Het kermisbestaan
In gesprek met zeven forains
Auteur: Histories
In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.
Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.
Het Gentse Sint-Pietersplein ligt er verlaten bij. Na drie weken kermis is de laatste foorkramer vertrokken. De meesten zetten koers naar Kortrijk, waar de Paasfoor vanaf april weer op volle toeren draait. We strikten zeven forains voor een gesprek over ‘hun’ kermis. Al willen ze dat niet geweten hebben. Want de kermis, zo drukken ze ons op het hart, is van iedereen. Aan het woord zijn Frans Dupont (Kinderloterij), Christophe Badjou (Koordje-trek), Natacha Semay (Lunapark), René Lauwers (Poliep), Cecile Vanistendael (Cocktailbar), Gino Bodet (Lunapark) en Richie Bodet (Psychodelic).
Deze interviews kaderen in het erfgoedzorgtraject dat Histories (voorheen LECA) sinds 2013 aflegt met De Verdediging der Belgische Foorreizigers.
Richie Bodet: ‘Goh, ik kan mij eigenlijk geen leven voorstellen zonder de kermis. Ik ben gewoon om tussen het volk te zitten, muziek te horen, de kermis te voelen en te proeven.’ Marine Dotremont: ‘Ik heb nooit getwijfeld of ik wel op de kermis wou staan. Kermis dat is mijn ding, al kan ik moeilijk uitleggen waarom. Ik heb wel gestudeerd tot mijn achttiende. Zo kon ik bewust kiezen of ik wou blijven of niet. En ik bén gebleven. Sinds vorig jaar heb ik samen met mijn lief een eigen kraam. Een viskraam, iets waar ik altijd van heb gedroomd.’ Christophe Badjou: ‘Ik wou eigenlijk liever voetballer worden (lacht). Dat was mijn droom. Tot ik verliefd werd op een meisje uit mijn klas. Ze kwam van de kermis, al wist ik dat toen nog niet. Net als Marine is ze een Dotremont: kermis zit haar in het bloed. De Dotremonts staan al vijf generaties lang op de foor, iets anders doen was echt geen optie. Intussen ben ik mijn hart voor de tweede keer verloren. Aan de kermis, welteverstaan.’
Marine Dotremont: ‘In principe kan je dat gewoon kiezen. Je koopt een kraam, al dan niet met de bijhorende tournee. Maar in de praktijk nemen mensen vaak de attracties van hun ouders over. In veel kramen zit familiekapitaal. Zeker bij de grote attracties, anders is dat niet te doen.’
Frans Dupont: ‘Dat klopt, mijn vrouw en ik hebben onze kinderloterij zes jaar geleden van mijn ouders gekocht.’
Gino Bodet: ‘Mijn lunapark is nog van mijn grootmoeder geweest. Mijn ouders hebben het van haar overgenomen en ik van hen. Mijn zoon en dochter zijn nu rond de twintig en helpen intussen ook een handje mee in de zaak. Als een van hen straks de attractie voortzet, dan is ze dus al vier generaties in onze familie.’
Marine Dotremont: ‘Zelf heb ik altijd tegen mijn ouders gezegd: later wil ik een viskraam. Gewoon omdat ik daar zulke goede herinneringen aan heb. Als kind was er niets dat ik liever deed. Ik weet nog hoe het voelde om een cadeau te kiezen waar ik dan de rest van de dag gelukkig mee was. Ik denk dat dit voor alle kinderen zo is. Dat plezier, die spanning, daar doen we het voor.’
Christophe Badjou: ‘Mijn vrouw en ik hebben eerst twintig jaar met een visspel rondgereisd, maar enkele jaren geleden hebben we een koordje-trek en een kindervliegmolen gekocht. We hebben speciaal gekozen voor twee attracties die dezelfde route volgen, zodat we altijd samen kunnen slapen.’
Natacha Semay ‘Eigenlijk wel positief, want de kermis heeft een functie. Overal waar we komen, brengen we mensen samen. Zie het als een volksfeest in het midden van de stad. Je komt er mensen tegen die je al lang niet meer gezien hebt of je leert er anderen kennen. Hoeveel mensen hebben hun lief niet leren kennen op de foor? Kermis dat is muziek, licht en ambiance. Als die typische sfeer er niet meer zou zijn, dan is dat toch een gemis?’
Cecile Van Istendael ‘Tja, onze samenleving loopt toch een beetje tegen de verzuring aan. Een kermis heeft natuurlijk een impact op de gemeente. We komen in groep aan en we nemen nogal wat plaats in met onze woonwagens en attracties. We maken muziek en sommige parkings zijn tijdelijk niet meer beschikbaar. Vooral handelaars zijn daar niet gelukkig mee. Maar onze komst kan ook anders bekeken worden. Een paar weken lang kopen wij hier brood en vlees en onze andere boodschappen, of gaan we eten in de restaurants in de gemeente. We geven dus zelf ook een economische impuls aan de plaats waar we met onze attractie staan.’
Christophe Badjou ‘Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de kermis zal overleven. Ik hoor al van in het begin dat er geen toekomst meer zou zijn voor kermismensen. Maar kijk, we zijn twintig jaar later en we staan hier nog altijd! En volgens mij is het nog lang niet gedaan.’
Cecile Van Istendael ‘De crisis gaat natuurlijk niet aan de kermis voorbij, maar toch betekent dat niet dat er minder mensen komen. Mensen kijken een beetje uit en kopen wat minder. In principe kan je ook gewoon gratis op de foor rondlopen, hé. Je bepaalt zelf hoeveel je uitgeeft. Dat de mensen blijven komen, is voor mij het beste bewijs dat ze hier nog altijd graag zijn. En zolang dat het geval is, ziet onze toekomst er goed uit.’
Cecile Van Istendael: ‘Dat kermis erfgoed is, zit voor mij vooral in het feit dat de traditie doorgegeven wordt van generatie op generatie. Wij dragen zoveel geschiedenis met ons mee, dat is moeilijk uit te leggen.’
René Lauwers: ‘De kermis was vroeger de plaats waar mensen nieuwe dingen leerden kennen. De discotheken die zijn bijvoorbeeld bij ons ontstaan, en ook films werden hier voor het eerst vertoond. De eerste wafels, de eerste frieten: allemaal groot geworden op de kermis.’
Marine Dotremont: ‘De kermis past zich altijd aan, dat is waar. Die geschiedenis is belangrijk, maar voor mij is het belangrijkste dat de kermis mensen samenbrengt. Mensen komen met hun familie al eens wandelen op de foor, anderen gaan eerst eens goed gaan eten. Dat sociale aspect, dat is erfgoed voor mij. Het mag dan al ons beroep zijn: de kermis is van iedereen.’
Dankjewel voor het gesprek!
Dit interview werd afgenomen in april 2015 door LECA (Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag). De werking van LECA maakt sinds 1 januari 2019 onderdeel uit van Histories. |