Format: Praktijkgids
Hoe betrek je jongeren bij je erfgoedactiviteit voor jongeren?
Hoe betrek je jongeren bij je erfgoedactiviteit voor jongeren?
Jongeren zijn de bezoekers van morgen, de vrijwilligers van morgen of misschien de toekomstige medewerkers van jouw erfgoedorganisatie. ‘Hoe jongeren bereiken?’, het is en blijft een actuele vraag die bij veel – grote én kleine – organisaties leeft. In deze praktijktip geven auteurs van Bamm! concrete tips over hoe je jongeren kan betrekken bij het organiseren van je erfgoedactiviteit.
Waarom zou een erfgoedorganisatie samenwerken met jongeren?
Als organisatie kan je investeren in jong talent. Dat jong talent brengt nieuwe inzichten met zich mee. Jongeren kijken op een andere manier naar kunst en erfgoed. Deze meerstemmigheid is een meerwaarde, zeker in de huidige maatschappij. Hoe meer verschillende mensen je kan bereiken, hoe beter. Je ontdekt nieuwe hoeken van je bestaande erfgoed.
Je kan niet inspelen op een doelgroep of deze aantrekken zonder te luisteren naar hen. Leer hen iets bij, maar laat hen jou ook iets bijleren. Door samen te werken met jongeren is het gemakkelijker om andere jongeren aan te spreken. Je krijgt een groter bereik en zij vergroten jouw naamsbekendheid.
Het is belangrijk om bewust te zijn van jouw beweegreden en deze ook scherp te stellen. Jongeren zijn meer dan een promotool of doelgroep in je beleidsplan. Er is een onderscheid tussen het duurzaam willen betrekken van jongeren in een organisatie en een quota afvinken. Bij het samenwerken met jongeren is het essentieel om diepgang te creëren met interactie en meerwaarde voor beide kanten.
Bouwstenen voor een erfgoedactiviteit met jongeren
Een kant en klaar bouwpakket voor jongerenparticipatie bestaat niet. Wat we wel kunnen geven zijn 6 bouwstenen die een sterke fundering maken voor het betrekken en bereiken van jongeren. Niet elke activiteit kan voldoen aan alle 6 bouwstenen. Dat is ook geen vereiste. Zolang je als erfgoedliefhebber deze bouwstenen in je achterhoofd houdt zal je betere slaagkansen hebben in het bereiken van jongeren.
BOUWSTEEN 1: VERHALEN
Erfgoed en heemkunde bestaan uit verhalen. Ze zijn meer dan stoffige voorwerpen of oude gebouwen. Deze verhalen zijn de sterkte van jouw werking. Ga (samen) op zoek naar verhalen die jongeren prikkelen.
Waar we bij kinderen (tot 12 jaar) vaak in een schoolse verhalende context zitten, dagen we je uit om bij jongeren niet weg te kijken van de spannende verhalen. Hun leefomgeving bestaat uit streamingdiensten, films en boeken met verhalen die niet schuw zijn van drama, controverse of gruwelijke thema’s.
Verhalen over kasteelheren die vreemdgaan met kamermeisjes, heksenvervolging en verzet tijdens de oorlog zijn verhalen die jongeren prikkelen. Deze thema’s zijn ook door te trekken naar hun eigen leefwereld.
BOUWSTEEN 2: VERBORGEN PARELS
Een verborgen parel (in het Engels = hidden gem) is een trend onder jongeren op de social media platforms TikTok en Instagram. Een hidden gem is een “verborgen” plaats die mooi of verbazingwekkend is.
Jongeren zijn vanaf hun puberteit veel bezig zijn met wat anderen van hen vinden. Als jongere willen ze zich als individu loskoppelen van de massa. Ook in het zoeken naar belevingen zijn ze op zoek naar iets uniek. Als je naar Parijs gaat weet iedereen dat de Eiffeltoren te bezoeken is, maar een pittoresk steegje of mooi stadstuintje zal hen die unieke ervaring geven.
