Patrimoniumtaks

Aanpassing patrimoniumtaks voor vzw’s en private stichtingen

Sinds 1 januari 2024 is voor de berekening van de patrimoniumtaks een aangepaste regelgeving van kracht. Hou daar rekening mee wanneer je als vzw of private stichting dit jaar je aangifte doet. De deadline voor het indienen van de aangifte en het betalen van de taks valt zoals elk jaar op 31 maart. Het aangifteformulier vind je hier op de website van de FOD Financiën.

Wat is de patrimoniumtaks?

De patrimoniumtaks is een vermogensbelasting voor vzw’s en private stichtingen. De belasting wordt geheven op het geheel van bezittingen die je vzw of private stichting op 1 januari van het aanslagjaar in eigendom heeft en dit gewaardeerd aan verkoopwaarde.

Nieuwe regelgeving sinds dit jaar

Tot eind vorig jaar waren vzw’s en private stichtingen vrijgesteld van de jaarlijkse patrimoniumtaks wanneer het vermogen maximaal 25.000 euro bedroeg. Sinds 1 januari is dit bedrag opgetrokken tot 50.000 euro. Belangrijk is dat de vrijstelling van 50.000 euro eveneens een voetvrijstelling vormt. Belastingplichtigen die beschikken over een vermogen van meer dan 50.000 euro, zijn dus ook vrijgesteld voor dat deel van hun vermogen. Dat in tegenstelling tot het vroegere systeem, waar belastingplichtigen vanaf de eerste euro bezittingen patrimoniumtaks verschuldigd zijn zodra ze meer dan 25.000 euro bezittingen hebben.

Verder werd het – tot vorig jaar – vlakke tarief van 0,17 % omgezet naar een progressieve taxatie, variërend van 0,15 % tot 0,45 %. De nieuwe wetgeving zou voor vzw’s met een vermogen tot 346.514 euro een daling van de belasting betekenen.

Welke vzw’s zijn uitzonderingen?

Een beperkte lijst van vzw’s en stichtingen is in zijn geheel niet onderworpen aan de patrimoniumtaks. Bij andere die wel onderworpen zijn aan de patrimoniumtaks zijn er bezittingen die afgetrokken mogen worden van de belastbare grondslag. Zo worden culturele verenigingen slechts belast over 37,7 % van hun bezittingen indien ze genieten van de vrijstelling van btw zoals bedoeld in artikel 44, § 2, 9° van het Btw-Wetboek.

Dezelfde maatregel geldt voor patrimonium-vzw’s van culturele verenigingen mits zij minstens 75% van hun bezittingen ter beschikking stellen van culturele organisaties zoals bedoeld in artikel 44, § 2, 9° van het Btw-Wetboek voor de verwezenlijking van hun activiteiten. Daardoor zouden deze vzw’s geen negatieve impact ervaren van de nieuwe regelgeving.

Bijkomende informatie kan je vinden in de kennisbank van Cultuurloket.

Deze tekst kwam tot stand i.s.m. Hendrik Putman en Nele Steurbaut van KPMG Tax, Legal & Accountancy BV.