Kleuren kregen doorheen de geschiedenis diverse, symbolische betekenissen. In onze westerse – christelijke – cultuur wordt wit geassocieerd met onschuld, reinheid en eeuwigheid. Ook ideeën zoals vrede en trouw worden met deze niet-kleur verbonden.
Door de positieve connotaties kreeg wit een prominente plaats bij vreugdevolle en grootse momenten in het leven, zoals een doopsel of een huwelijk. Ook groepen die strijden voor rechtvaardigheid, eerlijkheid of samenhorigheid, zoals de suffragettes of de aanwezigen tijdens de Witte Mars, doen dat in (gedeeltelijk) witte outfits. Dokters, kelners of koks, kiezen vaak voor een witte plunje en overtuigen zo omstaanders via netheid van hun deskundigheid.
Dit artikel onderzoekt de betekenis en het gebruik van wit in de westerse kledij en mode van 1750 tot vandaag. Er werd een onderscheid gemaakt tussen kledij en mode. Kledij is de generische term om het materiële product, waarmee we ons lichaam dagelijks beschermen, aan te duiden en mode, een begrip met eigen afspraken, wordt gestuurd door onze grote drang naar vernieuwing – neomania – en is tijdsgebonden.