Hoe kan jij als erfgoedliefhebber jongeren deze ervaring geven? Kijk eerst eens in het lokale erfgoed welke mooie parels jij hebt van gebouwen, natuurdomeinen of kleine unieke ervaringen. De voorbeelden die jongeren geven zijn bijvoorbeeld De Vlaeykensgang in Antwerpen of de Kruidtuin in Leuven. Dit zijn locaties die jongeren toevallig ontdekken en als uniek ervaren.
Stel dat je geen locatie vindt, kan je er ook zelf een creëren. Boeken lezen is weer hip bij een groot deel van de jeugd. Leg wat zitzakken en boeken op een rustige plek en creëer zo een hidden gem. Locaties die anders niet toegankelijk zijn en eenmalig wel, hebben ook een grote aantrekkingskracht, zoals de Conscience bibliotheek in Antwerpen.
BOUWSTEEN 3: SPELFACTOR
Als je de verhalen en unieke ervaring kan koppelen aan een spelfactor ben je bezig met het bouwen van een totaalbeleving. Deze spelfactor is een manier om het stoffige karakter van erfgoed weg te blazen. Je kan hierbij op twee manieren aan de slag gaan.
- Je kan spelfactor toevoegen die uit de leefwereld van jongeren komt. Bijvoorbeeld een silent disco (een fuif met koptelefoons) in een erfgoedlocatie. Zo breng je hun leefwereld in contact met de jouwe.
- Je kan de verhalen van je erfgoed omzetten naar een spelfactor. Nodig een jeugdbeweging uit om een gigantisch moordspel of stratego te spelen op jouw locatie met personages uit de lokale geschiedenis. Organiseer een workshop waarin je lokale ambachten op maat presenteert. Bijvoorbeeld pizza’s bakken met zelfgemalen meel uit de molen.
BOUWSTEEN 4: DEELBAARHEID
Een ervaring moet op twee manieren deelbaar zijn.
- De eerste manier om een ervaring deelbaar te maken is door samen te gaan. Jongeren komen zelden alleen. Ze zullen in groepjes komen. Dit heeft op lange termijn een sneeuwbaleffect. Laat jongeren hun vrienden meenemen. Dan zal de groep groeien.
- De andere manier om een ervaring deelbaar te maken is via sociale media en foto’s. Beide zijn een groot onderdeel van de leefwereld van jongeren. Geef jongeren de kans om leuke en mooie foto’s te maken. Ook dit kan je als organisator in de hand werken. Door het plaatsen van spiegels of een fotobooth zet je jongeren subtiel aan tot het maken van een foto. Daarnaast kan je door lampenslingers als decoratie of symmetrie in architectuur ook mooie hotspots maken voor een foto.
Een belangrijke kanttekening: ga in gesprek met jongeren. Wat voor jou een heel leuke fotobooth is kan voor jongeren al snel als kinderachtig ervaren worden. Als jongeren te hard het gevoel krijgen dat je ze pusht zal het eerder averechts werken. Daarom is dialoog met hen zeer belangrijk.
BOUWSTEEN 5: AUTHENTICITEIT
“Jow jow jow, kom ff chillen op onze lit tentoonstelling.”
Deze quote is het voorbeeld van hoe het niet moet. Als lezer voel je zelf ook aan dat dit niet natuurlijk aanvoelt. Voor jongeren is dit ook zo. Een eerste deel van authentiek zijn is je communicatie. Gebruik geen jongerentaal naar hen toe. Jongeren doorprikken snel je bubbel. Maak je taal laagdrempelig en helder, maar blijf jezelf.
Omarm ook (kleine) veranderingen. De waarden van erfgoed en jongeren komen vaak overeen. Kijk naar de waarden “ambachtelijk, duurzaamheid en lokaal”. Jongeren zijn hier ook mee bezig. Deze waarden bouwen bruggen tussen erfgoed en jongeren. Naast de waarden die je deelt met jongeren brengen zij ook nieuwe interessante invalshoeken mee. Sommige van deze invalshoeken vragen veranderingen in je organisatie, sta hiervoor open en durf het gesprek aan te gaan.
