dan altijd nog heel even: als er bijvoorbeeld om 22u06 op de kalender staat, dan rekenen we daar voor de zekerheid nog 3 minuten bij en beginnen we pas te eten om 22u09. Zo eten we zeker niet te vroeg. Dat is belangrijk, omdat je anders een hele dag voor niets hebt gevast.
In principe mag je alles eten tijdens de Ramadan, ook couscous en vlees bijvoorbeeld. In mijn familie doen we dat wel niet vaak, omdat vleesgerechten erg zwaar zijn en daardoor niet zo geschikt voor laat op de avond. Willen we toch iets anders, dan kiezen we voor kipfilet, of soms voor vis. De meeste mensen eten ’s avond eerst soep en dan een warm gerecht. Daarna zijn er nog dadels of zoet gebak. Bij mijn moeder thuis hebben we vroeger altijd zo gegeten. Zij stond daarvoor wel echt heel lang in de keuken. Meestal maakte ze dan ook voor iedereen iets speciaals klaar. Als ik bijvoorbeeld iets niet lekker vond, dan kookte ze nog een apart gerecht extra. Als het geen Ramadan was, moest iedereen eten wat de pot schaft. Maar tijdens de Ramadan dacht ze: ‘Ok, ze heeft nu een hele dag gevast, daarom maak ik voor haar iets bij.
Nee, helemaal niet! Mijn moeder kookte meestal Marokkaans en zelf kan ik dat niet zo goed. Ik ben er eigenlijk ook een beetje op uitgekeken, omdat ik het in mijn jeugd zo vaak heb gegeten. Daarom probeer ik tijdens het jaar veel te variëren: dan maak ik de ene dag bijvoorbeeld rijst en curry en de dag nadien Belgische kost, zoals stoverij of zo. Dat is echt mijn ding en mijn man is er ook helemaal verzot op. Ideaal, dus! Tijdens de Ramadan houd ik het altijd zo simpel en luchtig mogelijk, omdat we pas laat eten. Ik hou er ook niet van om mij een hele dag in de keuken te staan uitsloven. Gewoonlijk begin ik om 21u te koken, als de kinderen al in bed liggen. Meestal zorg ik voor een simpele soep met wat groenten erin. Veel mensen eten daar deegwaren of pasta bij, maar ik dus niet. Soms maak ik ook andere dingen, die ik nog niet eerder heb uitgeprobeerd. In de Ramadan heb je vanzelf meer zin in van alles, waardoor je anders kookt dan tijdens het jaar. Ik vind het sowieso ook belangrijk om voldoende vitaminen binnen te krijgen. Daarom maak ik nu veel smoothies klaar. Anders doe ik dat niet zo vaak, ik vind het wat te veel werk. Maar nu is zo’n smoothie ideaal: fruit heb ik altijd in huis en er is veel variatie mogelijk. Wat ik verder nog heb staan? Dadels natuurlijk! Die horen er altijd bij. Onze profeet verbrak zijn vasten namelijk met dadels en melk. Zelf laat ik de melk wel achterwege: die vind ik niet lekker.
Nee. Om 3u eet ik meestal fruit en drink ik heel veel water. Dat vult erg goed. Daarna probeer ik ook nog wat yoghurt of een banaan naar binnen te werken. Doe ik dat niet, dan heb ik daar ’s ochtends al spijt van. ’s Nachts nemen we sowieso geen warme maaltijd: mijn man en ik krijgen die dan echt niet door onze keel. Ik denk eigenlijk dat er om 3u niemand nog staat te koken. In de plaats daarvan slapen we liever wat meer.
Ja, dan loopt de vastenperiode af. Als het bijvoorbeeld morgen Suikerfeest zou zijn, dan is vandaag de laatste dag dat wij vasten. Vanaf 22u mogen we doen en laten wat we willen (lacht). We hoeven dus ’s nacht niet meer eten, al proberen we op Suikerfeest wel vroeg op te staan. Zo hebben we meer tijd om Suikerfeest te vieren. Dit jaar is dat op 5 juli (2016).
Het is vooral een dag van samenkomen, van bij elkaar zijn. In de ochtend ga je meestal naar de moskee voor het gebed. En daarna gaat iedereen bij zo veel mogelijk familie en vrienden langs, het maakt niet uit bij wie. We kloppen dan aan, kussen of omhelzen elkaar en wensen elkaar ‘Ramadan Moubarak’. Met die wens feliciteer je elkaar eigenlijk. De achterliggende gedachte is: ‘Hey, we hebben het gedaan, we hebben het gehaald. We hebben het overleefd!’ (lacht) Dit jaar kan mijn man jammer genoeg niet meteen met ons mee vieren: hij moet werken en kan geen dag vrij krijgen. Gelukkig is hij tegen 16u thuis en dan blijft er nog genoeg tijd over om samen veel dingen te doen. Overal waar je gaat, is er thee of koffie en zoet gebak. En de kinderen worden hard verwend! Zij krijgen van iedereen heel veel zoets: een zak snoep of een lolly. Eigenlijk vind ik al dat snoepen niet zo goed. Soms geven mensen ook geld aan de kleintjes of mogen ze ’s morgens cadeautjes open maken. Dat is omdat we echt heel blij zijn dat het Suikerfeest is, en zo worden de kindjes ook bij het feest betrokken.
Ik geef zelf geen geschenken aan de kinderen in mijn familie, daarvoor zijn we met te veel. Op Suikerfeest dragen mijn kinderen sowieso wel nieuwe kleren. Daardoor voelen ze aan dat het een bijzondere dag is en leren ze iets bij over het feest. Ook volwassenen dragen dan vaak iets nieuws: we letten erop dat we deftig uitgedost zijn en er niet als een sloddervos bijlopen. Ik ga zelf zeker bij mijn moeder langs, en probeer dan ook iets vers van thuis mee te nemen, een cakeje of zo. Als ik daar de tijd voor vind, tenminste! (lacht).
Dankjewel voor het gesprek!
Dit interview werd afgenomen in juni 2016 door LECA (Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag). De werking van LECA maakt sinds 1 januari 2019 onderdeel uit van Histories. |