In deze nieuwe reeks laat Histories verschillende mensen aan het woord over de invloed van de pandemie op hun erfgoedpraktijken. De eerste getuigenis komt van Steve Severeyns, foorkramer en erfgoedbezieler van de kermissector. Zowel op nationaal als internationaal niveau is hij actief bezig met het borgen van dit erfgoed.
Je beoefent het bijzondere beroep van foorkramer. Hoe ben je daarin gerold?
Ik ben een foorkramer van kleins af aan. Foorkramer zijn wordt doorgegeven van vader op zoon of van moeder op dochter. Het is iets dat al generatieslang wordt gedaan en dat was bij mij ook het geval. Vijftien jaar geleden heb ik de attractie van mijn ouders overgenomen. Zij stonden op de kermis met een rupsmolen. In de beginjaren was dat een oudere rupsmolen met een kap over en dan is dat geëvolueerd naar de modernste snellere molen waarvan het laatste exemplaar mijn ouders nieuw hebben laten maken. Het is die molen die ik heb overgenomen toen ik trouwde met Debbie. Zij is eveneens van jongs af aan bekend met het kermisleven: ze is afkomstig uit een Ierse circusfamilie. Samen hebben we intussen een dochter van 10 en ook zij proeft af en toe al mee van het leven op de foor en de werking achter de schermen.
Je zet je ook in voor de borging van het kermiserfgoed en de kermiscultuur, hoe doe je dat?
Sinds 2006 ben ik actief als nationaal secretaris in onze beroepsvereniging, de Verdediging der Belgische Foorreizigers. Zeven jaar geleden richtten we een kermiserfgoedcomité op om het borgen van de kermiscultuur actief te stimuleren. Ook op Europees niveau is er een kermisorganisatie, European Showmen’s Union (ESU), waarin ik zetel als secretaris. Die unie brengt 22 nationale organisaties uit 17 verschillende landen samen.
Er wordt al een aantal jaren gesensibiliseerd – zeker sinds de erkenning van de kermiscultuur als immaterieel erfgoed in Vlaanderen – om ook de andere aangesloten landen werk te laten maken van een erkenningsdossier. Landen zoals Frankrijk, Zweden en Finland staan intussen op hun nationale inventaris van immaterieel erfgoed en werken nu actief mee aan een gezamenlijk en multinationaal Unesco-dossier. Dit erkenningsdossier krijgt al mooi vorm en we hopen de aanvraag in te dienen in 2021.
Hoe heb je de impact van corona op je erfgoedwerking ervaren?
De impact op de kermis was bijzonder groot. Het culturele en Unesco-verhaal van de kermis wordt al enkele maanden overschaduwd door de coronacrisis. We hebben er de laatste tijd hard voor geijverd om de kermiscultuur zichtbaar te houden. Tijdens de lockdown hebben we in een aantal de steden solidariteitsacties opgezet. We bedankten bijvoorbeeld de zorgsector met gratis smoutebollen of doneerden extra tablets aan rusthuizen. Als kermis wilden we (nog steeds) mensen samenbrengen, en voor vreugde en plezier zorgen – ook in moeilijke tijden. Zo konden we hen steunen én de kermis niet laten vergeten. De kermis komt en gaat en veel mensen staan er niet bij stil dat daar een hele werking achter zit. Dat mag zeker blijven maar dat maakt ons onzichtbaar op zo’n moeilijk moment als nu met de corona-crisis. Met onze acties wilden we dus ten alle tijden vermijden dat ze ons zouden vergeten, zodat we na corona ook vlot de banden terug kunnen opbouwen en ook om een beetje media-aandacht te krijgen.
“Zo zijn we Marc Van Ranst en zijn team coronaproof pommes d’amour, een typische
kermislekkernij, gaan brengen.”
Verder hebben we ook intensief gelobbyd om het belang van kermiscultuur aan te kaarten op alle niveaus. Onze vereniging werkt nationaal dus we zijn overal in het land met politici gaan praten: van schepenen, over gouverneurs tot ministers. Daarnaast zijn we ook op de radar van lokale crisiscellen gekomen en hebben we ook met virologen zoals Marc Van Ranst over onze situatie gesproken. We zijn van nature een sympathieke sector, zo zijn we Marc Van Ranst en zijn team coronaproof pommes d’amour, een typische kermislekkernij, gaan brengen.
We kregen veel begrip, maar helaas ook weinig concrete oplossingen. We zijn dan maar zelf aan de slag gegaan: we hebben zelf een veiligheidsprotocol uitgewerkt om te tonen dat een kermis ook coronaproof kan doorgaan. Voor ons was dit echt nodig om de kermiscultuur niet te laten verdwijnen. Met die cultuur bedoelen we het immaterieel erfgoed van de kermis, maar ook de koppeling die er is met vele andere lokale tradities, rituelen en gebruiken in Vlaanderen (denk maar aan carnavalstoeten, processies, worpen, vogelpik…). De kermis is de rode draad in feestelijk Vlaanderen!
“De kermis is de rode draad in feestelijk Vlaanderen”
Waren er ook financiële gevolgen voor jullie?
Absoluut, we kunnen het financieel niet aan om een heel jaar van de kaart geveegd te worden. We zijn financieel volledig afhankelijk van onze attracties en de inkomsten die we halen uit de kermissen. Als de kermissen niet doorgaan, hebben we ook geen inkomsten.