BOUWSTEEN 6: PARTICIPATIE
De belangrijkste bouwsteen van de fundering is de laatste: participatie. Maak niets voor jongeren, zonder hen te betrekken. Zonder jongeren te betrekken, zal je hen niet bereiken. Hieronder staan de verschillende soorten participatie uitgelegd. Ga samen op zoek naar welke vorm het beste bij jou en je organisatie past.
Wat is participatie?
De grootste veranderingen om jouw doelgroep te bereiken zullen ontstaan als je hen echt de touwtjes in handen geeft en een kader biedt waar ze in alle veiligheid hun stempel kunnen achterlaten. Niemand weet beter wat de doelgroep aantrekt dan de doelgroep zelf. Hoe meer je hen actief kan betrekken in alle stappen van het proces, hoe meer inzichten ze hebben in je project. Zij weten wat er speelt in hun leefwereld en hoe hierop in te spelen.
Participatie is meer dan interactie. Het doel is een zinvolle interactie waar relevante informatie uit voortvloeit en nadien iets mee gedaan wordt. Het gaat om het actief betrekken van een doelgroep bij jouw werking en project. Het beste motto dat we kunnen meegeven is: VOOR en DOOR jongeren.
PARTICIPATIETRAP
Om verschillende vormen van het betrekken van jongeren te duiden maken we gebruik van de participatietrap van Pimento. In dit overzicht van Pimento brengen ze gradaties in beeld met op de ene as de invloed van je organisatie op het eindproduct en aan de andere as de invloed die jongeren hebben op jullie eindproduct. De ene soort participatie is niet beter dan de andere. Het is voornamelijk een zoektocht voor jou als organisatie om te kijken welke soort participatie het beste bij jou past.
Je kan voorbereidend aan de slag met jongeren door hen te betrekken als informant, dan vraag je vrijblijvend hun mening en verwerken jullie deze als organisatie. Dit is een heel laagdrempelige vorm van participatie.
Voorbeeld: Bij de Vlaamse Jeugdraad doet men bevragingen bij jongeren op straat om informatie in te winnen over onderwerpen die spelen bij de jeugd. Ze gaan een kwartiertje tot een halfuurtje op straat staan en spreken passanten aan. Dit is een korte interactie.
Als adviseur zullen jongeren input en ideeën genereren voorafgaand, tijdens en na het product. Hun rol is dus minder vrijblijvend, ze doorlopen het hele proces als adviseur op de aangewezen topics. Jij bevraagt jongeren en neemt hun advies ter harte.
Voorbeeld: Hidrodoe, belevingscentrum over kraantjeswater in Herentals, ging samen met enkele lokale scholen in zee. Ze gingen hun waterspeelplaats hertekenen en vroegen aan kinderen hoe zij deze speeltuin zouden zien. Dit is een langdurig traject.
Als co-producent werken jongeren ook actief mee aan het proces van het product. Jongeren leggen dan mee de krijtlijnen. Je geeft hen de eindbeslissing over een deel van het eindproduct.
Voorbeeld: Voor Erfgoeddag bundelden verschillende erfgoedcellen uit de Kempen (Noorderkempen, Voorkempen en Stuifzand) hun krachten. Ze ontwikkelden het boekje Beestig, over Beestige verhalen uit de Kempen. Voor de illustraties klopten zij aan bij een secundaire school in Turnhout bij de opleiding Illustratie. De leerlingen kregen als coproducent carte blanche over de vormgeving en illustraties bij de erfgoedverhalen.
De mogelijkheid waarbij je de jongeren de meeste zelfstandigheid geeft is de rol als medebeslissers of beslisser. Op deze manier is het traject voor en door jongeren ontwikkeld. Je coacht jongeren, maar zij maken de beslissingen. Als medebeslisser of beslisser nemen zij zelf contact op met leveranciers en beslissen ze zelf hoe het traject zal lopen.
Voorbeelden:
- Erfgoed Viersprong, een lokale erfgoedorganisatie in regio Melle, contacteerde samen met Histories enkele scholen uit hun regio. Hieruit kwam een groepje geëngageerde jongeren die samen met de erfgoedorganisatie activiteiten uitwerkten rond de Eerste Wereldoorlog. De jongeren kwamen met het idee om grond uit Passendale over te brengen naar hun lokaal kerkhof als symbolisch teken. Dit was het startschot van verschillende activiteiten.
