Aan onze hedendaagse fiets gaan talrijke voorlopers vooraf. Het verhaal begint misschien zelfs al bij de Egyptische farao’s, maar doorgaans zoeken we het iets vroeger en dichter bij huis. We hebben het dan over loopfietsen, beginnend met deze van Michael Kessler uit 1760. De draisienne maakte haar opwachting vanaf 1818. Dit toestel was al uitgerust met een zadel en een besturingsmechanisme. De ontwikkeling van de loopfiets kwam dan in een stroomversnelling. Hij zou vanaf 1819, en al vlug onder de naam van vélocipède, in ons land zijn intrede doen. De combinatie met trappers werd vanaf 1839 uitgetest. Nadien volgde de introductie van de ketting, het – nu nog gebruikte – ruitvormige frame en de rem. De luchtband werd tot slot in 1888 heruitgevonden. Op het einde van de
19de eeuw doken ook modellen op met één, drie en zelfs vier wielen, maar enkel de tweewieler hield stand.