Achter gevangenisslot en kloostergrendel. Margaretha Porete en haar Spiegel der eenvoudige zielen

In 1946 kondigde de Italiaanse historica Romana Guarnieri in de Osservatore Romano – de krant van het Vaticaan – aan dat ze de auteur van een mystiek traktaat getiteld De spiegel der eenvoudige zielen geïdentificeerd had. De ware schrijfster van dit boek was Margaretha Porete, een begijn uit het graafschap Henegouwen die na meer dan een jaar gevangenschap op 1 juni 1310 als hervallen ketter levend verbrand werd op de Place de Grève (thans de Place de l’Hôtel-de-Ville) in Parijs. Ze werd veroordeeld door de inquisiteur Willem van Parijs OP, die ook het bevel uitvaardigde dat alle exemplaren van het boek ingeleverd moesten worden in het Dominicanenklooster te Parijs om vernietigd te worden. De tekst overleefde dit bevel echter, en baande zich een weg over heel Europa, van Frankrijk naar Engeland, Duitsland, Italië en wellicht ook de Lage Landen, in Latijnse, Middelengelse en Italiaanse vertalingen. Het boek kende een gemengde receptie. Enerzijds werd het soms afgewezen door theologen en kerkjuristen, en de bekende franciscaan Bernardino of Siena heeft er actief tegen gepredikt. In andere kringen werd de tekst echter positief onthaald, en in Engeland dan vooral in de afzondering van contemplatieve kloosters

Sinds de identificatie van Margaretha als de auteur van de Spiegel zijn zij en haar tekst onderwerp geweest van theologische, historische en filologische studies. Hierbij is het opmerkelijk dat de studies van Margaretha’s veroordeling eerder focussen op de periode van haar gevangenschap in Parijs en het feit dat zij gedurende ruim anderhalf jaar in weerbarstige stilte de eed weigerde af te leggen en te getuigen. De veroordelingsteksten zijn de enige bronnen die we bezitten over de historische Margaretha, en de interpretatie van deze documenten is dus van wezenlijk belang om een licht – hoe klein ook – te werpen op haar persoon. Deze documenten en de daarin beschreven handelingen en gebeurtenissen zijn echter nooit eerder vanuit het perspectief van Margaretha zelf geïnterpreteerd, uiteraard omdat ze door haar aanklagers geschreven werden. Maar kunnen ze ons inzicht bieden in Margaretha’s intenties, overtuigingen en beweegredenen? Deze bijdrage tracht op deze vraag in te gaan door te focussen op de periode vóór haar opsluiting. Dat is immers het moment waarop we van en over haar weinig nog vernemen. Na haar opsluiting werd ze – voor zover de bronnen ons inlichten althans – stil, en ze ging in stilte haar dood tegemoet. Van Margaretha wordt vaak een erg eenzijdig beeld opgehangen als een koppige, bewust ongehoorzame en radicaal ketterse vrouw, maar een aandachtige lezing tussen de lijnen van de procesdocumenten kan een genuanceerd tegenwicht bieden op deze interpretatie. Een epiloog schetst kort het feit dat na de veroordeling, de Spiegel niet alleen overleefde maar floreerde, los van alle kennis van de ongelukkige auteur. In Engeland was dat ironisch genoeg zelfs achter de ‘gesloten deuren’ en in de stilte van kartuizerkloosters, een strenge en contemplatieve orde waarin de Spiegel der eenvoudige zielen zeer op prijs werd gesteld.

 

Download pdf