- Het Yper Museum liet een groepje 17-jarigen los op hun collectie. Het eindresultaat? De tentoonstelling Louise Edith. Deze tentoonstelling is volledig gemaakt door jongeren. De inhoud, scenografie, collectie en volledige tentoonstelling is gekozen en gemaakt door de jongeren.
Goed om te weten:
-
Participatie is als een trap, de ene trede is niet beter dan de andere, het doel hangt af van hoe je jongeren betrekt.
-
Stel verwachtingen juist in het begin: beloof niet de rol van beslisser om dan uiteindelijk niets te doen met hun input. Dit zorgt voor frustraties.
-
De rollen kunnen verschuiven doorheen het project: soms hebben jongeren nood aan meer begeleiding, bespreek dit en pas dit met wederzijds akkoord aan.
-
Open communicatie is heel belangrijk.
STAPPENPLAN VOOR PARTICIPATIE
-
STAP 1
Stel doelen op
Wat wil jij bereiken met het participatieproject? Hou hier ook rekening met het groeiproces van de jongeren, focus niet enkel op het eigen belang van de organisatie. Idealiter worden de jongeren ook al mee betrokken in dit proces zodat de beweegredenen van het begin goed afgestemd zijn.
Zorg voor een draagvlak in de organisatie
Wanneer je aan de slag gaat met een jongerenwerking is het belangrijk dat er binnen de organisatie een draagvlak is om dit te ondersteunen. Is iedereen bereid om hier actief mee aan de slag te gaan, wie is het aanspreekpunt, de begeleider, is er een budget voor het project? Zorg dat de verwachtingen bij iedereen binnen je erfgoedorganisatie hetzelfde zijn.
Denk op de lange termijn
Vermijd vluchtige samenwerkingen of eenmalige schoolbezoeken om jongeren duurzaam te betrekken. Wat kan er op lange termijn structureel in de werking geïmplementeerd worden om de toetreding van jongeren te vergemakkelijken? Jongeren hebben tijd nodig, je zal bij je eerste activiteit slechts een klein groepje bereiken.
-
STAP 2
Zoek jongeren
Gebruik hiervoor de kanalen waar jongeren te vinden zijn en kanalen die bij jou als organisatie passen. Communiceer helder. Hou het licht, zorg voor een gezonde portie humor (maar zonder het gevoel te geven dat je hun niet serieus neemt). Indien je hier zelf niet de kennis van hebt kan je ook hier al jongeren betrekken om de kanalen te beheren en de wervingstekst uit te schrijven. Spreek gerust familieleden of kinderen van collega’s aan om de tekst na te lezen. Jongeren weten als de beste wat wel en niet werkt.
Selecteer jongeren
Je hoeft je vrijwilligers niet enkel te gaan halen in de vijver van geschiedenisstudenten en kunsthistorici. Elke jongere met een interesse voor jouw onderwerp en erfgoed is een jongere die jij nodig hebt. Kijk ook naar wat zij kunnen en hoe hun vaardigheden jou kunnen ondersteunen. Niet elke vrijwilliger toont hetzelfde engagement. Sommigen starten hun engagement heel klein en dat is oké.
Krijgen ze een vergoeding?
Denk goed na over hoeveel tijd je van de jongeren vraagt. Op welke manier kan je hen vergoeden? Dit kan financieel, maar dat is zeker geen must. Er zijn verschillende andere manieren om jongeren te waarderen in dat wat zij doen. Bijvoorbeeld een uitstapje, iets om te eten tijdens de vergaderingen, een aanbeveling op hun cv als ze net afstuderen, terugbetaling van hun trein- of busticket… Laat de jongeren het belang van hun aanwezigheid voelen, zodat zij betrokken en gemotiveerd blijven.
Afspraken maken
Afspraken maken is de kern van samenwerkingen. Maak alles helder en duidelijk zodat iedereen vooraf goed weet hoe de vork in de steel zit. Dit is belangrijk om frustraties in de toekomst te vermijden.