Foorkramers hebben geen fysieke locatie – normaal reizen wij overal rond – maar nu konden we ons nergens meer opstellen. Om toch zichtbaar te blijven moesten we wel op zoek naar alternatieven. Een oliebollenkraam werd thuis voor de deur opgezet of er werd aan huis geleverd en lunaparken konden ook in de voortuin van de foorkramer opgesteld worden zodat we niet uit het straatbeeld verdwenen.
Hebben jullie nog andere acties ondernomen?
Ja, toch wel. In het begin van de crisis zag het er zeer slecht uit, alsof er geen enkele kermis zou komen een heel jaar lang. Eind juni kregen we dan het nieuws dat er weer enkele kermissen gehouden mochten worden, dit gaf ons even een lichtpuntje. Maar eind juli kregen we dan opnieuw een slag in ons gezicht. De onzekerheid speelde verschillende gemeenten ook parten en ze beslisten vaak om dan maar geen kermis te houden. Dat voelde als een steek in ons hart. Toen hebben we even onze tanden laten zien en zijn we op straat gekomen. Onder het motto ‘Red de kermiscultuur’ hebben we in verschillende provincies optochten georganiseerd met kermisvoertuigen. We kregen veel steun van de mensen. Zo stonden er kinderen langs de weg met bordjes met daarop ‘Wij missen de kermis!’.
“Tijdens de acties stonden kinderen langs de weg met bordjes
met daarop ‘Wij missen de kermis!’ ”
Hoe zie je de toekomst van de kermis?
Door al het harde werk van de afgelopen maanden hebben we enigszins een voorzichtig positief toekomstbeeld voor de kermis.
We zijn erin geslaagd om goed in de kijker te blijven en kermis op de politieke agenda te zetten. Daarnaast hebben we toch een beetje perspectief kunnen bieden op korte termijn, verschillende gemeenten hebben bijvoorbeeld al aangegeven ons te steunen door geen standplaatsvergoedingen en dergelijke te vragen. Een sympathiek gebaar en het bewijs dat onze boodschap toch is aangekomen.
Door deze crisis hebben we ook geleerd dat de kermis wel een plaats heeft in een corona-tijdperk, ook als deze situatie volgend jaar nog zou aanhouden. De kermis is dynamisch en past zich aan. We hopen zo veel mogelijk de kermiscultuur in de dorpskernen te bewaren maar als het moet, in coronatijden, onderzoeken we ook de mogelijkheid om eventueel privéterreinen te gebruiken. We verkennen alle mogelijkheden om een duurzame toekomst te garanderen maar kijken in de eerste plaats naar het najaar. Voor september zien de cijfers er wat beter uit. We hebben intussen ook al de bevestiging gekregen dat er een aantal kermissen zullen doorgaan met coronamaatregelen. Het zal ons jaar niet goedmaken maar het is toch iets.
De angst heeft er wel even serieus ingezeten. De kermis heeft zo’n lange geschiedenis en al verschillende moeilijke periodes doorgemaakt, telkens heeft de kermis stand gehouden. Zelfs tijdens WO I en WO II zijn de kermissen blijven doorgaan, dus het kan toch niet dat een virus als corona daar een einde aan zou maken?
De kermis is zo oud als sommige kerken. Ze zit ingebakken in het DNA van de mensen, onlosmakelijk verbonden aan de tradities die in onze dorpen en families leven. De kermis is zo oud, omdat ze kan overleven. Daar zijn we als foorreizigers ook trots op. We hebben het als gemeenschap moeilijk gehad – en we gaan het nog moeilijk krijgen – maar er is wel terug hoop. Kermis heeft een dynamisch karakter en past zich aan aan de maatschappij, de maatregelen… We zijn klaar voor een volgende 1200 jaar kermis!
“De kermis heeft een dynamisch karakter”
Steve krijgt het tijdens het interview even moeilijk wanneer de impact van de coronacrisis op de foorkramers en de algemene kermiscultuur duidelijk wordt. De foorreizigers hebben zich de laatste maanden als een sterke gemeenschap verenigd maar ook Steve als persoon heeft zich immens ingezet… niets was hem te veel om ‘zijn’ kermis te redden. Hij blijft strijdvaardig en geeft nog een paar tips mee over hoe om te gaan met erfgoed in deze coronatijden.
In de eerste plaats mag je niet opgeven! Verder stel je best ook niet gewoon je activiteit uit, je weet immers niet hoe de toekomst eruitziet. Laat alles dus symbolisch doorgaan, in alternatieve vormen die coronaproof zijn. Vaak is het budget een probleem maar zoek toch naar een alternatief. Dat is niet altijd simpel. Ik zie mezelf ook als een ‘traditionalist’, vaak hebben we het moeilijk om ons vast stramien te doorbreken maar in deze tijden is dit niet slim. We moeten ons net zo dynamisch mogelijk opstellen om te overleven. Durf out of the box te denken en blijf er voor gaan!
Dankjewel voor dit interview, Steve!
Meer info over de kermiscultuur in Vlaanderen?
http://www.dfb-vbf.be/nl/
https://www.facebook.com/forain.be
https://esu-ufe.eu/en/
Afbeeldingen © Steve Severeyns