De voorbije maanden deed Silvia Lacatus stage bij Histories in het kader van haar opleiding. Als bachelorstudente Kunstwetenschappen & Archeologie (VUB) koos ze specifiek voor het project rond MEDEA.
Hoe kwam je bij ons terecht?
Ik hoorde voor de eerste keer van MEDEA in 2017, tijdens de lessen van het werkcollege archeologie: ik schreef toen voor dat vak een paper over een mesheftje, het handvat van een mes. Het belang van metaaldetectievondsten werd duidelijk naarmate ik de paper schreef. Het was voor mij een nieuwe wereld die openging. Ik wilde meer ontdekken en kreeg het idee om bij het MEDEA-project stage te volgen. Dat idee heb ik niet meer losgelaten. Ook met het oog op mijn bachelorpaper, die verder gaat op mesheftjes, leek het mij interessant om voor Histories te kiezen als stageplaats.
Wat hebben we je laten doen?
Ik werd er zoveel mogelijk behandeld als een deel van het team en heb daardoor een gevarieerd takenpakket gehad: deelnemen aan vergaderingen, contactmomenten met detectoristen, schrijven van blogposts en folders, werken met vondsten en meehelpen aan interessante projecten. Een van mijn grootste taken was het werken met metaaldetectievondsten. Ik mocht dergelijke vondsten registreren en invoeren in de MEDEA-databank. Het registreren gebeurde bij detectoristen thuis en in het depot van het agentschap Onroerend Erfgoed. Door de pandemie verhuisde het werk uitsluitend tot achter de computer en kwam er zo meer tijd vrij om classificaties toe te voegen bij de vondsten (dat vraagt namelijk veel opzoekingswerk). Verder kreeg ik ook de kans om de metaaldetectiewereld te leren. Dat gebeurde via contactmomenten met detectoristen en verenigingen. Tot slot mocht ik Historiescollega Maarten Larmuseau helpen aan een project rond DNA-onderzoek waarbij ik tandensamples nam van skeletten.
Wat heb je bij ons geleerd?
Alle activiteiten waar ik aan deelnam hadden een leerrijk aspect. De vergaderingen en het netwerken brachten me kennis bij omtrent communicatie met de verschillende actoren in de erfgoed- en metaaldetectiewereld en het functioneren in team. Het was ook zeer interessant om het bezoek van minister Matthias Diependaele aan het depot van Onroerend Erfgoed bij te wonen. Via het schrijven van blogposts en folders leerde ik onder andere bij over het aanmelden van vondsten in de CAI-databank, vondsten fotografie en dergelijke. Door het werken met vondsten kreeg ik een beter idee over de informatie die ze bevatten, hun belang voor de geschiedenis en besefte ik hoe ruim het arsenaal aan objecten kan zijn. Door het samplen van tanden, ten slotte, leerde ik een steriele en labo-achtige werkwijze aan.
In het algemeen heb ik ook de werking van Histories ontdekt, en in het bijzonder die van MEDEA, met de praktische organisatie en het dagdagelijkse verloop die erbij horen. Daarnaast kon ik mijn aangeleerde onderzoekvaardigheden en historische kennis in de praktijk inzetten, wat veel voldoening gaf. Tot slot heb ik meer zelfvertrouwen opgebouwd door mee te draaien in het echte werkveld en dit ook tot een goed eind te brengen.
Mijn dank gaat uit naar mijn stagebegeleider, de Histories collega’s en de medewerkers van Onroerend Erfgoed voor de begeleiding en de constructieve en aangename werksfeer.
Jij ook bedankt, Silvia!