-
STAP 3
Als je aan de slag gaat met jongeren, gooi je ze best niet in het diepe. Geef hen een kader waarbinnen ze kunnen werken.
Begeleid en coach de jongeren en vrijwilligers hier in. Zorg voor een taakverdeling, wie volgt de jongeren op en wat zijn de concrete taken van de jongeren?
Tot slot is het heel handig om een einddoel aan je project te knopen. Een feest of expo is leuk om naar te werken.
-
STAP 4
Hoe trek ik nu jongeren naar mijn activiteit? Dit begint bij je communicatie. Durf het aan om jongeren de touwtjes in handen te geven. Zij dragen hun boodschap uit naar andere jongeren. Jongeren en erfgoed zijn aantrekkelijk voor de pers, maak hier ook gebruik van.
-
STAP 5
Na het project evalueer je alles. Wat ging er goed? Wat kan beter? Zijn de doelen bereikt? Moeten er nieuwe doelen vastgelegd worden? De evaluatie gaat in twee richtingen. Evalueer de jongeren, maar laat ze jou ook evalueren. Ga in gesprek.
Tips en tricks om af te sluiten
LAAT JONGEREN ZICH WELKOM VOELEN
Zorg voor een goede eerste indruk. Wat ook werkt zijn volle buikjes: biedt eten en drinken aan. Eten is iets dat mensen verbindt met elkaar. Werk aan een groepsgevoel, maak ruimte om vriendschappen te laten vormen. Neem kwalitatieve pauzes en informele momenten zoals een teambuilding of een drankje achteraf. Zorg dat er geen te groot wij-zij gevoel is met de personen die het traject begeleiden.Voorzie als het kan een eigen plek, dit kan een tafel zijn of een lokaal. Maar geef ze het gevoel dat ze welkom zijn.
WERK DREMPELS WEG
Er zijn verschillende drempels die jongeren en toekomstige vrijwilligers tegenhouden om naar jou te komen. Wees hiervan bewust en ga er mee aan de slag.
- Gekendheid: Zorg dat de jongeren kunnen inschatten wat te verwachten van het project, de samenkomst, de organisatie… Hoe meer info, hoe beter. Wil je jongeren in deze tijd bereiken, spreek ze persoonlijk aan.
- Bereikbaarheid: Zorg dat je samenkomt op een makkelijk bereikbare locatie.
- Zichtbaarheid: Maak je organisatie zichtbaar, zorg bij voorkeur dat er een onthaal of eerste aanspreekpunt is. Maar met een pijl kom je al ver.
- Financiën: Zorg dat jongeren geen eigen fondsen moeten uitgeven om deel te nemen aan het project. Gemaakte onkosten betaal je best terug. Je kan ook een vrijwilligersvergoeding voorzien die deze kosten dekt.
- Timing: Als je met jongeren werkt, zorg je dat je samenkomt op momenten dat zij beschikbaar zijn. Hou er rekening mee dat dit vaak na de werkuren en in weekends is. Vergeet hun examenroosters niet. Jouw agenda en die van een jongere komen vaak niet overeen.
- Stel deadlines maar wees niet te streng, naast het vrijwilligerswerk hebben zij nog heel wat prioriteiten.
Je kan deze praktijktip ook in PDF-vorm bekijken: Hoe betrek je jongeren bij je erfgoedactiviteit voor jongeren?
OVER DE AUTEURS
Auteurs: Sofie Bonné, Paulien Herck en Anton Van Dijck van Bamm!
Bamm! is een kunst- en erfgoededucatieve organisatie die ijvert voor het recht van kinderen en jongeren op cultuurparticipatie. Met hun deelmerken zorgen ze dat kinderen en jongeren van verschillende leeftijden op verschillende plekken cultuurinjecties krijgen:
- Amuseevous eist samen met kinderen en jongeren (16-30 jaar) ruimte op binnen de culturele sector.
- Door het ontwikkelen en begeleiden van workshops, rondleidingen en educatieve pakketten vormt Mastiek het bindmiddel tussen museum- en erfgoedverhalen en kinderen en jongeren.
ERFGOED IN DE PRAKTIJK
Deze praktijktip kwam naar aanleiding van de vormingsreeks ‘Erfgoed in de Praktijk’. ‘Erfgoed in de praktijk’ is het gezamenlijk vormingsaanbod van Histories, FARO, Stichting Open Kerken en Davidsfonds. In het kader van een aantal evenementen (Erfgoeddag, Nacht van de Geschiedenis en Open Kerkenweekend) organiseren deze partners laagdrempelige workshops die de deelnemers helpen bij de organisatie van hun activiteiten naar aanleiding van die erfgoedevenementen. Zo waren er al cursusavonden rond tentoonstellingen voor beginners, het promoten van activiteiten, ideeën genereren om een erfgoedverhaal te presenteren en interactief rondleiden.
Regelgeving metaaldetectie en magneetvisserij in Vlaanderen
Regelgeving metaaldetectie en magneetvisserij in Vlaanderen
Voor alle actieve en toekomstige metaaldetectoristen en magneetvissers werd op deze pagina de regelgeving rond metaaldetectie en magneetvisserij gebundeld! Klik op de links om meer te weten te komen.
Hou alvast in het achterhoofd dat je een erkenning van de Vlaamse overheid moet hebben om aan metaaldetectie of magneetvisserij te mogen doen en zorg dat je steeds toestemming van de eigenaar hebt om op diens grondgebied te gaan zoeken!
Als metaaldetectorist of magneetvisser ben je verplicht je aan de regelgeving rond metaaldetectie en magneetvisserij te houden. Voor je het veld op gaat of het water in duikt, dien je een (gratis) erkenning aan te vragen – ook als je geen Belgische nationaliteit hebt. Die geeft je de toestemming om als metaaldetectorist en magneetvisser aan het werk te gaan in Vlaanderen. Bovendien moet je de regels uit de Code van Goede Praktijk volgen. Deze kan je op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed vinden. Daarnaast biedt het Agentschap ook een folder aan waarin de regelgeving op een toegankelijke manier wordt geduid. Neem verder ook een kijkje bij onze veelgestelde vragen (FAQ’s).
Je mag als detectorist of magneetvisser ook niet overal rondspeuren. Naast de verplichte toestemming om met je detector of vismagneet te mogen zoeken, zijn er enkele plaatsen die volledig verboden zijn. Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft hier mee welke plaatsen dat zijn.
Heb je een metalen voorwerp in de grond of in het water gevonden? Meld dit dan zeker via het officiële meldingsformulier! Foto’s posten op sociale media of andere kanalen is dus niet voldoende. Dit administratieve gedeelte van je zoektocht zorgt er namelijk voor dat bij aanvang van een archeologisch onderzoek alle meldingen uit een gebied kunnen geraadpleegd worden. Kortom, de kennis over ons verleden vergroot. Sommige metaaldetectievondsten hebben er al toe geleid dat een onderzoek werd opgestart om een site archeologisch te beschermen. Schat dus de archeologische waarde van je vondst niet te laag in! Is het niet helemaal duidelijk hoe je de meldingsapplicatie moet gebruiken? Bekijk dan deze video.
Met de verplichte melding wordt er dus enkel kenniswinst beoogd. Het afstaan van je vondsten is niet nodig, tenzij de gemeente of eigenaar deze in bewaring wil nemen. Maak dus op voorhand duidelijke afspraken hierover.
Heb je geen geschikte plaats bij je thuis om de artefacten te bewaren? Dan kan je ervoor kiezen om ze in bewaring te geven bij een onroerenderfgoeddepot.
Naast de regelgeving op Vlaams niveau, kunnen lokale besturen ervoor kiezen om extra maatregelen voor metaaldetectoristen te nemen. Neem dus zeker ook een kijkje op de website van de gemeente waar je gaat zoeken. Je kan dit eenvoudig terugvinden door ‘metaaldetectie in (gemeente)’ in Google in te geven.
Copyright Agentschap Onroerend Erfgoed